Operation Manual

09/ 2013
BENNING MM 1
57
7.6 Doorgangstest
De ingebouwde zoemer geeft een akoestisch signaal bij een weerstand < 20 .
8. Meten met de BENNING MM 1
8.1 Voorbereiden van metingen.
- Gebruik en bewaar de BENNING MM 1 uitsluitend bij de aangegeven werk-
en opslagtemperaturen. Niet blootstellen aan direkt zonlicht.
- Controleer de gegevens op de veiligheidsmeetsnoeren ten aanzien van
no minale spanning en stroom. Origineel met de BENNING MM 1 mee ge le-
verde snoersets voldoen aan de te stellen eisen.
- Controleer de isolatie van de veiligheidsmeetsnoeren. Beschadigde meet-
snoeren direkt verwijderen.
- Veiligheidsmeetsnoeren testen op correcte doorgang. Indien de ader in het
snoer onderbroken is, het meetsnoer direkt verwijderen.
- Voor dat met de draaischakelaar een andere functie gekozen wordt, dienen
de meetsnoeren van het meetpunt te worden afgenomen.
- Storingsbronnen in de omgeving van de BENNING MM 1 kunnen leiden tot
instabiele aanduiding en/ of meetfouten.
8.2 Spanningsmeting
Let op de maxinale spanning t.o.v. aarde.
Gevaarlijke spanning!
De hoogste spanning die aan de contactbussen
- COM-bus 6, zwart
- bus voor V, Ω, µA, 5, rood
van de multimeter BENNING MM 1 ligt t.o.v. aarde, mag maximaal 600 V
bedragen.
8.2.1 Spanningsmeting
- Kies met de draaiknop 4 de gewenste te meten spanningssoorte
- Eventueel met "Range-toets" het gewenste spanningsbereik instellen.
- Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus 6 van
de BENNING MM 1.
- Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω, µA 5 van
de BENNING MM 1.
- Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpun-
ten van het circuit en lees de gemeten waarde af in het display van de
BENNING MM 1.
Zie fig. 2: meten van gelijkspaning.
Zie fig. 3: meten van wisselspanning.
8.3 Gelijkstroommeting
- Kies met de draaiknop 4 de gewenste instelling (µA) .
- Eventueel met "Range-toets" het gewenste bereik instellen.
- Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus 6 van
de BENNING MM 1.
- Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω, µA 5 van
de BENNING MM 1.
- Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpun-
ten van het circuit en lees de gemeten waarde af in het display van de
BENNING MM 1.
Zie fig.4: meten van gelijkstroom.
8.4 Weerstandsmeting
- Kies met de draaiknop 4 de gewenste instelling ()
- Eventueel met "Range-toets" het gewenste spanningsbereik instellen.
- Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus 6 van
de BENNING MM 1.
- Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω, µA, 5 van
de BENNING MM 1.
- Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpun-
ten van het circuit en lees de gemeten waarde af in het display van de
BENNING MM 1.
Zie fig. 5: weerstandsmeting
8.5 Doorgangstest met akoestisch signaal
- Kies met de draaiknop 4 de gewenste instelling , .
- Stel met de "Range-toets" de gewenste functie in (buzzer)
- Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus 6 van
de BENNING MM 1.
- Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω, µA 5 van