Operation Manual
De camera gebruiken 13
Nederlands
3.7.2 De meting instellen
Er zijn 3 verschillende lichtmetingsopties beschikbaar op uw camera.
3.7.3 De witbalans instellen
Pas de witbalans aan zodat deze overeenstemt met de verschillende lichtbronnen zoals 
zonlicht, gloeilampverlichting of fluorescent licht (TL).
3.7.4 ISO instellen
Bij de basisinstellingen wordt de ISO-gevoeligheid automatisch ingesteld volgens de 
helderheid van het onderwerp.
Pictogram Stand Beschrijving
Midden Het licht van het volledige opnamescherm wordt gemeten, maar 
geeft meer prioriteit aan de waarden die bij het centrale gedeelte 
liggen.
Multi Selecteert een belichting op basis van de aflezingen van meerdere 
punten in het onderwerpgebied
Spot Selecteert een belichting op basis van één aflezing van de waarden 
in het midden van uw opname.
Pictogram Stand Beschrijving
Auto Corrigeert de witbalans automatisch. Ideaal voor algemene 
fotografie.
Daglicht Past de witbalans aan voor omstandigheden met helder zonlicht 
of ander natuurlijk licht.
Bewolkt Past de witbalans aan voor bewolkte of schemerige 
omstandigheden.
Gloeilamp Past de witbalans aan voor normale omstandigheden met 
binnenhuisverlichting. Corrigeert de oranje tint van de 
huishoudelijke gloeilampen. Ideaal voor binnenhuisfoto’s onder 
gloeilamp- of halogeenverlichting zonder flitser.
TL H
TL L
Past de witbalans aan voor fluorescent licht. Corrigeert de groene 
tint van fluorescent licht. Ideaal voor binnenhuisfoto’s onder 
fluorescente verlichting zonder flitser.
SH1 
(aangepast)
Voor een fijnere aanpassing of wanneer de lichtbron niet kan 
worden vastgesteld. Druk de ontspanknop in wanneer deze optie 
is gemarkeerd om de modus 
[Aangepaste witbalans] te openen. 
Richt vervolgens de camera op een wit object (bijvoorbeeld, wit 
papier) als referentie voor de witte kleur en druk opnieuw op de 
ontspanknop. Druk vervolgens op 
OK om de aangepaste 
instelling te bevestigen.










