MP510 Digitale Projector Mainstream Series Gebruikershandleiding Welkom
Inhoudsopgave Belangrijke veiligheidsinstructies ............................. 4 Inleiding ..................................................................... 8 Kenmerken van de projector ...............................................8 Inhoud van de verpakking ...................................................8 Buitenkant van de projector .................................................9 Bedieningselementen en functies .......................................10 De projector plaatsen ...................
Specificaties ............................................................. 48 Projectorspecificaties ......................................................... 48 Timing-diagram ................................................................. 49 Informatie over garantie en copyright ................... 50 Beperkte garantie ............................................................... 50 Copyright ........................................................................... 50 Aansprakelijkheid ...........
1. Belangrijke veiligheidsinstructies De BenQ-projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor IT-apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze handleiding en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen. Veiligheidsinstructies 1. 4 Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de projector gaat gebruiken. Bewaar de handleiding voor toekomstig gebruik. 2.
Veiligheidsinstructies (vervolg) 7. 10. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat de projector ongeveer 45 minuten afkoelen voordat u de lamp vervangt. 8. Gebruik de lamp niet langer dan de voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen breken. 9. Zorg dat de stekker van de projector uit het stopcontact is verwijderd voordat u de lamp of elektronische onderdelen vervangt. 11. Plaats dit product nooit op een onstabiele ondergrond.
Veiligheidsinstructies (vervolg) 12. Plaats de projector niet in de volgende 13. Blokkeer het ventilatierooster niet. - Plaats deze projector niet op een deken, ruimtes. beddengoed of op een ander zacht oppervlak. - Bedek deze projector niet met een doek of met andere voorwerpen. - Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector. - Slecht geventileerde of gesloten ruimtes. Zorg dat de projector ten minste 50 cm van de muur staat en laat voldoende ruimte vrij rondom de projector.
Veiligheidsinstructies (vervolg) 16. 17. Trap niet op de projector of leg er geen 18. voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade aan de projector veroorzaken, maar kan ook leiden tot ongevallen en mogelijk letsel. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. Als er vloeistof in de projector wordt gemorst, werkt deze mogelijk niet meer. Haal in dit geval de stekker uit het stopcontact en laat een BenQ-onderhoudstechnicus de projector controleren. 19.
2. Inleiding Kenmerken van de projector De projector combineert krachtige optische projectiemogelijkheden met een gebruikersvriendelijk ontwerp dat betrouwbaarheid en gebruiksgemak garandeert. De projector heeft de volgende kenmerken.
Buitenkant van de projector Voorkant/bovenkant 1 2 6 7 8 3 4 9 1. Extern bedieningspaneel (zie "Projector" op pagina 10 voor meer informatie.) Ventilatie (warme lucht uit) Projectielens Snelverstellerknop Lensdop Focusring Sleuf voor Kensingtonvergrendeling Ventilatie (koele lucht in) IR-sensor afstandsbediening voorkant 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 5 Achterkant Zie "Aansluiting" op pagina 17 voor meer informatie. 12 13 14 15 16 17 10 11 10. 11. 12. 13. 14. 15.
Bedieningselementen en functies Projector 1 1. 2. 3. 4. 5. 6. 10 2 3 8 9 4 5 6 7 10 5 11 12 Focusring (zie "De helderheid van het beeld 7. fijnafstemmen" op pagina 26 voor meer informatie.) Hiermee past u de scherpstelling van het geprojecteerde beeld aan. Waarschuwingslampje temperatuur (zie "Lampjes" op pagina 45 voor meer 8. informatie.) Brandt rood als de temperatuur van de projector te hoog wordt. Power-lampje (aan/uit) (zie "Lampjes" op pagina 45 voor meer informatie.
Afstandsbediening 5. 1 6 2 7 6. 3 3 4 3 8 9 10 7. 11 5 8. 1. 2. 3. 4. Aan/uit (zie "Starten" op pagina 21 en "De projector uitschakelen" op pagina 32 voor meer informatie.) Hiermee kunt u de projector aan- of uitzetten. 9. Stilstaand beeld (zie "Het beeld stilzetten" op pagina 31 voor meer informatie.) Hiermee zet u het geprojecteerde beeld stil. 10. Omhoog, Omlaag, Links, Rechts (zie "De OSD-menu's gebruiken" op pagina 34 voor meer informatie.
Bereik van de afstandsbediening De IR-sensoren (infrarood) van de afstandsbediening bevinden zich op de voor- en achterkant van de projector. Houd de afstandsbediening onder een hoek van maximaal 30 graden ten opzichte van de IR-sensoren van de afstandsbediening op de projector. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensoren mag niet meer dan 6 meter bedragen. Zorg dat niets de infraroodstraal tussen de afstandsbediening en de IR-sensoren op de projector blokkeert.
3. De projector plaatsen Een locatie kiezen De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd: 1. 2. 3. 4. Op een tafel en voor het scherm; Op het plafond en voor het scherm; Op een tafel en achter het scherm; Op het plafond en achter het scherm. 1. Tafel voorkant Selecteer deze instelling als u de projector op de vloer en voor het scherm installeert. Als u een snelle opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest gebruikte opstelling. 2.
De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen De afstand van de lens van de projector tot het scherm en het videoformaat zijn beide factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen. De maximale (native) resolutie van de projector is 800 x 600 pixels, wat overeenkomt met een 4:3-beeldverhouding. Voor de projectie van beelden met een 16:9-verhouding (breedbeeld) dient de projector de grootte van de desbetreffende beelden aan te passen aan de native beeldbreedte van het apparaat.
De positie van de projector bij een bepaalde schermgrootte bepalen 1. 2. Selecteer de schermgrootte. Zoek in de kolommen "4:3 schermdiagonaal" links in de tabel de afmetingen die de afmetingen van uw scherm het dichtst benaderen. In de tweede kolom vindt u in dezelfde rij de overeenkomstige gemiddelde afstand tot het scherm onder "Aanbevolen projectieafstand tot het scherm in mm". Dit is de projectieafstand. 3. In de rechterkolom vindt u in dezelfde rij de verticale hoek.
Projectieafmetingen Raadpleeg "Afmetingen" op pagina 48 voor de afmetingen van het midden van de lens van deze projector voordat u de juiste positie berekent.
4. Aansluiting Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies: 1. Schakel alle apparatuur uit voordat u verbindingen maakt. 2. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron. 3. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst. Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden meegeleverd met de projector (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 8). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
Videoapparaten aansluiten U kunt de projector aansluiten op diverse videoapparaten met een van de volgende uitgangen: • Componentvideo • S-Video • Video (composiet) U dient de projector slechts op een van deze uitgangen aan te sluiten. Elke uitgang levert een andere videokwaliteit. De gekozen uitgang is wellicht afhankelijk van de beschikbare overeenkomende aansluitingen op de projector en het gewenste videoapparaat.
Een componentvideo-apparaat aansluiten Controleer op het videoapparaat of er ongebruikte componentvideo-uitgangen beschikbaar zijn: • Zo ja, ga door met deze procedure. • Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten. Sluit de projector als volgt aan op een componentvideo-apparaat: 1. Neem de (optionele) componentvideo-naar-VGA (D-Sub) adapterkabel en sluit het uiteinde met de 3 RCA-connectoren aan op de componentvideo-uitgangen van het videoapparaat.
Een S-Video- of een composietvideo-apparaat aansluiten Controleer of er op het videoapparaat een ongebruikte S-Video- of composietvideo-uitgang beschikbaar is: • Zo ja, ga door met deze procedure. • Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten. Sluit de projector als volgt aan op een S-Video-/videoapparaat: 1. Sluit het ene uiteinde van de (optionele) S-Video-kabel/videokabel aan op de S-Video-/video-uitgang van het videoapparaat. 2.
5. Instelling Starten 1. Sluit het netsnoer aan op de projector en stop de stekker in een stopcontact. Schakel het stopcontact in (indien nodig). Controleer of het Power-lampje (Aan/uit) op de projector oranje oplicht nadat de stroom is ingeschakeld. Het netsnoer in de afbeelding kan er anders uitzien dan het type dat in uw regio wordt gebruikt. Gebruik alleen het netsnoer dat bij de projector is geleverd. Deze is geschikt voor uw regio. 2. Verwijder de lensdop.
Als er een pc-ingang is geselecteerd en de resolutie afwijkt van 800 x 600, dan wordt er een Herinnering voor resolutie weergegeven (zie onderstaande afbeelding). Voor een betere beeldkwaliteit dient u de resolutie van de pc te wijzigen in 800 x 600. Herinnering voor resolutie Analoog RGB 1024 x 768 60 Hz Dynamisch Voor een betere kwaliteit van het projectiebeeld raden we u aan de resolutie van uw pc in te stellen op SVGA (800 x 600).
5. 6. Voer het wachtwoord nogmaals in ter verificatie. Voer een van de volgende 3 stappen uit. i. Druk op AUTO (Automatisch) om verder te gaan. Het wachtwoord is ingesteld zodra het bericht “Wachtwoordwijziging succesvol uitgevoerd” wordt weergegeven. ii. Druk op Omhoog om de vier cijfers te wissen en opnieuw in te voeren. iii. Druk op Omlaag als u de wachtwoordbeveiliging wilt annuleren en terug wilt keren naar het OSD-menu.
5. 6. 7. Voer een van de volgende 3 stappen uit. i. Druk op AUTO (Automatisch) om uw keuze te bevestigen. ii. Druk op Omhoog om opnieuw te proberen. iii. Druk op Omlaag om de installatie te annuleren en terug te keren naar het schermmenu. Bevestig het nieuwe wachtwoord door het nieuwe wachtwoord opnieuw in te voeren. Voer een van de volgende 3 stappen uit. i. Druk op AUTO (Automatisch) om de procedure te voltooien. ii. Druk op Omhoog om opnieuw te proberen. iii.
De helderheid van het geprojecteerde beeld verandert tijdens het schakelen tussen de verschillende ingangssignalen. Grafische "pc"-presentaties met stilstaande beelden zijn doorgaans helderder dan "Video"-presentaties met bewegende beelden (films). De beschikbare projectietoepassingen zijn afhankelijk van het type ingang. Zie "Een beeldmodus selecteren" op pagina 27 voor meer informatie.
Bijvoorbeeld: Keystone Keystone • Druk op op de projector of de afstandsbediening. • Druk op Links op de projector of de afstandsbediening in het menu Pro-beeld > Keystone. 0 • Druk op op de projector of de afstandsbediening. • Druk op Rechts op de projector of de afstandsbediening in het menu Pro-beeld > Keystone. 0 Keystone -6 Keystone +6 Het beeld automatisch aanpassen In sommige gevallen is het nodig om de beeldkwaliteit bij te stellen.
U kunt de geprojecteerde beeldverhouding (ongeacht de verhouding van de bron) wijzigen door Pro-beeld > Aspect Ratio te openen. Selecteer de beeldverhouding die overeenstemt met het formaat van het videosignaal en de vereisten van uw scherm. Er zijn drie beeldverhoudingen beschikbaar: In de onderstaande afbeeldingen zijn de zwarte gedeelten inactief en de witte actief. 1. 2. 3. Native: het beeld wordt geprojecteerd met de oorspronkelijke resolutie, zonder omzetting van pixels.
Pc-signaalingang 1. 2. 3. 4. Dynamisch (Standaard): maximale helderheid van het geprojecteerde beeld. Deze optie is geschikt voor omgevingen waar een uiterst hoge helderheid is vereist, bijv. in een goed verlichte kamer. Presentatie: geschikt voor presentaties. De helderheid primeert in deze modus opdat de kleuren overeenkomen met die van de pc of notebook. sRGB: in deze modus worden de RGB-kleuren zo zuiver mogelijk weergegeven, waardoor de beelden levensecht worden, ongeacht de helderheidsinstellingen.
Contrast wijzigen Hoe hoger de waarde, hoe groter het contrast. Stel deze knop zo in dat de witte gedeelten van het beeld helder worden weergegeven en er nog details zichtbaar zijn in de witte gedeelten. Gebruik deze optie om het maximale witniveau in te stellen nadat u eerder de helderheid hebt ingesteld overeenkomstig de geselecteerde ingang en de omgeving. -30 50 +70 Een Kleurtemperatuur selecteren Er zijn vier instellingen voor kleurtemperatuur* beschikbaar. 1.
2. Druk op Omlaag om Timerinterval te selecteren en bepaal de timerinterval door te drukken op Links/ Rechts. De tijdsduur kan worden ingesteld van 5 t/m 240 minuten in stappen van 5 minuten. Als de timer al is ingeschakeld, zal deze bij elke nieuwe instelling van de Timerinterval opnieuw starten. 3. Druk op Omlaag om Timerweergave te selecteren en kies of u de timer wilt weergeven op het scherm door op Links/Rechts te drukken. Selectie Altijd 1 min./2 min./ 3 min.
Het beeld verbergen Als u de volle aandacht van het publiek op de presentator wilt richten, kunt u met BLANK (Onderdrukken) de schermafbeelding verbergen. Druk op een willekeurige knop op de projector of afstandsbediening om de afbeelding opnieuw weer te geven. Het woord 'BLANK' (Onderdrukken) verschijnt in de rechterbenedenhoek van het scherm als de afbeelding is verborgen.
Wanneer u de projector de volgende keer inschakelt, wordt het onderstaande bericht weergegeven tijdens het opstarten. Huidige status Hoogtemodus Aan Gebruik deze modus om de projector te beschermen tegen extreme omgevingsfactoren. Dit kan leiden tot een hogere ventilatorsnelheid. Als u de "Hoogtemodus" modus hebt geselecteerd, wordt er wellicht meer ruis geproduceerd omdat de ventilatoren sneller moeten draaien voor een betere koeling en optimale prestaties.
Menubewerkingen Menusysteem De schermmenu's verschillen afhankelijk van het geselecteerde signaaltype. Beschikbare functies bij de ontvangst van verschillende signaaltypen...
De OSD-menu's gebruiken De projector beschikt over schermmenu's waarin u de instellingen kunt aanpassen. Er zijn 17 verschillende menutalen. (Zie "Taal" op pagina 38 voor meer informatie.) In het volgende voorbeeld passen we de instelling Keystone aan. 1. Druk op MENU op de projector of op MENU op de afstandsbediening om het schermmenu in te schakelen. Beeldmodus Dynamisch Wandkleur Uit Kleurtemperatuur T1 Helderheid 0 Contrast 0 4.
Menu Beeld Sommige beeldaanpassingen zijn alleen mogelijk wanneer bepaalde ingangen in gebruik zijn. Aanpassingen die niet beschikbaar zijn, worden niet weergegeven op het scherm. FUNCTIE (standaardinstelling/ waarde) Beeldmodus (Pc: Dynamisch; YPbPr/S-Video/Video: Standaard) Wandkleur (Uit) BESCHRIJVING Met de vooraf ingestelde projectietoepassingen kunt u de instellingen van het projectorbeeld aanpassen aan het type programma.
Menu Pro-beeld Sommige beeldaanpassingen zijn alleen mogelijk wanneer bepaalde ingangen in gebruik zijn. Aanpassingen die niet beschikbaar zijn, worden niet weergegeven op het scherm. FUNCTIE (standaardinstelling/ waarde) BESCHRIJVING Deze functie past de resolutie van het ingangssignaal automatisch aan de native resolutie van de projector aan.
Menu Instellingen FUNCTIE (standaardinstelling/ waarde) BESCHRIJVING OSD tijd Bepaalt hoe lang het menu op het scherm wordt weergegeven nadat u op de knop hebt gedrukt. U kunt een waarde tussen 5 en 100 seconden kiezen. Bepaalt hoe lang een schermafbeelding wordt verborgen wanneer de functie Onderdrukken is geactiveerd. Als de ingestelde tijd is verstreken, wordt het beeld hersteld. Dit is een instelbare functie.
Menu Geavanceerd FUNCTIE BESCHRIJVING (standaardinstelling/ (standaardinstelling/waarde) waarde) Spiegelen ( ) Bron Scan (Aan) Taal (Nederlands) Opstartscherm (BenQ-logo) Hoogtemodus (Uit) Auto uit (Uit) Economische Modus (Uit) Presentatietimer U kunt de projector tegen het plafond of achter een scherm installeren, of met een of meerdere spiegels. U hebt een houder (optioneel accessoire) nodig als u de projector tegen het plafond wilt monteren. Neem hiervoor contact op met uw leverancier.
Menu Informatie Dit menu geeft de huidige status van de projector aan. Sommige beeldaanpassingen zijn alleen mogelijk wanneer bepaalde ingangen in gebruik zijn. Aanpassingen die niet beschikbaar zijn, worden niet weergegeven op het scherm. FUNCTIE BESCHRIJVING Bron Geeft de huidige signaalbron weer. Resolutie Geeft de resolutie van het ingangssignaal weer. Systeem Geeft de indeling van het video-ingangssysteem weer: NTSC, SECAM of PAL.
6. Onderhoud Onderhoud van de projector De projector heeft maar weinig onderhoud nodig. Het enige dat u regelmatig dient te doen, is de lens schoonhouden. Verwijder nooit onderdelen van de projector, met uitzondering van de lamp. Neem contact op met uw leverancier als er andere onderdelen vervangen dienen te worden. De lens reinigen Reinig de lens als u vuil of stof op het oppervlak ziet. • • Verwijder stof met een fles met gecomprimeerde lucht.
Informatie over de lamp De gebruiksduur van de lamp berekenen De gebruiksduur van de lamp (lampuren) wordt automatisch berekend door de ingebouwde timer als de projector wordt gebruikt. De equivalente gebruiksduur wordt als volgt berekend: Totale (equivalente) gebruiksduur van de lamp = 1 uur (gebruiksduur in de Economische Modus) + 1,5 uur (gebruiksduur in de normale modus) Zie "Economische Modus" op pagina 38 voor meer informatie over de Economische Modus.
Maximale levensduur lamp overschreden Vervang de lamp (raadpleeg de gebruikershandleiding) Als dit bericht wordt weergegeven, wordt de projector over 40 seconden uitgeschakeld. De lamp MOET worden vervangen voordat de projector opnieuw normaal functioneert.
5. Koppel de lampprojector los door deze tegen de projector te duwen en tegelijkertijd omhoog te trekken. 6. Draai de schroeven van de lamp los. 7. Trek aan de handgreep zodat deze rechtop staat. Trek met de handgreep de lamp langzaam uit de projector. • Als u te snel trekt, kan de lamp breken waardoor glasscherven in de projector terecht kunnen komen. • Plaats de lamp niet binnen het bereik van kinderen of in de buurt van vloeistoffen en ontvlambare materialen.
12. Plaats het lampdeksel terug. 13. Draai de schroeven van het deksel weer vast. • Een losse schroef kan tot een slechte verbinding leiden, met storingen tot gevolg. • Draai de schroef niet te vast. 14. Start de projector opnieuw op. Schakel de stroom nooit in wanneer het deksel van de lamp is verwijderd. 15. De teller van de lamp resetten Stel de gebruiksduur van de lamp niet op nul in wanneer de lamp niet is vervangen - wanneer u dat wel doet, kan dat tot schade of storingen leiden. i.
Lampjes Illustratie • Leeg -: lampje UIT • : lampje knippert • : lampje AAN Licht • • O: oranje lampje R: rood lampje • G: groen lampje Status & beschrijving Power Temp Lamp Situaties gerelateerd aan de stroomtoevoer O O O De projector is zojuist aangesloten op een stopcontact. O - - Stand-bymodus G - - Opstarten. G - - Normale werking. 1.
Licht Status & beschrijving Power Temp Lamp Situaties gerelateerd aan de temperatuur 46 - R - - R R - R G R O R R R R R G R R O G R R G R G G R O O R R O R G O R O - G R - G G Onderhoud De projector is automatisch afgesloten. Als u de projector opnieuw probeert te starten, wordt deze opnieuw afgesloten. Neem contact op met uw leverancier voor hulp.
7. Probleemoplossing U kunt de projector niet inschakelen Oorzaak Oplossing Het netsnoer levert geen stroom. Stop het ene uiteinde van het netsnoer in de netsnoeraansluiting op de projector en het andere uiteinde in het stopcontact. Zorg dat het stopcontact is ingeschakeld (indien van toepassing). De projector werd aangezet tijdens het afkoelen. Wacht tot de projector volledig is afgekoeld. Geen beeld Oorzaak Oplossing De videobron is niet ingeschakeld of niet correct aangesloten.
8. Specificaties Projectorspecificaties Alle specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Algemeen Productnaam Modelnaam Digitale projector MP510 Optische specificaties Resolutie Weergavesysteem Lens F/waarde Lamp 800 x 600 SVGA 1-CHIP DMD F=2,57 (vast) Lamp van 160 W Elektrische specificaties Voeding Stroomverbruik 100–240 AC, 2,5 A, 50–60 Hz (automatisch) 250 W (max.
Timing-diagram Ondersteunde timing voor pc-ingang Resolutie Horizontale frequentie (kHz) 640 x 480 720 x 400 800 x 600 1024 x 768 1280 x 1024 Verticale frequentie (Hz) 31,469 37,861 37,500 43,269 31,469 37,879 48,077 46,875 53,674 48,363 56,476 60,023 68,667 63,981 Pixelfreque ntie (MHz) 59,940 72,809 75,000 85,008 70,087 60,317 72,188 75,000 85,061 60,004 70,069 75,029 84,997 60,020 Modus 25,175 31,500 31,500 36,000 28,322 40,000 50,000 49,500 56,250 65,000 75,000 78,750 94,500 108,000 VGA_60 VGA
9. Informatie over garantie en copyright Beperkte garantie De garantie van BenQ voor dit product heeft betrekking op productie- en materiaalfouten die zich bij normaal gebruik van het apparaat manifesteren. Wanneer u een beroep wilt doen op de garantie, dient u een geldig aankoopbewijs te kunnen overleggen. Wanneer dit product tijdens de garantieperiode defect raakt, is BenQ alleen verplicht de defecte onderdelen te vervangen (inclusief arbeidsloon).
10. Voorschriften FCC-verklaring KLASSE B: deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequentie-energie en kan deze uitstralen en kan, indien niet geïnstalleerd en gebruikt volgens de instructies, schadelijke interferentie van radiocommunicatie veroorzaken. Er is echter geen garantie dat er geen interferentie zal optreden in specifieke installaties.