User manual

61
6.5.3 Programmeren van de terminal adresse
De terminal adressen zijn al voorgeprogrammeerd met adres 1 (VTA 1), adres 2 (VTA2) en adres 3
(VTA3), wat noodzakelijk is voor het correct functioneren van het systeem. Het programmeren is
nodig indien de adressen abusievelijk worden gewijzigd tijdens installatie. Iedere extra parallel
verbonden terminal moet hetzelfde adres hebben als de hoofdterminal.
Stap 1
Centrale eenheid
SCU
PROG
Lang drukken op PROG. De rode LED gaat aan.
Stap 5
Stap 3
Stap 4
Om het BELVOLUME in te stellen, kort drukken op Elk
volumeniveau, van 1 tot 7, wordt ten gehore gebracht met
verhoogde intensiteit van de geselecteerde beltoon.
BEEP
Het maximum niveau wordt aangegeven met 2 x [ ]. Bij de
volgende druk keert het volume terug naar niveau 1.
De laastste configuratie blijft ingesteld indien niet
opnieuw wordt ingedrukt voor 3 sec.
Om de BELDUUR in te stellen, kort drukken op :
e BEEP
1 korte druk op 1 x [ ] = de terminal zal één keer bellen
met de geselecteerde beltoon.
e BEEP
2 korte druk op 2 x [ ] = de terminal zal twee keer bellen
met de geselecteerde beltoon .
e BEEP
3 korte druk op 3 x [ ] = de terminal zal 3 keer bellen
met de geselecteerde beltoon.
e BEEEEP
4 korte druk op 1 x [ ] = de terminal zal 1 min. bellen
met de geselecteerde beltoon.
De laatste configuratie blijft ingesteld indien niet
opnieuw wordt ingedrukt voor 3 sec.
BEL INSTELLINGEN:
Terminal in stand-by
1. BELTOON
2. BELDUUR
3. BELVOLUME
(voor zowel oproep van
het buitenpaneel en
intercom)
Stap 1
BEEEEP
Gelijktijdig lang indrukken van en [ ].
De terminal gaat in de instellingsmodus. U heeft 2 min. om
alle 3 de parameters in te stellen, ongeacht de volgorde die
u kiest. We raden de volgende volgorde aan.
Stap 2
Terminal
VTA
Stap 2
Om de BELTOON in te stellen, kort drukken op :
e
1 korte druk op De terminal speelt de 1e beltoon.
e
2 korte druk op De terminal spelt de 2e beltoon.
e
3 korte druk op De terminal spelt de 3e beltoon enzovoorts
tot alle 5 beschikbare beltonen . De laatst gespeelde beltoon blijft
ingesteld indien niet opnieuw wordt ingedrukt voor 3 sec.
Druk op één van de toetsen , , om de instellingsmodus
te verlaten. Anders zal deze automatisch afsluiten na 7 sec. na
de laatste handeling.
BEEEEP
Iedere fout gedurende het programmeren wordt aangegeven met [ ]. De procedure moet worden herhaald vanaf Stap 2.
Stap 3
PROG
Druk op PROG. De rode LED gaat uit.
BEEEEP
Lang drukken op [ ]. De terminal gaat in programmeermodus.
BEEP
Voor terminal adres 1 - 1 korte druk op 1 x [ ] .
BEEP
Voor terminal adres 2 - 2 korte druk op 2 x [ ] .
BEEP
Voor terminal adres 3 - 3 korte druk op 3 x [ ] .
Centrale eenheid
SCU