Operation Manual

NL
11
5 Gebruik van uw koelkast
De werkingstemperatuur instellen
Warm
Cold
De werkingstemperatuur wordt
geregeld via de temperatuursturing.
1 = Laagste koelinstelling (Warmste
instelling)
MAX = hoogste koelstand (koudste
instelling)
Kies een stand overeenkomstig de
gewenste temperatuur.
De binnentemperatuur hangt ook af van de
omgevingstemperatuur, hoe vaak de deur
geopend wordt en de hoeveelheid voedsel
die in de koelkast bewaard wordt.
Wanneer u de deur vaak opent stijgt de
temperatuur in de koelkast.
Het is daarom raadzaam om de deur na elk
gebruik zo snel mogelijk te sluiten.
De normale bewaartemperatuur van uw
apparaat moet -18 °C(0 °F) bedragen.
U kunt lagere temperaturen krijgen door
de thermostaatknop in richting MAX te
draaien.
Wij raden aan de temperatuur met een
nauwkeurige thermometer te controleren
zodat u zeker weet dat in de gewenste
temperatuur in de bewaarvakken wordt
gehandhaafd. Lees de temperatuur van
de thermometer onmiddellijk af. Deze stijg
namelijk snel wanneer u de thermometer
weer uit de vriezer haalt.