CP120 Digitale projector Commuter-serie Gebruikershandleiding Welkom
Copyright Copyright 2005 BenQ Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd, verzonden, opgeslagen in een zoeksysteem of vertaald in een andere taal of computertaal, onder geen enkele vorm en op geen enkele wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, magnetisch, optisch, chemisch, handmatig of op andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BenQ Corporation.
. BEËINDIGING Onverminderd alle statutaire en overige rechten mag BenQ deze overeenkomst beëindigen indien u de bepalingen en voorwaarden ervan niet nakomt. In dat geval dient u alle exemplaren en alle componenten van het SOFTWAREPRODUCT te vernietigen. 4.
Inhoudsopgave Belangrijke veiligheidsinstructies ...........................1 Inleiding...................................................................5 Kenmerken van de projector ......................................... 5 Inhoud van de verpakking .............................................. 6 Optionele accessoires ...............................................................................6 Buitenkant van de projector ........................................... 7 Voorzijde/bovenzijde ............
Het beeld automatisch aanpassen ................................25 Het beeldformaat en de helderheid fijnafstemmen .....26 Keystone (Trapezium) corrigeren ................................26 Handmatige trapeziumfoutcorrectie .................................................... 26 Automatische trapeziumfoutcorrectie .................................................. 27 Toepassingsmodi selecteren .........................................27 Schakelen tussen ingangssignalen ................................
Projectorspecificaties .................................................... 56 Afmetingen ................................................................... 57 Timing-diagram ........................................................... 57 Ondersteunde timing voor PC-ingang .................................................57 Ondersteunde timing voor Component-YPbPr-ingang ......................58 Ondersteunde timing voor video- en S-Video-ingang ........................58 Garantie ..........................
vi Inhoudsopgave
Belangrijke veiligheidsinstructies De BenQ-projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor IT-apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze handleiding en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen. Let op • • • • Open de behuizing niet, om het risico van elektrische schokken te voorkomen. In het station bevinden zich geen onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden.
Veiligheidsinstructies 1. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat de projector ongeveer 45 minuten afkoelen voordat u de lamp vervangt. 2. Gebruik de lamp niet langer dan de voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen breken. 3. Zorg dat de stekker van de projector uit het stopcontact is verwijderd voordat u de lamp of elektronische onderdelen vervangt. 4. Plaats dit product nooit op een onstabiele ondergrond.
Veiligheidsinstructies (vervolg) 7. Plaats de projector niet in de volgende 8. Blokkeer het ventilatierooster niet. - Plaats het apparaat niet op een laken, ruimtes: beddengoed of andere zachte materialen. - Bedek het apparaat niet met een doek of andere voorwerpen. - Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector. - Slecht geventileerde of gesloten ruimtes. Zorg dat de projector ten minste 50 cm van de muur staat en laat voldoende ruimte vrij rondom de projector.
Veiligheidsinstructies (vervolg) 11. 4 12. Plaats geen voorwerpen voor de projectielens als de projector wordt gebruikt. De voorwerpen kunnen heet worden en daardoor vervormd raken of er kan brand ontstaan. Druk op BLANK (Onderdrukken) op de projector of op de afstandsbediening om de lamp tijdelijk uit te schakelen. Belangrijke veiligheidsinstructies Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. Als er vloeistof in de projector wordt gemorst, werkt deze mogelijk niet meer.
Inleiding Kenmerken van de projector De projector combineert krachtige optische projectiemogelijkheden met een gebruikersvriendelijk ontwerp dat betrouwbaarheid en gebruiksgemak garandeert. De projector heeft de volgende kenmerken: • Draadloze connectiviteit Door de draadloze connectiviteit van de projector kunnen maar liefst 10 computers het apparaat delen zonder dat de kabels steeds opnieuw moeten worden aangesloten.
Inhoud van de verpakking Bij de projector worden de kabels geleverd die nodig zijn om het apparaat op een PC of op video-apparatuur aan te sluiten. Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier. De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die in de afbeeldingen.
Buitenkant van de projector Voorzijde/bovenzijde Extern bedieningspaneel (Zie pagina "Extern bedieningspaneel" op pagina 8 voor meer informatie.
Bedieningselementen en functies Extern bedieningspaneel 9 1 2 3 4 5 6 7 8 1. 2. 3. 4. 5. 8 10 11 12 13 Zoomring (zie "Het beeldformaat en de helderheid fijnafstemmen" op pagina 26 voor meer informatie.) Hiermee past u de grootte van het geprojecteerde beeld aan. Draai de ring rechtsom om het beeld te vergroten of linksom om het beeld te verkleinen. Waarschuwingslampje TEMPeratuur (zie "Lampjes" op pagina 52 voor meer informatie.) Knippert rood als de temperatuur van de projector te hoog wordt.
6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. /3 (zie "Keystone (Trapezium) corrigeren" op pagina 26 en "De menu's gebruiken" op pagina 39 voor meer informatie.) Druk op deze knop om het trapeziumeffect aan de bovenzijde van het beeld te corrigeren. Wanneer het schermmenu is geactiveerd, drukt u op deze knop om de selectiefocus naar links te verplaatsen of om wijzigingen aan te brengen.
Beschrijving van de afstandsbediening 1 8 9 2 10 11 3 4 12 13 5 3 6 7 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 10 14 15 Aan/uit (zie "Starten" op pagina 22 en "Afsluiten" op pagina 29 voor meer informatie.) Hiermee kunt u de projector aan- of uitzetten. Als de projector stand-by staat, drukt u één keer op deze knop om de projector aan te zetten. Als de projector aan staat, drukt u twee keer op deze knop om de projector stand-by te zetten.
8. Page Up/Down (Pagina omhoog/omlaag) Met de knoppen Page Up en Page Down (Pagina omhoog en omlaag) op de afstandsbediening kunt u een softwareprogramma op de PC bedienen dat reageert op scrollopdrachten (bijv. Microsoft PowerPoint). 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. Wireless (Draadloos) Druk op deze knop om het menu Draadloze verbinding weer te geven. Swap (Wijzigen) (zie "Draadloze presentaties maken" op pagina 32 voor meer informatie.
De batterij van de afstandsbediening plaatsen of vervangen 1. 2. 3. Verwijder de batterijhouder. Plaats de nieuwe batterij in de houder. De positieve pool van de batterij moet naar buiten wijzen. Duw de houder in de afstandsbediening. • Vermijd hoge temperaturen en vochtigheid. • Als de batterij niet op de juiste manier wordt vervangen, kan dit schade aan de afstandsbediening veroorzaken en kan wie in de buurt is lichamelijk letsel oplopen.
De projector plaatsen Een locatie kiezen De projector kan op de volgende twee manieren worden geïnstalleerd: 1. Op de vloer en voor het scherm, of 2. Op de vloer en achter het scherm. Welke installatie u het beste kunt gebruiken, is afhankelijk van de indeling van de ruimte en uw persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de nabijheid van een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur. I.
BELANGRIJK: selecteer geen permanente projectorpositie op basis van een 16:9-projectie als u op enig moment een andere ingang moet selecteren dan de composietvideo-ingang die 16:9-beeldsignalen ontvangt. Plaats de projector altijd op een stabiel, niet hellend oppervlak (bijv. op een tafel) en in een loodrechte positie (90°) ten opzichte van het midden van het scherm. Zo voorkomt u beeldvervorming die wordt veroorzaakt door de projectiehoek (of wanneer u op oppervlakken met hoeken projecteert).
De aanbevolen schermgrootte voor een bepaalde afstand bepalen Wanneer u een projector hebt aangeschaft, kunt u met deze methode bepalen welk scherm het meest geschikt is voor de ruimte waar u het apparaat gaat gebruiken. De maximale schermgrootte wordt natuurlijk ook bepaald door de afmetingen van die ruimte. 1. Meet de afstand tussen de projector en de plek waar u het scherm wilt installeren. Dit is de projectieafstand. 2.
Tabel met schermgrootten Minimale zoom Maximale zoom Scherm Midden van de lens Hoek Projectieafstand 4:3 schermdiagonaal 4:3 beeldverhouding in mm voet inch mm Breedte 4 48 5 6 60 72 7 8 84 96 9 108 10 120 12 144 15 180 18 216 25 300 1219 1500 1524 1829 2000 2134 2438 2500 2743 3000 3048 3500 3658 4000 4572 5000 5486 6000 7620 975 1200 1219 1463 1600 1707 1951 2000 2195 2400 2438 2800 2926 3200 3658 4000 4389 4800 6096 Afstand van scherm in mm Verticale Min. lengte Max.
Aansluitingen Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies: 1. 2. 3. Schakel alle apparatuur uit voordat u verbindingen maakt. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst. • Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden meegeleverd met de projector (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 6). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
Video-apparaten aansluiten In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de projector op een video-apparaat aansluit met behulp van videokabels. Voor videopresentaties verdient het aanbeveling videokabels te gebruiken. Met deze projector kunnen ook grafische "PC"-presentaties worden gedaan via een draadloze WLAN-verbinding. Een WLAN-verbinding wordt echter niet aanbevolen voor videopresentaties. Zie"De draadloze functies gebruiken" op pagina 29.
Een componentvideo-apparaat aansluiten Controleer op het video-apparaat of er ongebruikte componentvideo-uitgangen beschikbaar zijn: • • Zo ja, ga door met deze procedure. Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten. Sluit de projector als volgt aan op een componentvideo-apparaat: 1. Neem de (optionele) componentvideo-naar-VGA (D-Sub) adapterkabel en sluit het uiteinde met de 3 RCA-connectoren aan op de componentvideo-uitgangen van het video-apparaat.
Een S-Video-apparaat aansluiten Controleer of er op het video-apparaat een ongebruikte S-Video-uitgang beschikbaar is: • • Zo ja, ga door met deze procedure. Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten. Sluit de projector als volgt aan op een S-Video-apparaat: 1. Sluit het ene uiteinde van de (optionele) S-Video-kabel aan op de S-Video-uitgang van het video-apparaat. 2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de S-VIDEO-aansluiting van de projector.
Een composietvideo-apparaat aansluiten Controleer op het video-apparaat of er ongebruikte composietvideo-uitgangen beschikbaar zijn: • • Zo ja, ga door met deze procedure. Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten. Sluit de projector als volgt aan op een composietvideo-apparaat: 1. Sluit het ene uiteinde van de (optionele) videokabel aan op de composietvideouitgang van het video-apparaat. 2.
De projector gebruiken Starten 1. Sluit het netsnoer aan op de projector en stop de stekker in een stopcontact. Schakel het stopcontact in (indien nodig). Controleer of het POWER-lampje (aan/uit) op de projector oranje oplicht nadat de stroom is ingeschakeld. 2. Schuif de lenskap open. Als u dit niet doet, wordt deze mogelijk vervormd door de hitte. 3. Houd de aan/uit-knop op de afstandsbediening of de projector twee seconden ingedrukt om de projector te starten.
Als de functie Auto uit (zie "Auto uit (Uit)" op pagina 45 voor meer informatie) is geactiveerd en als er geen ingangssignaal wordt gedetecteerd na de onder Auto uit ingestelde tijd, wordt de projector automatisch uitgeschakeld. Onderaan in het dialoogvenster wordt ook de naam van de projector weergegeven, het kanaal en de actieve modus voor de draadloze verbinding. De standaardmodus is IEEE 802.11 b/g.
• Het wachtwoord wordt weergegeven op het scherm wanneer u het invoert. • BELANGRIJK: noteer het gekozen wachtwoord in deze handleiding, zodat u het altijd kunt terugvinden. Wachtwoord: __ __ __ __ Bewaar deze handleiding op een veilige plaats. 4. • • • Kies een van de onderstaande mogelijkheden: Druk op Auto om verder te gaan. Het wachtwoord is ingesteld zodra het bericht “Wachtwoordwijziging succesvol uitgevoerd” wordt weergegeven.
De hoogte aanpassen De projector heeft vooraan een handige snelversteller en achteraan een verstelvoetje. Met deze verstellers kunt u de hoogte van het beeld en de projectiehoek wijzigen. De projectorhoogte aanpassen: 1. Til de projector op en druk de knop van de versteller in om deze los te maken. De versteller glijdt omlaag en wordt in de juiste stand vergrendeld. Kijk niet in de lens wanneer de projectorlamp brandt. Het felle licht kan schade toebrengen aan uw ogen. 2.
Het beeldformaat en de helderheid fijnafstemmen 1. Wijzig de grootte van het geprojecteerde 2. beeld met behulp van de zoomring. Stel vervolgens het beeld scherp door aan de focusring te draaien. Zie de schermgroottetabellen in "De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen" op pagina 13. Keystone (Trapezium) corrigeren Een trapeziumfout doet zich voor wanneer het geprojecteerde beeld aan de onderzijde of bovenzijde duidelijk breder is.
Bijvoorbeeld: 1. Druk op de knop of /3 op de projector 2. Druk op de knop op de afstandsbediening of 3. Druk in het menu Beeld --> Keystone Keystone 0 (Trapezium) op de knop /3 op de projector of op de knop 3 op de afstandsbediening. 1. Druk op de knop / 4 op de projector of 2. Druk op de knop op de afstandsbediening of 3. Druk in het menu Beeld --> Keystone (Trapezium) op de knop / 4 op de 0 projector of op 4 op de afstandsbediening.
Het beeld verbergen Als u de volle aandacht van het publiek op de presentator wilt richten, kunt u met de knop Blank (Onderdrukken) of BLANK /5 (Onderdrukken) de schermafbeelding verbergen. Druk nogmaals op de knop om het beeld opnieuw weer te geven. “ONDERDRUKKEN” verschijnt rechts onderaan in het scherm als de afbeelding is verborgen. U kunt de duur van het onderdrukken instellen in het menu Geavanceerd --> Tijd inactief, zodat de projector automatisch wordt uitgeschakeld na een periode van inactiviteit.
Afsluiten 1. 2. Druk op de aan/uit-knop. Er wordt een waarschuwingsbericht weergegeven. Druk nogmaals op de aan/uit-knop om de projector volledig uit te schakelen. Het POWER-lampje (aan/uit) knippert oranje en de lamp wordt uitgeschakeld. De ventilatoren blijven draaien gedurende de tijd die onder de functie Snelle afkoeling (zie "Snelle afkoeling (Aan)" op pagina 43) is ingesteld, zodat de projector kan afkoelen. Ter bescherming van de lamp reageert de projector niet op opdrachten tijdens het afkoelen.
Informatie over modi voor draadloze verbindingen en kanalen Uw projector is compatibel met de drie meestgebruikte IEEE-standaarden (Institute of Electrical and Electronics Engineers) voor draadloze netwerken, namelijk 802.11 a, 802.11 b en 802.11 g. In deze handleiding wordt naar deze standaarden verwezen als de modi voor draadloze verbinding. De modus 802.11 b heeft een maximale overdrachtsnelheid van 11 Mbit per seconde (Mbps). De modus 802.
2. Het scherm voor draadloze netwerkverbindingen wordt weergegeven. Klik op Change advanced settings (Geavanceerde instellingen wijzigen) om door te gaan. 3. Klik in het volgende venster op Internet Protocol (TCP/IP) (Internet-protocol [TCP/IP]) en vervolgens op Properties (Eigenschappen).
4. Selecteer Obtain an IP address automatically (Automatisch een IP-adres verkrijgen) en Obtain DNS server address automatically (DNS-serveradres automatisch verkrijgen) en klik vervolgens op OK. De wizard voor draadloze verbindingen installeren U dient de wizard voor draadloze verbindingen te installeren voordat de projector verbinding kan maken met de computer. Vóór de installatie 1. 2. 3.
3. Het onderstaande menu Draadloze verbinding wordt geprojecteerd. Zo niet drukt u op de knop Wireless (Draadloos) of SOURCE/WIRELESS (Bron/Draadloos). 4. Start de computer op en schakel de draadloze functie in. Raadpleeg de documentatie bij uw computer voor meer informatie hierover. Open de wizard voor draadloze verbindingen. Dubbelklik hiervoor op het pictogram 5.
7. Druk op de knop MODE/SWAP (Modus/Wijzigen) of SWAP (Wijzigen) op de afstandsbediening op de projector om een geschikte modus te selecteren voor de draadloze verbinding. Houd hierbij rekening met de draadloze mogelijkheden van de computer. De geselecteerde modus wordt weergegeven in het geprojecteerde menu Draadloze verbinding. Het huidige kanaal voor draadloze verbinding wordt ook weergegeven.
9. Klik op de naam van de projector en vervolgens op Aansluiten. 10. 11. De computer maakt verbinding met de projector. Dit duurt enkele seconden. Herhaal stap 2 t/m 6 als u nog computers draadloos wilt verbinden met de projector. U kunt tot 10 computers aansluiten. De projector toont een lijst van alle computers die momenteel draadloos zijn verbonden met de projector. 12.
Daarnaast verandert ook het wizardpictogram op de Windows-taakbalk van 13. naar om de status van de verbinding aan te geven. Druk op 5 of 6 op de projector of de afstandsbediening en selecteer in het geprojecteerde menu Draadloze verbinding de computer waarmee u verbinding wilt maken. Druk vervolgens op 3 of 4 om het beeld van de aangesloten computer te gebruiken.
2. Klik op Presentatiejumper in het wizardvenster van de volgende computer. Methode 2: via de projector 1. 2. Druk op de knop Wireless (Draadloos) of SOURCE/WIRELESS (Bron/Draadloos) om het menu Draadloze verbinding weer te geven. Druk op 5 of 6 op de projector of de afstandsbediening en selecteer computer van de volgende presentator in het menu Draadloze verbinding. Druk vervolgens op 3of 4 om de schermafbeelding te projecteren.
Menubewerkingen Menusysteem De schermmenu's verschillen afhankelijk van het geselecteerde signaaltype. Beschikbare functies bij de ontvangst van verschillende signaaltypen...
De menu's gebruiken De projector beschikt over schermmenu's waarin u de instellingen kunt aanpassen. Er zijn verschillende menutalen beschikbaar. Voordat u wijzigingen aanbrengt, is het raadzaam een geschikte taal te kiezen in het menu Geavanceerd > Taal. (Zie "4. Menu Geavanceerd" op pagina 44 voor meer informatie.) In het volgende voorbeeld passen we de instelling Keystone (Trapezium) aan. 1. Druk op de knop Menu of MENU / 6 om het schermmenu in te schakelen. 2.
1. Menu Beeld • Sommige beeldaanpassingen zijn alleen mogelijk wanneer bepaalde ingangen in gebruik zijn. Aanpassingen die niet beschikbaar zijn, worden niet weergegeven op het scherm. • Hebt u de waarden voor de kleurtemperatuur, de helderheid, het contrast en de kleur gewijzigd en daarna een projectietoepassing geselecteerd, dan worden die waarden opnieuw ingesteld.
Keystone (Trapezium) (0) Corrigeert eventuele trapeziumfouten in het beeld. Raadpleeg "Keystone (Trapezium) corrigeren" op pagina 26 voor meer informatie. Er zijn vier instellingen voor kleurtemperatuur* beschikbaar. Deze waarde wordt opnieuw ingesteld wanneer u een toepassingsmodus selecteert. 1. Kleurtemperatuur (afhankelijk van de geselecteerde toepassingsmodus) Helderheid (afhankelijk van de geselecteerde toepassingsmodus) 2. 3. 4.
2. Menu Pro-beeld Sommige beeldaanpassingen zijn alleen mogelijk wanneer bepaalde ingangen in gebruik zijn. Aanpassingen die niet beschikbaar zijn, worden niet weergegeven op het scherm. Functie (standaardinstelling/ Omschrijving waarde) Deze functie past de resolutie van het ingangssignaal automatisch aan de native resolutie van de projector aan. Automatisch instellen grootte (Aan) Aan: de resolutie van het ingangssignaal wordt omgezet naar de native resolutie van de projector (1024 x 768).
Horizontale afmeting (0) Stelt de horizontale breedte van het beeld in. Scherpte (15) Maakt het beeld scherper of onscherper. 3. Menu Instellingen Functie (standaardinstelling/ waarde) OSD-tijd (10) Snelle afkoeling (Aan) Omschrijving Bepaalt hoe lang het menu op het scherm wordt weergegeven nadat u op de knop hebt gedrukt. U kunt een waarde tussen 5 en 100 seconden kiezen. Hiermee schakelt u de functie voor het snel afkoelen in en uit. Selecteer Aan om de functie in te schakelen.
4. Menu Geavanceerd Functie (standaardinstelling/ waarde) Spiegel (Vloer voorkant) Tijd inactief (20) Bronscan (Aan) Taal (English) Opstartscherm (BenQ-logo) Omschrijving De projector kan achter een scherm worden geïnstalleerd. Gebruik deze functie voor een correcte projectie. Raadpleeg "Een locatie kiezen" op pagina 13 voor meer informatie. Bepaalt hoe lang een schermafbeelding wordt verborgen wanneer de functie Onderdrukken is geactiveerd.
Hoogtemodus (Uit) Auto uit (Uit) Economische modus (Uit) Als u de projector in andere dan deze extreme omstandigheden gebruikt, wordt het apparaat mogelijk automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de projector oververhit geraakt. Selecteer de hoogtemodus om te voorkomen dat de projector automatisch wordt uitgeschakeld.
5. Menu Informatie Dit menu geeft de huidige status van de projector aan. Sommige beeldaanpassingen zijn alleen mogelijk wanneer bepaalde ingangen in gebruik zijn. Aanpassingen die niet beschikbaar zijn, worden niet weergegeven op het scherm. Functie Omschrijving Bron Geeft de huidige signaalbron weer. Resolutie Geeft de native resolutie van het ingangssignaal weer. Toepassings modus Geeft de geselecteerde toepassingsmodus in het menu Beeld weer. Geeft het aantal uur weer dat de lamp is gebruikt.
Onderhoud Onderhoud van de projector De projector heeft maar weinig onderhoud nodig. Het enige wat u regelmatig moet doen, is de lens schoonmaken. Verwijder nooit onderdelen van de projector, met uitzondering van de lamp. Neem contact op met uw leverancier als er andere onderdelen vervangen dienen te worden. De lens reinigen Reinig de lens als u vuil of stof op het oppervlak ziet. • • Verwijder stof met een fles met gecomprimeerde lucht.
De gebruiksduur van de lamp berekenen De gebruiksduur van de lamp (lampuren) wordt automatisch berekend door de ingebouwde timer als de projector wordt gebruikt. De equivalente gebruiksduur wordt als volgt berekend: Totale (equivalente) gebruiksduur van de lamp = gebruiksduur in de economische modus + gebruiksduur in de normale modus Zie "Economische modus (Uit)" op pagina 45 voor meer informatie over de economische modus.
De lamp vervangen • Om het risico van een elektrische schok te vermijden, dient u altijd de projector uit te schakelen en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te verwijderen alvorens u de lamp gaat vervangen. • Om de kans op brandwonden te verkleinen, dient u de projector gedurende ten minste 45 minuten te laten afkoelen alvorens u de lamp vervangt.
Stap 6. Trek aan de handgreep zodat deze rechtop staat. Trek met de handgreep de lamp langzaam uit de projector. • Als u te snel trekt, kan de lamp breken waardoor glasscherven in de projector terecht kunnen komen. • Plaats de lamp niet binnen het bereik van kinderen of in de buurt van vloeistoffen en ontvlambare materialen. • Steek uw handen niet in de projector nadat de lamp is verwijderd.
Informatie over de temperatuur Als het waarschuwingslampje voor de temperatuur knippert, wordt u gewaarschuwd voor een van de volgende mogelijke problemen: • De binnentemperatuur is te hoog opgelopen. • De ventilatoren werken niet. Zet de projector uit en neem contact op met een bevoegd technicus voor verdere hulp. Raadpleeg "Lampjes" op pagina 52 voor meer informatie.
Lampjes Illustratie Leeg - : lampje UIT • • O : oranje lampje • : lampje knippert • R : rood lampje • : lampje AAN • G : groen lampje Lampje Status & beschrijving POWER TEMPeratuur LAMP Situaties gerelateerd aan de stroomtoevoer • O - - O - - G - - G - - De projector dient af te koelen nadat de stroom is uitgeschakeld. • De projector wordt bij het opstarten afgekoeld. Stand-bymodus Het Power-lampje (aan/uit) knippert tijdens het inschakelen. De projector werkt normaal.
- R O R R R R R G R R O G R R G R G G R O O R R O R G O R O - G R - G G De projector is automatisch afgesloten. Als u de projector opnieuw probeert te starten, wordt deze opnieuw afgesloten. Neem contact op met uw leverancier voor hulp.
Probleemoplossing U kunt de projector niet inschakelen. Oorzaak Oplossing Het netsnoer levert geen stroom. Stop het ene uiteinde van het netsnoer in de netsnoeraansluiting op de projector en het andere uiteinde in het stopcontact. Zorg dat het stopcontact is ingeschakeld (indien van toepassing). Zie "Starten" op pagina 22 voor meer informatie De projector werd aangezet tijdens het afkoelen. Wacht tot de projector volledig is afgekoeld. Zie "Afsluiten" op pagina 29 voor meer informatie Geen beeld.
Het beeld is wazig. Oorzaak Oplossing De projectielens is niet correct scherpgesteld. Pas de scherpstelling van de lens aan met de focusring. Zie "Het beeldformaat en de helderheid fijnafstemmen" op pagina 26 voor meer informatie De projector en het scherm staan scheef. Pas de projectiehoek, -richting en -hoogte van de projector aan indien nodig. Zie "De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen" op pagina 13 voor meer informatie De lenskap is dicht. Schuif de lenskap open.
Specificaties Projectorspecificaties Alle specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Algemeen Productnaam Modelnaam Digitale projector CP120 Optische specificaties Resolutie Weergavesysteem Lens F/waarde Lamp 1024 x 768 XGA 1-CHIP DMD F=2,6 tot 2,96, f= 25,8 tot 30 mm Lamp van 132 W Elektrische specificaties Stroomtoevoer Stroomverbruik 100 - 240 volt wisselstroom; 3,5 A; 50/60 Hz (automatisch) 190 W (max.
Afmetingen Eenheid: mm Timing-diagram Ondersteunde timing voor PC-ingang Resolutie 720 x 400 640 x 480 800 x 600 1024 x 768 (native) 1280 x 800 1280 x 1024 1400 x 1050 1440 x 900 Horizontale frequentie (kHz) Verticale frequentie (Hz) Pixelfrequentie (MHz) Modus 37,927 85,039 35,500 720 x 400_85 31,469 37,861 37,500 43,269 37,879 48,077 46,875 53,674 48,363 56,476 60,023 68,667 64 63,981 63,973 64 59,940 72,809 75,000 85,008 60,317 72,188 75,000 85,061 60,004 70,069 75,029 84,997 60 60,020 60,0
Ondersteunde timing voor Component-YPbPr-ingang Horizontale frequentie (kHz) Signaalformaat 480i (525i) bij 60 Hz 480p (525p) bij 60 Hz 576i (625i) bij 50 Hz 576p (625p) bij 50 Hz 720p (750p) bij 60 Hz 720p (750p) bij 50 Hz 1080i (1125i) bij 60 Hz 1080i (1125i) bij 50 Hz Verticale frequentie (Hz) 15,73 31,47 15,63 31,25 45,00 37,50 33,75 28,13 59,94 59,94 50,00 50,00 60,00 50,00 60,00 50,00 Ondersteunde timing voor video- en S-Video-ingang Videomodus NTSC PAL SECAM PAL-M PAL-N PAL-60 NTSC4.
Garantie Beperkte garantie De garantie van BenQ voor dit product heeft betrekking op productie- en materiaalfouten die zich bij normaal gebruik van het apparaat manifesteren. Wanneer u een beroep wilt doen op de garantie, dient u een geldig aankoopbewijs te kunnen overleggen. Wanneer dit product tijdens de garantieperiode defect raakt, is BenQ alleen verplicht de defecte onderdelen te vervangen (inclusief arbeidsloon).
Voorschriften FCC-verklaring KLASSE B: deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequentie-energie en kan deze uitstralen en kan, indien niet geïnstalleerd en gebruikt volgens de instructies, schadelijke interferentie van radiocommunicatie veroorzaken. Er is echter geen garantie dat er geen interferentie zal optreden in specifieke installaties.
Voorschriften 61