Wasmachine Gebruiker Handleiding WTV 7712 BLS NL Documentnummer= 2820526702_NL/ 11-11-19.
1 Algemene veiligheidsinstructies Dit gedeelte omvat veiligheidsinstructies die kunnen bijdragen aan het voorkomen van letsel en materiële schaderisico´s. Alle soorten garanties komen te vervallen als deze instructies niet worden nageleefd. 1.1 Veiligheid voor leven en eigendom u u u u u u u u Plaats het product nooit op een vloer met vloerbedekking. Elektrische onderdelen raken oververhit, omdat de lucht niet onder het apparaat door kan circuleren. Dit zal problemen met uw product veroorzaken.
u u u u Verpakkingsmaterialen kunnen gevaarlijk zijn voor kinderen. Bewaar alle verpakkingsmaterialen op een veilige plaats buiten het bereik van kinderen. Elektrische producten zijn gevaarlijk voor kinderen. Houd kinderen uit de buurt van het product tijdens zijn werking. Laat hen niet met het product spelen. Gebruik het kinderslot om te voorkomen dat kinderen het product kunnen manipuleren. Vergeet niet de laaddeur dicht te doen als u de kamer verlaat waar het product staat.
2 Belangrijke instructies voor veiligheid en milieu 2.1 Naleving WEEE-norm Dit product voldoet aan de EU WEEE-norm (2012/19/EU). Dit product draagt het classificatiesymbool voor selectieve sortering van afval van elektrische en elektronische apparatuur (WEEE). Dit product is vervaardigd van kwalitatief hoogwaardige onderdelen en materialen die kunnen worden hergebruikt en geschikt zijn voor recycling. Gooi het product niet weg met het normale huishoudelijke afval op het einde van zijn levensduur.
4 Technische specificaties Naleving van de door de commissie gedelegeerde reglementering (EU) nr.
4.1 Installatie • Raadpleeg het dichtstbijzijnde erkende dienst voor de installatie van uw product. • De voorbereiding van de locatie en elektrische, watertoevoer en -afvoerinstallaties op de plaats van installatie is de verantwoordelijkheid van de klant. • Verzeker u ervan dat de watertoevoer- en afvoerslangen als ook de stroomkabel niet gevouwen, gekneld of samengeperst worden als u het product na installatie of reinigingswerkzaamheden op zijn plaats zet.
4.1.4 De watertoevoer aansluiten C A De watertoevoerdruk die vereist is om het product te laten werken bevindt zich tussen 1 en 10 bar (0,1 – 1 MPa). Er dient 10-80 liter water per minuut uit de kraan te stromen om uw machine vlot te laten werken. Bevestig een reduceerklep indien de waterdruk te hoog is. OPGELET: Modellen met enkele watertoevoer mogen niet worden aangesloten op de warmwaterkraan.
4.1.6 Poten afstellen A OPGELET: Ten einde ervoor te zorgen dat uw machine stiller en zonder trillingen werkt, moet deze waterpas en in evenwicht op zijn poten staan. Zet de machine in evenwicht door de poten af te stellen. Anders kan het product van zijn plaats komen en samenpersings- en trilproblemen veroorzaken. OPGELET: Gebruik geen gereedschappen om de borgmoeren los te draaien. Anders kunnen deze worden beschadigd. 1. 2. 3. Draai de borgmoeren op de pootjes met de hand los.
4.2 Voorbereiding 4.2.1 Wasgoed sorteren * Sorteer de was volgens het type stof, kleur, mate van bevuiling en toegestane watertemperatuur. * Volg altijd de instructies op de kledingetiketten. 4.2.2 Het wasgoed op het wassen voorbereiden • Wasgoed met metalen delen zoals beugelbeha's, gespen of metalen knopen zullen de machine beschadigen. Verwijder de metalen stukken of was de kleding in een waszak of kussensloop.
4.2.6 Wasmiddel en wasverzachter gebruiken C Indien u wasmiddel, wasverzachter, stijfsel, kleurstof, bleekmiddel of ontkleuring gebruikt, lees dan de instructies van de fabrikant op de verpakking en volg de doseringswaarden op. Gebruik indien mogelijk een maatbeker 2 3 1 De wasmiddellade bestaat uit drie vakken. – (1) voor voorwas – (2) voor hoofdwas – (3) voor wasverzachter – ( ) bovendien heeft het wasverzachtervak een sifon.
Vloeibare wasmiddelen gebruiken Als het product voorzien is van een houder voor vloeibaar wasmiddel: • Plaats de houder voor vloeibaar wasmiddel in 2 vaknr. “2”. • Als het vloeibare wasmiddel minder vloeibaar is geworden, verdunt u het met water voor het in de wasmiddelhouder te gieten. Indien het product is uitgerust met een gedeelte voor vloeibaar wasmiddel: • • • Als u vloeibaar wasmiddel wilt gebruiken, trek het apparaat dan naar u toe.
4.2.7 Tips voor efficiënt wassen Kleding Lichte kleuren en witgoed Zwaarbevuild Bevuilingsgraden (moeilijke vlekken zoals gras, koffie, fruit en bloed.) Normaal bevuild (zonder zichtbare vlekken.
4.3 Bediening van het product 4.3.
4.3.4 Tabel programma en verbruik Antikreuk+ 1400 1400 1400 1400 1400 1400 1200 1200 1400 1400 1400 1400 800 1200 800 1200 Extra Spoelen 2,25 1,70 1,05 0,920 0,650 0,650 1,20 0,75 2,00 1,10 0,20 0,15 0,75 0,55 0,65 0,45 0,85 1,50 1,75 1,70 3,00 2,50 Fast+ 92 92 89 51,6 40 40 65 63 62 62 60 41 65 55 51 44 82 70 75 65 132 77 Max.
4.3.5 Hoofdprogramma´s Gebruik afhankelijk van het type materiaal de volgende hoofdprogramma's. • Katoen U kunt uw duurzaam katoenen wasgoed met dit programma wassen (lakens, beddengoed, handdoeken, badjassen, ondergoed, enz.). Als de snelwasfunctieknop wordt ingedrukt, wordt de programmaduur aanzienlijk korter, maar wordt door intensieve wasbewegingen een effectieve wasprestatie gegarandeerd.
• Daily Xpress / Xpress Super Short Gebruik dit programma om uw lichtvervuilde katoenen kleding snel te wassen. Als de snelwasfunctie wordt geselecteerd, kan de programmaduur met maximaal 14 minuten worden verminderd. Als de snelwasfunctie wordt geselecteerd, mag er maximaal 2 (twee) kilo wasgoed worden gewassen. • Donker textile / Jeans Gebruik dit programma om de kleur van uw donkere kleding of jeans te beschermen.
• Kies het vlekkenprogramma. • Zoek in de bovenstaande vlekkengroepen het soort vlek dat u wilt verwijderen en kies de keuzeknop voor de snelfunctie om de relevante groep te selecteren. • Lees de kledingetiketten goed en zorg ervoor dat de gekozen temperatuur en centrifugeersnelheid juist zijn. • Donsjas Gebruik dit programma om donzen jassen, bodywarmers, jacks enz. te wassen die een "machine wasbaar"etiket hebben.
4.3.10 Selectie van hulpfuncties Selecteer de gewenste hulpfuncties voor u het programma start. U kunt terwijl de machine in werking is ook hulpfuncties die passen bij het draaiende programma kiezen of annuleren zonder de start/pauze-knop in te drukken. Om dit te doen moet de machine zich in een stap bevinden vóór de hulpfunctie die u wilt kiezen of annuleren. Als de hulpfunctie niet kan worden gekozen of geannuleerd, gaat het relevante functielampje 3 keer knipperen om de gebruiker te waarschuwen.
Activeren van het kinderslot: Houd knop 2 Hulpfunctie gedurende 3 seconden ingedrukt. Terwijl u de knop gedurende 3 seconden indrukt, wordt respectievelijk C03, C02 en C01 weergegeven. Daarna verschijnt “Con” om de gebruiker te waarschuwen dat het kinderslot geactiveerd is. Als u een knop indrukt of de programmakeuzeknop draait met een geactiveerd kinderslot, wordt dezelfde waarschuwing weergegeven.
4.3.12 Het programma starten 1. Druk op de start/pauze-knop om het programma te starten. 2. Het programmaverlooplampje dat het opstarten van het programma weergeeft, begint te branden. C Als er geen programma wordt gestart of er binnen 10 minuten tijdens het programmakeuzeproces niet op een knop wordt gedrukt, zullen de lampjes op het display uitgaan. De lampjes op het display gaan weer aan als de programmakeuzeknop wordt gedraaid of er op een knop wordt gedrukt. 4.3.
Wasgoed toevoegen en verwijderen 1. Druk op de start/pauze-knop om de machine te pauzeren. Het lampje van het relevante programma, waarin de machine zich bevond toen deze in de pauzestand werd gezet, zal knipperen. 2. Wacht tot de laaddeur geopend kan worden. 3. Open de laaddeur en voeg wasgoed toe of neem wasgoed uit. 4. Sluit de laaddeur. 5. Wijzig, indien nodig, de hulpfuncties, temperatuur en centrifugeersnelheidsinstellingen. 6. Druk op de start/pauze-knop om het programma te starten. 4.3.
4.4 Onderhoud en reiniging De levensduur van uw product wordt verlengd en regelmatig voorkomende problemen worden verminderd als deze regelmatig wordt gereinigd. 4.4.1 Schoonmaken van de wasmiddellade 1 2. 3. Reinig het wasmiddelbakje regelmatig (om de 4-5 wascycli) zoals hieronder wordt aangegeven, om de ophoping van poederwasmiddel op langere termijn te voorkomen. Til voor verwijdering het achtergedeelte van de sifon op, zoals afgebeeld.
4.4.5 Resterend water wegpompen en de pompfilter reinigen Het filtersysteem in uw machine verhindert dat stukken zoals knopen, munten en stofvezels de pomprotor verstoppen tijdens het wegpompen van het water. Zo zal het water zonder problemen weglopen en zal de levensduur van de pomp verlengen. Indien de machine het water niet kan wegpompen, is de pompfilter verstopt. Het filter dient gereinigd te worden als het verstopt is of minimaal om de 3 maanden.
5 Probleemoplossing Probleem Reden Programma start niet na het sluiten Knop voor Start / pauze / annuleren is niet ingedrukt. Bij teveel laden kan het sluiten van de laaddeur van de deur. moeilijk gaan. Programma kan niet worden De wasmachine is overgeschakeld naar gestart of geselecteerd. de zelfbeschermingsmodus vanwege een voedingsprobleem (stroomvoltage, waterdruk, enz.). Water in de machine. De machine schakelt naar de stand-by nadat het programma start of als hij geen water inneemt..
Probleem Wassen duurt langer dan aangegeven in de handleiding.(*) Reden Waterdruk is laag. Spanning kan laag zijn. Temperatuur van het toevoerwater kan laag zijn. Aantal spoelingen en/of spoelwater kan toegenomen zijn. Er kan overmatig schuimvorming hebben plaatsgevonden en het automatische schuimabsorptiesysteem kan ingeschakeld zijn door het gebruik van te veel wasmiddel. Programmatijd loopt niet terug. (Op Tijdschakelaar stopt tijdens toevoer van water.
Probleem Wasresultaat is slecht: Vlekken verdwijnen niet of de was is niet wit. (**) Reden Er is onvoldoende hoeveelheid wasmiddel gebruikt. De machine is geladen met te veel wasgoed. Verkeerde programma en temperatuur waren geselecteerd. Er is verkeerd soort wasmiddel gebruikt. Er is te veel wasmiddel gebruikt. Wasresultaat is slecht: Vettige vlekken verschijnen op het wasgoed. (**) De trommel is niet regelmatig gereinigd. Wasresultaat is slecht: Kleding ruikt onaangenaam.
Probleem Wasmiddelresten in de wasmiddellade. (**) Reden Wasmiddel is in een natte lade gedaan. Wasmiddel is vochtig geworden. Waterdruk is laag. Het wasmiddel in het hoofdwasvak is nat geworden tijdens de waterinname voor de voorwas. Gaten van het wasmiddelvak zijn geblokkeerd. Er is een probleem met de wasmiddelladekleppen. Wasmiddel kan gemengd zijn met de wasverzachter. De trommel is niet regelmatig gereinigd. Oplossing • Droog de wasmiddellade voor er wasmiddel in te doen.
www.beko.