Operation Manual
16
ULTRALINK UL2000M
In- en uitschakelen van de Auto Mute-functie
1. Schakel MUTE in. De zender kan nu in de programmeermodus geschakeld worden.
2. Draai de keuzeschakelaar op 0 en bevestig uw invoer door lang te drukken
(2 seconden) op de POWER-toets. Ter bevestiging van uw invoer knippert de LED 1 maal langzaam
en 1 maal in het gemiddelde tempo. De zender is nu in de programmeermodus en wacht op de invoer
van een nummer van 1 cijfer.
3. Stel op de keuzeschakelaar een van de beide volgende cijfers in:
Auto Mute uitschakelen: cijfer 7 instellen
Auto Mute inschakelen: cijfer 8 instellen
Als een geldig cijfer ingesteld is , knippert de LED 1 maal snel ter bevestiging. Zo kunt u al voor de
bevestiging van de invoer zien of dit een correcte invoer (bijv. met betrekking tot de Preset-, Mic Gain-
en Auto Mutekeuze) zal zijn.
Bij de invoer van de cijfers 1 tot 4 verandert u de instelling van de Preset (Hoofdstuk 3.2.4). Met
de invoer van de cijfers 5 of 6 verandert u de Mic Gain instellingen (Hoofdstuk 3.2,5). De
cijfers 9 en 0 zijn ongeldig.
4. Bevestig uw invoer door kort te drukken op de POWER-toets.
5. Bij een geldige invoer knippert de LED opnieuw een maal kort. Bij een verkeerde invoer knippert de LED
5 maal snel en de programmeermodus wordt direct afgesloten. Begin in dit geval weer met stap 2.
Na een korte pauze volgt een tweede knippercode:
Auto Mute uitgeschakeld: De LED knippert 1 maal met een gemiddelde snelheid.
Auto Mute ingeschakeld: De LED knippert 2 maal met een gemiddelde snelheid.
Voor het geval er langer dan 5 seconden geen invoer van de gebruiker op de keuzeschakelaar
of met de POWER-toets plaats vindt, knippert de LED 5 maal snel en de programmeermodus
wordt afgebroken.
6. Ter bevestiging volgt na een tweede korte knipperpauze weer een knippercode:
Door 2 maal langzaam knipperen wordt aangegeven, dat de Auto Mute-instelling veranderdis. De
zender verlaat de programmeermodus.
Knippert de LED 5 maal snel, kon de instelling voor de Auto Mute-functie niet opgeslagen worden.
Begin dan weer met stap 2.
7. Zet de MUTE-schakelaar weer terug.
3.2.7 Microfoon uitschakelen
Om de zender uit te schakelen drukt u 2 seconden op de POWER-toets. Lang knipperen bevestigt, dat de
microfoon uitgeschakeld wordt.
De zender slaat de instelling van de frequentie en het kanaal op. Als u de volgende keer
inschakelt worden deze parameters weer ingesteld.
3.3 Opvragen van de status
Wanneer de microfoon aan staat kan het nodig zijn de parameters „Zendkanaal”, „Batterijstatus”,
„Zendfrequentie”, “Preset”, “Mic Gain” en “Auto Mute” te controleren. U kunt deze status opvragen zonder de
microfoon uit en weer in te schakelen.
3.3.1 Batterijstatus en zendkanaal
1. Draai de keuzeschakelaar op schakelpositie 0. De MUTE-schakelaar kan hierbij op een willekeurige
positie staan.
2. Druk kort op de POWER-toets.
3. Zoals ook al bij het inschakelen van de microfoon signaleren knippercodes van gemiddelde snelheid
de status van de microfoon:
Status van de batterij: 1 = batterij is bijna leeg . . . 5 = batterij is vol
ingesteld kanaal: 1 = kanaal 1 is opgeroepen . . . 8 = kanaal 8 is opgeroepen.
Is de ontvanger niet ingeschakeld, dan wordt geen status aangegeven. Door daarop
kortdrukken op de POWER-toets wordt de zender noch in- noch uitgeschakeld!
3. DE MICROFOON ULM2000