Operation Manual

Hoofdstuk
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
13
13
1. LED voor Voeding/Gereed
Geeft aan dat de router gevoed wordt.
UIT De router is UITgeschakeld
AAN De router staat AAN
2. Draadloos: Draadloos Netwerk
UIT Het draadloze netwerk is
UITgeschakeld
Groen Het draadloze netwerk is gereed
Knipperende LED Er is sprake van draadloze activiteit
3. Internet-LED
Deze LED licht GROEN op wanneer uw modem op
de juiste wijze op de router is aangesloten. De LED
knippert snel achterelkaar wanneer via de poort tussen
de router en de modem informatie wordt verstuurd.
UIT Geen verbinding met het modem
Groen - brandt
continu
Goede verbinding met het modem
Groen knipperlicht Er vindt gegevensoverdracht plaats
tussen de router en het modem
4. LEDs voor LAN-poortstatus
Deze LED’s zijn genummerd van 1 tot 4 en deze nummering
correspondeert met de nummering van de poorten aan de
achterkant van de router. Wanneer een computer correct wordt
aangesloten op één van de LAN-poorten aan de achterkant
van de router, dan zal de LED gaan branden. GROEN betekent
dat een 10Base-T-apparaat is aangesloten en AMBERGEEL
dat een 100Base-T-apparaat is aangesloten. Wanneer via de
poort informatie wordt verzonden, dan knippert de LED snel.
UIT Er is geen apparaat op
de poort aangesloten
Groen knipperlicht Er is een 10Base-T- of 100Base-
Tx-apparaat verbonden met het
netwerk
Kennismaken met uw router