Operation Manual

BenQ DC 5530 Gebruiksaanwijzing
De camera gebruiken 11
Nederlands
Om de belichtingswaarde aan te passen, drukt u op de knop
[ ] / [ ]. Druk vervolgens op de knop OK om uw keuze
te bevestigen.
Effectieve Onderwerpen en Ingestelde Waarden
Positieve (+) Compensatie
Kopiëren van gedrukte tekst (zwarte tekens op wit
papier)
Portretten met achtergrondverlichting
Zeer heldere scènes (zoals sneeuwvelden) en sterk reflecterende onderwerpen
Opnamen die vooral de lucht (hemel) weergeven
Negatieve (-) Compensatie
Onderwerpen onder schijnwerpers, in het bijzonder tegen donkere achtergronden
Kopiëren van gedrukte tekst (witte tekens op zwart papier)
Scènes met een laag reflectievermogen, zoals opnamen van groen of donker geblad-
erte
3.1.10.1.5 White Balance (Witbalans)
Wanneer de helderheid van de belichting wijzigt, passen onze ogen zich aan het verschil aan
zodat het witte object wit blijft. Digitale camera’s kunnen ook het witte object als wit zien
door de belichting rond het onderwerp te compenseren.
De camera stelt de witbalans vast door een gemiddelde te nemen van de verschillende soorten
licht die effectief de lens bereiken. U kunt de witbalans vooraf instellen wanneer u fotos
maakt onder specifieke belichtingsomstandigheden.
[ Auto ]: Past de witbalans automatisch aan.
[Daglicht]: Voor opnamen buitenshuis op een heldere dag.
[Bewolkt ]: Voor opnamen bij een bewolkte, nevelige, avond- of nachthemel.
[Gloeilamp]: Voor opnamen bij gloeilampverlichting.
[TL-lamp]: Voor opnamen bij TL-verlichting.
3.1.10.1.6 ISO
Selecteer de fotografische ISO (50/100/200/Auto)-waarde die moet worden gebruikt wanneer
een foto wordt gemaakt.
Deze opties stelt de gevoeligheid in voor het maken van opnamen. Als de gevoeligheid wordt
verhoogd (en de ISO-waarde wordt verhoogd), zal fotografie zelfs mogelijk zijn in donkere
locaties. De opname zal echter meer pixels vertonen (korrelig).
3.1.10.1.7 Color (Kleur)
De camera biedt u drie kleurtypen om een foto te maken (Standard (Standaard)/ Vivid
(Levendig ) / Sepia / Monochrome (Monochroom)) die u volgens uw voorkeur kunt
instellen. Uw opnamen zullen een verschillende indruk geven wanneer u de verschillende
kleurtypen selecteert.
3.1.10.1.8 Saturation (verzadiging)
Om een foto te maken, biedt de camera u drie verschillende kleurgraden die u kunt kiezen
volgens uw voorkeur (High (Hoog) / Medium (Gemiddeld) / Low (Laag )). Uw opnamen
zullen een verschillende indruk geven wanneer u de verschillende kleurgradaties selecteert.
Dit wordt “verzadiging” genoemd.
DC_C610_UM.book Monday, Sep 22, 2006