Manual

12/ 2021
BENNING ST 725
69
- Afhankelijk van de positie van de buitengeleider (rechts of links) van het randaardecontact-
doos worden de spanningspotentialen tussen de aansluitklemmen L, N en PE gedurende
ca. 3 seconden in het display weergegeven.
of
- Indien de spanningspotentialen binnen de navolgende grenswaarden liggen, verschijnt er
een naast de LN-, LE- en NE-symbolen.
LN 195 V - 253 V LN 195 V - 253 V
LE 195 V - 253 V of LE < 30 V
NE < 30 V NE 195 V - 253 V
Alleen de spanningspotentialen tussen de afzonderlijke aansluitingen L, N en
PE worden gemeten. De meting geeft geen uitsluitsel over de vakkundige in-
stallatie van de veiligheidswandcontactdoos. Er volgt geen waarschuwing bij
een gevaarlijke aanraakspanning van de PE-geleider!
De BENNING ST 725 mag niet blijvend op de netspanning worden aangesloten.
- Na 3 seconden schakelt de BENNING ST 725 automatisch terug naar de standby-modus.
Zie g. 3: Spanningsmeting aan externe veiligheidswandcontactdoos
8.4 Testverloop
De BENNING ST 725 voert elektrische veiligheidscontroles volgens EN 50678 en EN 50699
uit. Uitvoerige informatie over de tests en grenswaarden vindt u in de actuele versie van de
betreffende normen.
De BENNING ST 725 controleert automatisch het type van het aangesloten testobject en waar-
schuwt de gebruiker in het geval van een verkeerd geselecteerd testproces [
2
...
3
].
Opmerking:
- De BENNING ST 725 kan testen bij batterijtoepassing en bij netstroomtoepassing met aan-
sluiting van de 230 V netspanning uitvoeren. In batterijtoepassing dient erop te worden gelet,
dat de meting van de lek- en aanraakstroom in het vervangende lekstroom principe wordt uitge-
voerd. Dit principe is geschikt voor testobjecten, die geen netspanningafhanke lijke schakelele-
menten (bijv. netvoedingen) bevatten.
- Als de interne opbouw van het testobject niet bekend is of indien het testobject netspan-
ningsafhankelijke schakelelementen bevat, dient de testen in nettoepassing met aansluiting van
de 230 V netspanning te worden uitgevoerd. Zodra de BENNING ST 725 via de bus
K
van
netspanning wordt voorzien, vindt de meting van de lek-/ aanraakstroom automatisch plaats via
het verschilstroom-/directe meetprincipe terwijl het testobject onder bedrijfsom standigheden is.
- De testspanning voor de isolatieweerstandsmeting is volgens de norm op 500 VDC ingesteld.
Voor testobjecten met geïntegreerde overspanningaeiders en voor elektronische appara ten,
waarbij bezwaren bestaan tegen een testspanning van 500 V
DC
, kan de testspanning via de
toets
5
op 250 V
DC
worden verlaagd.
9. Controle van elektrische apparaten/bedrijfsmiddelen volgens EN 50678 en EN 50699
Vóór het begin van de test dient het testobject aan een visuele controle te wor-
den onderworpen. Bij eventuele beschadigingen moet de test worden stopge-
zet.
9.1 Testen van apparaten van beschermklasse I
Testen van apparaten met aardegeleider en aanraakbare geleidende onderdelen die op de aar-
degeleider zijn aangesloten.
- Het testobject moet op het testcontact
1
van de BENNING ST 725 worden aangesloten.
- Steek de 4 mm-veiligheidsstekker van de testleiding met krokodilklem in het 4 mm-veilig-
heidscontact
9
en breng een verbinding met een metalen onderdeel van het testobject tot
stand.
- Voor nettoepassing (lekstroom in verschilprincipe, testobject in werking!) stekker van de
netaansluitkabel in bus
K
en stekker met randaarde in een beveiligd geaard randaardecon-
tactdoos (230 V, 50 Hz, 16 A) steken.