Operation Manual

Hoofdstuk
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
54
54
Gebruik maken van de Accesspoint-modus
Opmerking: Deze geavanceerde functie mag uitsluitend door
ervaren gebruikers worden toegepast. De router kan ook zodanig
worden geconfigureerd dat hij als draadloos accesspoint fungeert.
In deze modus is het gebruik van de functie “NAT IP-sharing” en de
DHCP-server niet mogelijk. In AP-modus, dient de router te worden
geconfigureerd met een IP-adres dat zich in hetzelfde subnet bevindt
als de rest van het netwerk waarmee u verbinding maakt. Het
standaard IP-adres is 192.168.2.254 en het standaard subnetmasker
is 255.255.255.0. Deze kunnen naar behoefte worden aangepast.
1. Activeer de accesspoint-modus door Enable (Aanzetten)
te selecteren op de pagina Use as Access Point
only (Alleen gebruiken als accesspoint). Als u deze
optie kiest kunt u de IP-instellingen veranderen.
2. Stel uw IP-instellingen in overeenstemming met uw netwerk
in. Klik op Apply Changes (Wijzigingen toepassen).
3. Sluit een kabel aan vanaf de WAN-poort op de
router naar uw bestaande netwerk.
De router fungeert nu als accesspoint. Om de geavanceerde
gebruikersinterface van de router opnieuw te openen, typt u
het door u gespecificeerde IP-adres in in de navigatiebalk van
uw browser. De encryptie-instellingen, Mac-adressenfiltering,
SSID en het kanaal kunt u normaal instellen.
Gebruik maken van de geavanceerde
web-gebruikersinterface