CP220 Digitale projector Commuter-serie Gebruikershandleiding Welkom
Copyright Copyright 2006 BenQ Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd, verzonden, opgeslagen in een zoeksysteem of vertaald in een andere taal of computertaal, onder geen enkele vorm en op geen enkele wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, magnetisch, optisch, chemisch, handmatig of op andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BenQ Corporation.
Inhoud Belangrijke veiligheidsinstructies .............................. 1 Inleiding...................................................................... 5 Kenmerken van de projector .............................................. 5 Inhoud van de verpakking ................................................... 6 Standaardaccessoires ..................................................................................... 6 Optionele accessoires .....................................................................
Het wachtwoord wijzigen ............................................................................ 23 De wachtwoordbeveiliging sluiten .............................................................. 23 Schakelen tussen ingangssignalen .....................................23 Het geprojecteerde beeld aanpassen ..................................24 De projectiehoek aanpassen ........................................................................ 24 Het beeld automatisch aanpassen ............................
Specificaties .............................................................. 45 Projectorspecificaties ......................................................... 45 Timing-diagram ................................................................. 46 Ondersteunde timing voor PC-ingang ....................................................... 46 Ondersteunde timing voor Component-YPbPr -ingang .......................... 46 Ondersteunde timing voor video- en S-Video-ingang ..............................
vi Inhoud
Belangrijke veiligheidsinstructies De BenQ-projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor IT-apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze handleiding en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen. Veiligheidsinstructies 1. 4. Lees deze gebruikershandleiding aandachtig door voordat u de projector gaat gebruiken. Bewaar deze gebruikershandleiding voor toekomstig gebruik.
Veiligheidsinstructies (vervolg) 2 7. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat de projector ongeveer 45 minuten afkoelen voordat u de lamp vervangt. 8. Gebruik de lamp niet langer dan de voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen breken. 9. Zorg dat de stekker van de projector uit het stopcontact is verwijderd voordat u de lamp of elektronische onderdelen vervangt. Belangrijke veiligheidsinstructies 10.
Veiligheidsinstructies (vervolg) 12. Plaats de projector niet in de volgende 13. Blokkeer het ventilatierooster niet. - Plaats de projector niet op een laken, ruimtes: beddengoed of andere zachte materialen. - Bedek de projector niet met een doek of andere voorwerpen. - Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector. - Slecht geventileerde of gesloten ruimtes. Zorg dat de projector ten minste 50 cm van de muur staat en laat voldoende ruimte vrij rondom de projector.
Veiligheidsinstructies (vervolg) 15. Plaats de projector niet verticaal. De projector kan vallen en letsel veroorzaken of beschadigd raken. 17. 16. Trap niet op de projector of leg er geen voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade aan de projector veroorzaken, maar kan ook leiden tot ongevallen en 18. mogelijk letsel. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. Als er vloeistof in de projector wordt gemorst, werkt deze mogelijk niet meer.
Inleiding Kenmerken van de projector De projector combineert krachtige optische projectiemogelijkheden met een gebruikersvriendelijk ontwerp dat betrouwbaarheid en gebruiksgemak garandeert.
Inhoud van de verpakking Bij de projector worden de kabels geleverd die nodig zijn om het apparaat op een PC of op videoapparatuur aan te sluiten. Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier. Standaardaccessoires De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die in de afbeeldingen.
Buitenkant van de projector Voorkant/bovenkant 1 1. 2 3 5 6 2. 7 3. 4. 5. 6. 7. 4 Extern bedieningspaneel (Zie "Projector" op pagina 8 voor gedetailleerde informatie.) Verschuifbare lenskap Knop voorste verstelvoetje Projectielens Focusring en zoomring Ventilatie (koele lucht in) IR-sensor afstandsbediening voorzijde Achterkant Zie "Aansluiting" op pagina 15 voor meer informatie over het aansluiten van andere apparatuur. 10 11 12 13 14 15 16 9 8 8. 9. 10. 11. 12.
Bedieningselementen en functies Projector 7. 1 2 3 4 5 6 7 8 1. 2. 3. 4. 5. 6. 8 8. 9 10 11 6 12 13 Focusring (zie "Het beeldformaat en de helderheid fijnafstemmen" op pagina 24 voor meer informatie.) Hiermee past u de scherpstelling van het geprojecteerde beeld aan. Zoomring (zie "Het beeldformaat en de helderheid fijnafstemmen" op pagina 24 voor meer informatie.) Hiermee past u de grootte van het beeld aan. Waarschuwingslampje temperatuur (zie "Lampjes" op pagina 42 voor meer informatie.
Afstandsbediening 6. 1 7 2 3 4 8 7. 9 5 3 10 11 6 8. 1. 2. 3. 4. 5. Aan/uit (zie "Starten" op pagina 21 en "De projector uitschakelen" op pagina 30 voor meer informatie.) Hiermee kunt u de projector aan- of uitzetten. Stilstaand beeld (zie "Het beeld stilzetten" op 9. pagina 29 voor meer informatie.) Wanneer u op de knop voor stilstaand beeld drukt wordt het beeld stilgezet. Het pictogram " " wordt in de rechterbenedenhoek van het scherm weergegeven.
Bereik van de afstandsbediening De IR-sensoren (infrarood) van de afstandsbediening bevinden zich op de voor- en achterzijde van de projector. Houd de afstandsbediening onder een hoek van maximaal 30 graden ten opzichte van de IR-sensoren van de afstandsbediening op de projector. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensoren mag niet meer dan 6 meter bedragen. Zorg dat niets de infraroodstraal tussen de afstandsbediening en de IR-sensoren op de projector blokkeert.
De projector plaatsen Een locatie kiezen De projector kan op de volgende twee manieren worden geïnstalleerd: 1. Op de vloer en voor het scherm. 2. Op de vloer en achter het scherm. Welke installatie u het beste kunt gebruiken, is afhankelijk van de indeling van de ruimte en uw persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de nabijheid van een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur. 1.
De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen. De maximale (native) resolutie van de projector is 1024 x 768 pixels, wat overeenkomt met een 4:3-beeldverhouding.
De positie van de projector bij een bepaalde schermgrootte bepalen 1. 2. Selecteer de schermgrootte. Zoek in de kolommen '4:3 schermdiagonaal' links in de tabel de afmetingen die de afmetingen van uw scherm het dichtst benaderen. In de tweede kolom vindt u in dezelfde rij de overeenkomstige gemiddelde afstand tot het scherm onder 'Gemiddeld'. Dit is de projectieafstand. 3. In de rechterkolom vindt u in dezelfde rij de verticale hoek.
Maximale zoom Minimale zoom Scherm Midden van de lens Hoek Projectieafstand 4:3 schermdiagonaal voet inch mm 4 48 5 6 60 72 7 8 84 96 9 108 10 120 12 144 15 180 18 216 25 300 1219 1500 1524 1829 2000 2134 2438 2500 2743 3000 3048 3500 3658 4000 4572 5000 5486 6000 7620 Afstand van scherm in mm Min. lengte Gemiddeld Max. lengte (met max. (met min.
Aansluiting Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies: 1. 2. 3. Schakel alle apparatuur uit voordat u verbindingen maakt. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst. Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden meegeleverd met de projector (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 6). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
• Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten. Met de toetsencombinatie FN + F3 of FN + CRT/LCD kunt u de externe weergave doorgaans in- of uitschakelen. Zoek op de notebook de functietoets CRT/LCD of de functietoets met een beeldscherm. Druk tegelijkertijd op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding bij uw notebook voor meer informatie over mogelijke toetsencombinaties.
Video-apparaten aansluiten U kunt de projector aansluiten op diverse video-apparaten met een van de volgende uitgangen: • Componentvideo • S-Video • Video (composiet) U dient de projector slechts op een van deze uitgangen aan te sluiten. Elke uitgang levert een andere videokwaliteit. De gekozen uitgang is wellicht afhankelijk van de beschikbare overeenkomende aansluitingen op de projector en het gewenste video-apparaat.
Een componentvideo-apparaat aansluiten Controleer op het video-apparaat of er ongebruikte componentvideo-uitgangen beschikbaar zijn: • • Zo ja, ga door met deze procedure. Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten. Sluit de projector als volgt aan op een componentvideo-apparaat: 1. Neem de (optionele) componentvideo-naar-VGA (D-Sub) adapterkabel en sluit het uiteinde met de 3 RCA-connectoren aan op de componentvideo-uitgangen van het video-apparaat.
Een S-Video-apparaat aansluiten Controleer of er op het video-apparaat een ongebruikte S-Video-uitgang beschikbaar is: • Zo ja, ga door met deze procedure. • Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten. Een S-Video-apparaat aansluiten: 1. Sluit het ene uiteinde van de (optionele) S-Video-kabel aan op de S-Video-uitgang van het videoapparaat. 2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de S-VIDEO-aansluiting van de projector. 3.
Een composietvideo-apparaat aansluiten Controleer op het video-apparaat of er ongebruikte composietvideo-uitgangen beschikbaar zijn: • Zo ja, ga door met deze procedure. • Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten. Een composietvideo-apparaat aansluiten: 1. Sluit het ene uiteinde van de (optionele) videokabel aan op de composietvideouitgang van het videoapparaat. 2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de VIDEO-aansluiting van de projector. 3.
Bediening Starten 1. Sluit het netsnoer aan op de projector en stop de stekker in een stopcontact. Schakel het stopcontact in (indien nodig). Controleer of het Power-lampje (aan/uit) op de projector oranje oplicht nadat de stroom is ingeschakeld. 2. Schuif de lenskap open. Als u dit niet doet, wordt deze mogelijk vervormd door de hitte. 3. Houd de aan/uit-knop op de afstandsbediening of de projector twee seconden ingedrukt om de projector te starten.
De wachtwoordbeveiliging gebruiken Met het oog op beveiliging en het voorkomen van ongeoorloofd gebruik is de projector voorzien van een optie voor wachtwoordbeveiliging. U kunt het wachtwoord instellen via het schermmenu. Zie "De menu's gebruiken" op pagina 32 voor meer informatie over de werking van de schermmenu's. WAARSCHUWING: het is buitengewoon vervelend als u de wachtwoordbeveiliging inschakelt en vervolgens het wachtwoord vergeet. Druk de handleiding zo nodig af en noteer er uw wachtwoord in.
De procedure voor het oproepen van het wachtwoord starten Houd Rechts ongeveer 5 seconden ingedrukt. De projector geeft een gecodeerd nummer weer op het scherm. Raadpleeg het service center van BenQ in uw land om het nummer te decoderen. Mogelijk wordt u gevraagd om een bewijs van aankoop te overleggen om te controleren of u bevoegd bent de projector te gebruiken. Het wachtwoord wijzigen 1. Open het schermmenu en ga naar 2. Druk op Links of Instellingen > Wachtwoord veranderen. Rechts.
Het geprojecteerde beeld aanpassen De projectiehoek aanpassen De projector heeft vooraan een handige snelversteller en achteraan een verstelvoetje. Met deze verstelvoetjes kunt u de hoogte van het beeld en de projectiehoek wijzigen. De projectorhoogte aanpassen: 1. Druk op de knop van de voorste versteller en til de voorkant van de projector omhoog. Wanneer het beeld de gewenste positie heeft, laat u de knop van de voorste versteller los om het verstelvoetje in deze positie te vergrendelen.
Het beeld optimaliseren Als u het beeld wilt optimaliseren, gebruikt u de knoppen op de projector of de afstandsbediening om de beeldinstellingen rechtstreeks of via de schermmenu's te wijzigen. Zie "De menu's gebruiken" op pagina 32 voor meer informatie over de werking van schermmenu's. De volgende instructies zijn optioneel. U hoeft niet elke stap uit te voeren. Dit is afhankelijk van de gewenste beeldkwaliteit.
Projectietoepassing selecteren De projector beschikt over verschillende projectietoepassingen waaruit u de toepassing kunt kiezen die past bij uw besturingssysteem en het beeldtype van de invoerbron. Druk op MODE (Modus) om een geschikte toepassingsmodus te selecteren. De beschikbare beeldmodi voor de verschillende typen signalen vindt u hieronder. PC-signaalinvoer 1. 2. 3. 4. 5. Presentatie (standaard): geschikt voor presentaties.
Overige beeldaanpassingen Als u niet tevreden bent over de beeldkwaliteit in de standaardmodi. Via de schermmenu's kunt u enkele instellingen handmatig aanpassen. 1. Helderheid aanpassen Druk op MENU op de projector of de afstandsbediening. Ga naar Helderheid en pas de waarden aan door op afstandsbediening te drukken. Links/ Beeld --> Rechts op de projector of Hoe hoger de waarde, hoe helderder de afbeelding. En hoe lager de waarde, hoe donkerder de afbeelding.
*Meer informatie over de kleurtemperatuur: Er bestaan vele kleurschakeringen die om verschillende redenen als “wit” worden beschouwd. Het begrip “kleurtemperatuur” is een van de meest gebruikte methoden om de kleur wit uit te drukken. Een witte kleur met een lage kleurtemperatuur vertoont een rode schijn. Een witte kleur met een hoge kleurtemperatuur vertoont eerder een blauwe schijn.
Het beeld verbergen Als u de volle aandacht van het publiek op de presentator wilt richten, kunt u met BLANK (Onderdrukken) de schermafbeelding verbergen. Druk op een willekeurige knop op de afstandsbediening om de afbeelding opnieuw weer te geven. Het woord “BLANK” (Onderdrukken) verschijnt rechts onderaan in het scherm als de afbeelding is verborgen. Wanneer deze functie wordt geactiveerd terwijl er verbinding is gemaakt met een audio-ingang, kunt u het achtergrondgeluid nog steeds horen.
De projector uitschakelen 1. Druk op I Aan/uit. Er wordt een waarschuwingsbericht zoals rechts weergegeven. Als u de projector niet wilt uitschakelen, wacht u enkele seconden tot het bericht niet langer wordt weergegeven. 2. Druk nogmaals op I Aan/uit om de projector uit te schakelen. Het Power-lampje (aan/uit) knippert oranje en de lamp wordt uitgeschakeld. De ventilatoren blijven nog ongeveer 90 seconden draaien zodat de projector kan afkoelen.
Menubewerkingen Menusysteem De schermmenu's verschillen afhankelijk van het geselecteerde signaaltype. Beschikbare functies bij de ontvangst van verschillende signaaltypen... Submenu Beeld Pro-beeld Instellingen Geavanceerd Informatie PC Video/S-Video Projectietoepassing Autom. trapezium Keystone (Trapezium) Kleurtemperatuur Helderheid Contrast Projectietoepassing Autom.
De menu's gebruiken De projector beschikt over schermmenu's waarin u de instellingen kunt aanpassen. U kunt kiezen uit 17 verschillende menutalen. Zie "4. Menu Geavanceerd" op pagina 36 voor meer informatie. In het volgende voorbeeld passen we de instelling Keystone (Trapezium) aan. 1. Druk op MENU op de projector of de afstandsbediening om het schermmenu in te schakelen. 4. Wijzig de trapeziumwaarden met de knoppen Links/ Rechts op de projector of de afstandsbediening. 2.
1. Menu Beeld Sommige beeldaanpassingen zijn alleen mogelijk wanneer bepaalde ingangen in gebruik zijn. Aanpassingen die niet beschikbaar zijn, worden niet weergegeven op het scherm. FUNCTIE (standaardinstelling/waarde) BESCHRIJVING Projectietoepassing Met de vooraf ingestelde projectietoepassingen kunt u de instellingen van het projectorbeeld aanpassen aan het type programma. Zie "Projectietoepassing selecteren" op pagina 26 voor meer informatie. (PC: Presentatie; YPbPr/S-Video/v: Film) Autom.
2. Menu Pro-beeld Sommige beeldaanpassingen zijn alleen mogelijk wanneer bepaalde ingangen in gebruik zijn. Aanpassingen die niet beschikbaar zijn, worden niet weergegeven op het scherm. FUNCTIE (standaardinstelling/ waarde) BESCHRIJVING Deze functie past de resolutie van het ingangssignaal automatisch aan de native resolutie van de projector aan.
3. Menu Instellingen FUNCTIE BESCHRIJVING (standaardinstelling/waarde) Dempen Hiermee schakelt u het geluid in en uit. (Uit) Volume Past het volumeniveau aan. (5) (10) Bepaalt hoe lang het menu op het scherm wordt weergegeven nadat u op de knop hebt gedrukt. U kunt een waarde tussen 5 en 100 seconden kiezen. Snelle afkoeling Hiermee schakelt u de functie voor het snel afkoelen in en uit. Selecteer Aan om de functie in te schakelen.
4. Menu Geavanceerd FUNCTIE (standaardinstelling/waarde) Spiegel (Vloer voorkant) Tijd inactief (20) Bronscan (Aan) BESCHRIJVING U kunt de projector tegen het plafond of achter een scherm installeren, of met een of meerdere spiegels. U hebt een houder (optioneel accessoire) nodig als u de projector tegen het plafond wilt monteren. Neem hiervoor contact op met uw leverancier. Zie "Een locatie kiezen" op pagina 11 voor meer informatie.
5. Menu Informatie Dit menu geeft de huidige status van de projector aan. Sommige beeldaanpassingen zijn alleen mogelijk wanneer bepaalde ingangen in gebruik zijn. Aanpassingen die niet beschikbaar zijn, worden niet weergegeven op het scherm. FUNCTIE BESCHRIJVING Bron Geeft de huidige signaalbron weer. Resolutie Geeft de native resolutie van het ingangssignaal weer. Projectietoep assing Geeft de geselecteerde modus in het menu Beeld weer.
Onderhoud Onderhoud van de projector De projector heeft maar weinig onderhoud nodig. Het enige dat u regelmatig dient te doen, is de lens schoonhouden. Verwijder nooit onderdelen van de projector, met uitzondering van de lamp. Neem contact op met uw leverancier als er andere onderdelen vervangen dienen te worden. De lens reinigen Reinig de lens als u vuil of stof op het oppervlak ziet. • • Verwijder stof met een fles met gecomprimeerde lucht.
Informatie over de lamp De gebruiksduur van de lamp berekenen De gebruiksduur van de lamp (lampuren) wordt automatisch berekend door de ingebouwde timer als de projector wordt gebruikt. De equivalente gebruiksduur wordt als volgt berekend: Totale (equivalente) gebruiksduur van de lamp = 3/4 uur (gebruiksduur in de economische modus) + 1 uur (gebruiksduur in de normale modus) Zie "Economische modus" op pagina 36 voor meer informatie over de economische modus.
De lamp vervangen • Om het risico van een elektrische schok te vermijden, dient u altijd de projector uit te schakelen en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te verwijderen alvorens u de lamp gaat vervangen. • Om de kans op brandwonden te verkleinen, dient u de projector gedurende ten minste 45 minuten te laten afkoelen alvorens u de lamp vervangt.
6. Draai de schroef los waarmee de lamp aan de projector is bevestigd. Als de schroef niet helemaal wordt losgemaakt, kan de lamp niet worden verwijderd. 7. Trek aan de handgreep zodat deze rechtop staat. Trek met de handgreep de lamp langzaam uit de projector. • Als u te snel trekt, kan de lamp breken waardoor glasscherven in de projector terecht kunnen komen. • Plaats de lamp niet binnen het bereik van kinderen of in de buurt van vloeistoffen en ontvlambare materialen.
Informatie over de temperatuur Als het waarschuwingslampje voor de temperatuur brandt, wordt u gewaarschuwd voor een van de volgende mogelijke problemen. 1. De binnentemperatuur is te hoog opgelopen. 2. De ventilatoren werken niet. Zet de projector uit en neem contact op met een bevoegd technicus voor verdere hulp. Raadpleeg "Lampjes" op pagina 42 voor meer informatie.
Lampje Status & beschrijving Power Temp Lamp Situaties gerelateerd aan de lamp O - - R - R De projector is automatisch afgesloten. Als u de projector opnieuw probeert te starten, wordt deze opnieuw afgesloten. Neem contact op met uw leverancier voor hulp. 1. 2. De projector dient 90 seconden af te koelen. Of Neem contact op met uw leverancier voor hulp. Situaties gerelateerd aan de temperatuur - R - R R - R G R R R G R R O R R G R - - De projector is automatisch afgesloten.
Probleemoplossing U KUNT DE PROJECTOR NIET INSCHAKELEN. Oorzaak Oplossing Het netsnoer levert geen stroom. Stop het ene uiteinde van het netsnoer in de netsnoeraansluiting op de projector en het andere uiteinde in het stopcontact. Zorg dat het stopcontact is ingeschakeld (indien van toepassing). De projector werd aangezet tijdens het afkoelen. Wacht tot de projector volledig is afgekoeld. GEEN BEELD Oorzaak Oplossing De videobron is niet ingeschakeld of niet correct aangesloten.
Specificaties Projectorspecificaties Alle specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Timing-diagram Ondersteunde timing voor PC-ingang Resolutie Horizontale frequentie (kHz) 640 x 400 640 x 480 800 x 600 1024 x 768 1280 x 1024 31,47 31,469 37,861 37,500 43,269 37,879 48,077 46,875 53,674 48,363 56,476 60,023 68,667 63,981 Verticale frequentie (Hz) Pixelfrequentie (MHz) 70,089 59,940 72,809 75,000 85,008 60,317 72,188 75,000 85,061 60,004 70,069 75,029 84,997 60,020 25,176 25,175 31,500 31,500 36,000 40,000 50,000 49,500 56,250 65,000 75,000 78,750 94,500 108,000 Modus 640 x 400_70
Afmetingen 248 199 78,5 Eenheid: mm Specificaties 47
Garantie Beperkte garantie De garantie van BenQ voor dit product heeft betrekking op productie- en materiaalfouten die zich bij normaal gebruik van het apparaat manifesteren. Wanneer u een beroep wilt doen op de garantie, dient u een geldig aankoopbewijs te kunnen overleggen. Wanneer dit product tijdens de garantieperiode defect raakt, is BenQ alleen verplicht de defecte onderdelen te vervangen (inclusief arbeidsloon).
Verklaringen FCC-verklaring KLASSE B: deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequentie-energie en kan deze uitstralen en kan, indien niet geïnstalleerd en gebruikt volgens de instructies, schadelijke interferentie van radiocommunicatie veroorzaken. Er is echter geen garantie dat er geen interferentie zal optreden in specifieke installaties.
50 Verklaringen