Operation Manual
13
¾ Doorlopend groene lampje geeft aan dat de stroom is
ingeschakeld.
3. Toetsenbord
4. Ingebouwde microfoon
5. Luidspreker
6. Touchpadknoppen
7. Touchpad
Vooraanzicht
1. LED-indicator status
Indicators systeem- en voedingsstatus
LED grafisch
symbool
Betekenis
Het groene lampje geeft aan dat het systeem AAN is.
Een knipperend groen lampje geeft aan dat de
notebook in stand-by is.
Het groene lampje geeft aan dat het WLAN actief is.
Om de WLAN-functie in te
schakelen, raden wij u aan eerst de sneltoets Fn+F10 (de
WLAN-LED zal oplichten) te gebruiken voordat u het WLAN-
stuurprogramma installeert.
Een knipperend oranje lampje geeft aan dat de batterij
wordt opgeladen.
Een knipperend rood lampje geeft aan dat het
batterijvermogen laag is wanneer het systeem AAN is.
Een stabile groen lampje geeft aan dat de batterij
volledig is opgeladen.
Een groen lampje geeft aan dat de harde schijf en/of
optisch apparaat wordt gebruikt.
2. LCD-grendel










