Manual

12/ 2021
BENNING ST 725
73
BENNING ST 725 in nettoepassing:
- De BENNING ST 725 onderbreekt het testverloop na de R
ISO
-meting en verzoekt de gebrui-
ker door een knipperende melding „I
LEAK
“ om de 230 V netspanning op het teststopcontact
1
te schakelen. Overtuigt u er zich in ieder geval van, dat het testobject beveiligd is en druk
op de toets
4
om de aanraakstroom I
LEAK
(direct principe) te meten.
- Het meten van de aanraakstroom volgens het directe principe start alleen wanneer de cor-
recte netspanning aanwezig is.
Stap 1 van 2:
- Na een meettijd van 5 seconden of door een hernieuwd indrukken van de toets
4
wordt het
net omgepoold en de aanraakstroom wordt met omgepoolde netspanning („L/N“ – „N/L“)
gemeten. De hoogste meetwaarde van beide metingen wordt weergegeven.
Stap 2 van 2:
- Indien de aanraakstroom lager is dan de toegestane grenswaarde, verschijnt een naast
het I
LEAK
-symbool.
- De totale test geldt als geslaagd, wanneer het symbool „PASS“ in het display verschijnt.
alternatief:
BENNING ST 725 in batterijtoepassing (zonder netvoeding):
- Tevens verschijnt een naast het IEA-symbool, indien de aanraakstroom IEA (vervan-
gend lekstroom principe) kleiner dan de toegestane grenswaarde is.
- De test is succesvol afgesloten, als de melding ‘PASS’ op het display verschijnt.
Zie g. 5: Testen van apparaten van beschermklasse II (apparaten met randaarding zon-
der aardegeleider en met aanraakbare geleidende onderdelen) resp. testen
van apparaten van beschermklasse III (veiligheidslaagspanning)
Aanwijzing voor het meten van de aanraakstroom in nettoepassing:
- Bij de aanraakstroommeting volgens het directe meetprincipe mag geen enkel gedeelte van
het testobject een verbinding met het aardpotentiaal hebben. Het testobject dient geïsoleerd
te worden geplaatst. Anders zouden er aeidingsstromen naar de aarde toe het meetresul-
taat beïnvloeden.
- Het meten van de aanraakstroom I
LEAK
kan alternatief ook als continue meting (max. 2 x 5
minuten) worden uitgevoerd. Druk hiervoor de toets
4
gedurende ca. > 5 seconden om de
continue meting te starten. Na 5 minuten vindt het ompolen van de netspanning („L/N“ –
„N/L“) automatisch plaats. Door vroeger op de toets
4
te drukken kan het ompolen van de
netspanning manueel worden uitgevoerd resp. de meting door nogmaals op de toets
4
te
drukken worden beëindigd.
Merk op dat de BENNING ST 725 niet voorzien is om herhaalde duurmetingen met hoge be-
lastingsstroom uit te voeren. Als de toegelaten interne bedrijfstemperatuur wordt overschre-
den, verschijnt het symbool „StOP“ en „hot“ op het display. In dit geval moet de BENNING
ST 725 van het net worden losgekoppeld en kan hij na een voldoende afkoelfase opnieuw
worden gebruikt.
Opmerking bij de meting van de isolatieweerstand bij testobjecten van beschermklasse III:
- Op basis van de vooringestelde grenswaarde van 2 voor testobjecten van bescherm-
klasse II dient men er bij het testen van testobjecten van beschermklasse III rekening mee te
houden dat meetwaarden tussen de grenswaarden 2 MΩ (VK II) en 0,25 MΩ (VK III) met een
naast het R
ISO
-symbool worden weergegeven. In dat geval dient de meetwaarde door de
bevoegde persoon te worden beoordeeld.
9.3 Leidingtest
De leidingtest kan worden gebruikt voor het testen van netvoedingskabels (aansluitsnoer met
koppeling voor apparaten) alsmede voor het testen van kabelhaspels, verdeeldozen en ver-