Operation Manual

31
Antwoordapparaat
Berichten doorsturen
Uw antwoordapparaat kan alle binnenkomende
berichten automatisch naar een ander telefoon-
nummer doorsturen. Activeer functie 55, be-
richten doorsturen. Voer het telefoonnummer
in waarnaar de berichten moeten worden door-
gegeven. U kunt zelf bepalen hoeveel berichten
in één keer moeten worden doorgegeven. Uw fax
wacht tot het door u ingestelde aantal berichten is
opgenomen en kiest vervolgens automatisch het
gewenste telefoonnummer. Nadat de verbinding
tot stand is gekomen, is er een tekst te horen die
aankondigt dat er berichten worden doorgege-
ven. De abonnee naar wie de berichten worden
doorgezonden, moet dan nog een toegangscode
invoeren (zie functie 52).
Als de juiste code niet binnen 40 seconden wordt
ingevoerd of als er driemaal een foutieve code
wordt ingevoerd, wordt de verbinding verbroken.
1 Als het antwoordapparaat is uitgeschakeld, zet
u het met ON/OFF aan. Het symbool b
verschijnt in de display van de fax.
2 Selecteer functie 55 door op uw fax achtereen-
volgens M, 55 en OK in te drukken.
3 Maak uw keuze met u gespr.
doorv.: aan en bevestig met OK.
4 Voer het telefoonnummer in waarnaar uw be-
richten moeten worden doorgestuurd en druk
op OK.
5 Voer met u in hoeveel berichten u in een
keer wilt laten doorsturen.
6 Druk op OK, om een nieuwe meldtekst op te
nemen.*
7 Druk op REC. Wacht op de bevestigingstoon
voordat u begint te spreken. Bijvoorbeeld:
“Goedendag, er zijn berichten voor mevrouw
van Org binnengekomen. Wees zo vriendelijk
uw code in te voeren.” Blijf op ongeveer 20
cm van uw faxtoestel en begin nu uw meld-
tekst in te spreken. Een zwarte balk in het dis-
play geeft aan in hoeverre het beschikbare ge-
heugen gevuld is.
8 Indien u gereed bent met uw tekst, drukt u op
STOP. De meldtekst wordt weergegeven.
9 De fax is nu op stand-by geschakeld.
* indien u reeds een tekst heeft
opgenomen
a Druk op OK.
b Kies met u. Indien u een nieuwe tekst op
wilt nemen, selecteert u bericht opn.:
JA. Wilt u de oude opnieuw gebruiken, dan
kiest u bericht opn.: NEe. Ter bevesti-
ging drukt u op OK.
c Voor het verdere verloop wordt verwezen
naar de beschrijving onder 7 hierboven (in-
dien nieuwe tekst).
Gesprek opnemen
U kunt met uw faxapparaat ook een telefoonge-
sprek opnemen.
1 Druk daartoe tijdens het telefoongesprek op
REC.
2 Om de opname te beëindigen, legt u de hoorn
op de haak of drukt u op STOP op de fax.
3 De opname kan als een bericht worden afge-
luisterd en gewist.
Een gesprek dat in de handfree-modus (via
de luidspreker) wordt gevoerd kan niet wor-
den opgenomen.
VIP-Code
Bellen ondanks ingeschakeld
antwoordapparaat
Personen aan wie u de code meedeelt, kunnen uw
apparaat laten overgaan, nadat het antwoordap-
paraat het gesprek heeft overgenomen. Dit is met
name belangrijk wanneer u in functie 31 of 32
beide belsignalen op 0 hebt geschakeld.
1 Druk op M, 53 en vervolgens op OK en
voer uw code in (bestaande uit 4 cijfers). Be-
vestig met OK.
2 Bedenk dat deze code niet gelijk mag zijn aan
de toegangscode (functie 52).
Memo
Externe memo
U kunt een tekst opnemen. Degene die opbelt
hoort deze tekst, maar kan zelf geen boodschap
achterlaten. Wilt u van deze functie gebruik ma-
ken dan moet het antwoordapparaat uitgescha-
keld zijn.