Operation Manual

43
Draadloze N+ modem-router
HOOFDSTUKInhoud 1 2 3 4 5 7 8 9 106
GEBRUIKMAKEN VAN DE GEAVANCEERDE WEBINTERFACE
een draadloos netwerk uitgeschakeld. Om beveiliging mogelijk te maken
moet u eerst bepalen welke standaardinstelling u wilt gebruiken. Als u de
beveiligingsinstellingen wilt wijzigen, klikt u op “Security" (Beveiliging) op
het tabblad "Wireless" (Draadloos).
Gebruikmaken van Wi-Fi Protected Setup
WPS maakt gebruik van WPA2 (beschreven op pagina 44) voor encryptie.
WPS biedt geen extra veiligheid, maar standaardiseert de methode voor
het beveiligen van uw draadloze netwerk. U kunt Push Button Configuration
(PBC ofwel configuratie via drukknop) of de methode met een pincode
gebruiken om een apparaat toegang te verlenen tot uw draadloze netwerk.
De twee methoden werken als volgt:
Configuratie via drukknop: Eerst start u de WPS PBC-procedure op het
cliëntapparaat. Raadpleeg de documentatie van de cliënt voor meer
informatie. Druk vervolgens binnen twee minuten op de WPS-knop (op de
voorkant van de router) en houd deze knop twee seconden ingedrukt. Door
het indrukken van de PBC-knop wordt WPS automatisch geactiveerd. De
cliënt is nu op een veilige manier toegevoegd aan uw draadloze netwerk.
Pincode: Het cliëntapparaat heeft een pincode die bestaat uit acht cijfers
en die gekoppeld is aan WPS. Activeer WPS via het scherm dat hieronder
staat afgebeeld. Voer de pincode van de cliënt in in het interne register van
de router (toegang via dit scherm). De cliënt wordt binnen twee minuten
automatisch opgenomen in uw draadloze netwerk.
Protected Mode (Beveiligde modus)
Protected Mode (Beveiligde modus) zorgt voor een goede werking van
de N1, draft 802.11n-apparaten binnen uw draadloze netwerk wanneer
er ook 802.11g- of 802.11b-apparaten aanwezig zijn of wanneer er in de
omgeving sprake is van veel 802.11g- of 802.11b-verkeer. Gebruik Protected
Mode (Beveiligde modus) als uw netwerk bestaat uit een combinatie van
draadloze N1-kaarten van Belkin en 802.11g- of 802.11b-kaarten. Als u zich
in een omgeving bevindt met weinig of geen ander draadloos 802.11g- of
802.11b-netwerkverkeer, dan krijgt u met uw draadloze N1-producten het
beste resultaat als u Protected Mode (Beveiligde modus) uitschakelt. Als er
daarentegen VEEL 802.11g- of 802.11b-verkeer of interferentie is, dan krijgt
u de beste prestaties als u Protected Mode (Beveiligde modus) inschakelt.
Zo voorkomt u dat de prestaties van uw draadloze N1-apparatuur niet
afnemen.
802.11e/WMM (Wi-Fi
®
Multimedia) QoS
WMM is gebaseerd op 802.11e QoS (Quality of Service) en geeft voorrang
aan belangrijke data op uw netwerk, zoals multimediamateriaal en voice-
over-IP (VoIP), om storing van deze data door andere data in uw netwerk
te voorkomen. U bereikt met deze functie de beste prestaties als andere
draadloze apparaten (Wi-Fi-telefoons en draadloze laptops bijvoorbeeld)
eveneens WMM ondersteunen.
De beveiligingsinstellingen van het draadloze netwerk wijzigen
Uw modem-router is uitgerust met de nieuwste beveiligingsstandaard
genaamd Wi-Fi Protected Access™ 2 (WPA2™) en de oudere
beveiligingsstandaard Wired Equivalent Privacy (WEP). Uw router
ondersteunt tevens Wi-Fi Protected Setup (WPS), wat het opzetten van
een draadloos netwerk vereenvoudigt. WPS gebruikt bekende methoden,
zoals het invoeren van een pincode of het drukken op een knop, om
gebruikers in staat te stellen automatisch netwerknamen, sterke WPA-/
WPA2-encryptie en verificatie in te stellen. Normaal is de beveiliging van