Operation Manual
De camera gebruiken 9
Nederlands
3.3.7 De zoomfunctie gebruiken
Uw camera beschikt over een combinatie van optische en digitale zoomfuncties waarmee u
kunt inzoomen op verafgelegen onderwerpen of uitzoomen voor een breedhoekopname.
De optische zoom wordt bekomen door de lens van de camera mechanisch bij te stellen. De
digitale zoom maakt gebruik van een softwareproces om de afbeelding te vergroten of te
verkleinen.
1. Stel de zoomfactor in en richt de camera naar het onderwerp.
2. Druk op de zoomknop (
W/T) om de opname samen te stellen.
[W]: zoom uit voor een breedhoekopname.
[T]: zoom in voor een telefoto.
• Wanneer de zoomknop wordt ingedrukt, verschijnt de zoombalk op het LCD-
scherm.
• Wanneer het maximum van de optische zoomfactor is bereikt, wordt de zoomfunctie
tijdelijk gestopt. Druk opnieuw op [T]. De camera schakelt automatisch naar de
digitale zoom en gaat door met het zoomen.
• U kunt de optische zoom gebruiken in de filmopname.
3. Druk op de Ontspanknop om een foto te maken.
3.4 Menuopties
3.4.1 De stand wijzigen
U kunt beelden en spraak opnemen in de opnamestand. Met de Weergavestand kunt u de
beelden vervolgens opnieuw afspelen, verwijderen of bewerken op het LCD-scherm.
3.4.1.1 Schakelen tussen de Opname- en Weergavestand
• Druk in de opnamestand op de knop AFSPELEN om naar de Weergavestand te
schakelen.
• Druk in de weergavestand op de knop AFSPELEN of de knop MODE om naar de
opnamestand te schakelen.
Pictogram Flitserstand Beschrijving
- Uit Maakt één foto.
2 sec De vrijgave van de ontspanknop wordt 2 seconden uitgesteld.
10 sec De vrijgave van de ontspanknop wordt 10 seconden uitgesteld.
Dubbel Druk de ontspanknop in en laat hem weer los. Na tien seconden
wordt de eerste foto gemaakt, daarna na twee seconden de
volgende foto.
Burst Houd de ontspanknop volledig ingedrukt om continu opnamen
te maken. Laat de ontspanknop los om de opname te stoppen.
2
10










