Operation Manual

54
Controleer of alle stuurprogramma's goed zijn geïnstalleerd.
Zonder een goede installatie van het audiostuurprogramma,
zullen de luidsprekers en de microfoon niet werken.
Als externe apparaten, zoals een USB-camera, scanner of
printer, niet goed zijn aangesloten op het systeem, ligt het
probleem meestal bij het apparaat zelf. Neem eerst contact op
met de fabrikant van het apparaat.
Sommige softwareprogramma's, die geen strenge codering en
testen hebben ondergaan, kunnen problemen veroorzaken
tijdens uw routine gebruik. Neem contact op met de
softwareverkoper om het probleem op te lossen.
Legacy randapparatuur zijn niet plug-and-play-compatibel. U
moet het systeem opnieuw opstarten wanneer deze apparaten
zijn ingeschakeld en aangesloten.
Ga naar BIOS SETUP en open DEFAULT SETTING
(standaardinstellingen) na de BIOS re-flash.
Controleer of de sneltoetsbeveiligingsschakelaar onder aan de
computer niet is geactiveerd, anders werken de sneltoetsen
niet.
Audioproblemen
Geen geluid uit luidsprekers -
De volumeregeling van de software wordt verlaagt in het
Microsoft geluidssysteem of wordt onderdrukt. Dubbelklik op
het luidsprekerpictogram rechtsonder in de taakbalk om te
kijken of de luidspreker is onderdrukt of heel zacht is ingesteld.
De meeste audioproblemen zijn softwaregerelateerd. Als uw
computer voorheen wel goed werkte, zijn de kansen groot dat
de software niet goed is ingesteld.
Ga naar [Start > Settings (Instellingen) > Control Panel
(Configuratiescherm)] en dubbelklik op het pictogram Sounds
and Audio Devices (Geluid en audioapparatuur). Op de pagina
Audio moet u controleren of de audio codec die wordt
weergegeven in de specificatie het standaard afspeelapparaat
is.
Geluid kan niet worden opgenomen -
U moet een externe microfoon aansluiten op de
microfoonconnector om geluiden te kunnen opnemen .
Dubbelklik op het luidsprekerpictogram rechtsonder op de