Operation Manual

De camera gebruiken16
Nederlands
3.7.7 De markering instellen
Zorg dat het onderwerp uitkomt ten opzichte van de omgeving. Het onderwerp zal volgens
drie verschillende bereiken worden scherpgesteld: / / .
3.7.8 De scherpte instellen
U kunt bepalen of de opname scherpe of zachte randen moet hebben.
3.7.9 Het foto-effect instellen
U kunt speciale effecten toevoegen aan uw opnamen in de opnamestand of in de weergavestand.
3.7.10 De datumstempel instellen
U kunt de functie Datumstempel gebruiken om een datum toe te voegen aan uw fotos terwijl
u ze maakt.
3.7.11 De stabilisator instellen
Het maken van foto's wordt gemakkelijk dankzij de hogere gevoeligheid en een snellere
sluitertijd om de foto's levendiger te maken en het efficiënt voorkomen van wazige foto's die
zijn veroorzaakt door het schudden van de hand of door het verplaatsen van het onderwerp.
3.7.12 Gezicht opsporen instellen
Nadat u de functie Gezicht opsporen hebt gestart, wordt de lens vergrendeld op de
hoofdfiguur in de foto en zijn bewegingen volgen. U kunt ook de automatische digitale
Pictogram Stand Beschrijving
Hard De randen van het beeld worden benadrukt. De randen worden
scherp, maar er kan ruis voorkomen in het opgenomen beeld.
Normaal De randen van het beeld zijn scherp. Dit is geschikt voor het
afdrukken.
Zacht De randen van het beeld zijn zachter. Dit is geschikt voor het
bewerken van beelden op de pc.
Pictogram Beschrijving
Normaal Er wordt geen effect toegevoegd aan de opname.
Zwart-Wit Converteert een opname naar zwart-wit.
Sepia het beeld wordt opgenomen met een sepiatint.
Negatief negatieve kleuren van de kleuren in de originele opname.
Rood Het beeld wordt roodachtig.
Groen Het beeld wordt groenachtig.
Blauw Het beeld wordt blauwachtig.