MP620p Digitale projector Mainstream-serien Gebruikershandleiding Welkom
Copyright Copyright 2006 BenQ Corporation. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd, verzonden, opgeslagen in een zoeksysteem of vertaald in een andere taal of computertaal, onder geen enkele vorm en op geen enkele wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, magnetisch, optisch, chemisch, handmatig of op andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BenQ Corporation.
Inhoud Belangrijke veiligheidsinstructies .......................... 1 Inleiding.................................................................. 5 Kenmerken van de projector ......................................... 5 Inhoud van de verpakking .............................................. 6 Optionele accessoires ...............................................................................6 Buitenkant van de projector ........................................... 7 Voorkant/bovenkant .....................
Keystone (Trapezium) corrigeren ................................24 Projectietoepassing selecteren .......................................25 Schakelen tussen ingangssignalen ................................25 Het beeld verbergen ......................................................25 Door pagina's scrollen vanaf de afstandsbediening .....26 Het beeld stilzetten ........................................................26 Afsluiten .........................................................................
EU-verklaring ............................................................... 50 MIC-verklaring ............................................................. 50 AEEA-richtlijn ..............................................................
vi Inhoud
Belangrijke veiligheidsinstructies De BenQ-projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor IT-apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze handleiding en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen. Let op • • • Open de behuizing niet, om het risico van elektrische schokken te voorkomen. In het station bevinden zich geen onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden.
Veiligheidsinstructies 2 1. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat de projector ongeveer 45 minuten afkoelen voordat u de lamp vervangt. 2. Gebruik de lamp niet langer dan de voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen breken. 3. Zorg dat de stekker van de projector uit het stopcontact is verwijderd voordat u de lamp of elektronische onderdelen vervangt. Belangrijke veiligheidsinstructies 4.
Veiligheidsinstructies (vervolg) 6. Plaats de projector niet in de volgende 7. Blokkeer het ventilatierooster niet. - Plaats het apparaat niet op een laken, ruimtes: beddengoed of andere zachte materialen. - Bedek het apparaat niet met een doek of andere voorwerpen. - Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector. - Slecht geventileerde of gesloten ruimtes. Zorg dat de projector ten minste 50 cm van de muur staat en laat voldoende ruimte vrij rondom de projector.
Veiligheidsinstructies (vervolg) 10. 11. 12. 4 Trap niet op de projector of leg er geen 13. voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade aan de projector veroorzaken, maar kan ook leiden tot ongevallen en mogelijk letsel. Plaats geen voorwerpen voor de projectielens als de projector wordt gebruikt. De voorwerpen kunnen heet worden en daardoor vervormd raken of vlam vatten. Druk op Blank (Onderdrukken) op de projector of op de afstandsbediening om de lamp tijdelijk uit te schakelen.
Inleiding Kenmerken van de projector De projector combineert krachtige optische projectiemogelijkheden met een gebruikersvriendelijk ontwerp dat betrouwbaarheid en gebruiksgemak garandeert.
Inhoud van de verpakking Bij de projector worden de kabels geleverd die nodig zijn om het apparaat op een PC of op video-apparatuur aan te sluiten. Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier. De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die in de afbeeldingen.
Buitenkant van de projector Voorkant/bovenkant 1. 1 6 2. 2 3 4 3. 7 4. 5. 6. 7. 5 Extern bedieningspaneel (Zie "Extern bedieningspaneel" op pagina 8 voor meer informatie.) Ventilatierooster Projectielens Knop voorste versteller Lensdop Focusring en zoomring IR-sensor afstandsbediening voorzijde Achterkant Zie "Aansluitingen" op pagina 15 voor meer informatie over het aansluiten van andere apparatuur. 11 12 13 14 15 16 17 18 10 19 9 8 8. 9. 10. 11. 12. 13.
Bedieningselementen en functies Extern bedieningspaneel 13 14 7 8 5 9 10 3 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 8 6 1 2 1. 12 11 4 I Aan/uit (zie "Starten" op pagina 21 en "Afsluiten" op pagina 26 voor meer informatie.) Hiermee kunt u de projector aan- of uitzetten. Blank (Onderdrukken) (zie "Het beeld verbergen" op pagina 25 voor meer informatie.) Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen. Druk op een willekeurige knop op het bedieningspaneel om de afbeelding opnieuw weer te geven.
13. 14. Als het schermmenu is geactiveerd, functioneren de knoppen #9 en #12 als richtingsknoppen om de gewenste items te selecteren en de instellingen te wijzigen. Focusring (zie "Het beeldformaat en de helderheid fijnafstemmen" op pagina 24 voor meer informatie.) Hiermee past u de scherpstelling van het geprojecteerde beeld aan. Zoomring (zie "Het beeldformaat en de helderheid fijnafstemmen" op pagina 24 voor meer informatie.) Hiermee past u de grootte van het beeld aan.
7. Page Up en Page Down (Pagina omhoog en omlaag) (zie "Door pagina's scrollen vanaf de afstandsbediening" op pagina 26 voor meer informatie.) Met deze knoppen kunt u een softwareprogramma op de PC bedienen dat reageert op scrollopdrachten (bijv. Microsoft PowerPoint). 8. 9. 10. 11. Auto (zie "Het beeld automatisch aanpassen" op pagina 23 voor meer informatie.) Hiermee worden automatisch de beste beeldinstellingen bepaald voor het weergegeven beeld.
De projector plaatsen Een locatie kiezen De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd: 1. Op de vloer en voor het scherm; 2. Op het plafond en voor het scherm; 3. Op de vloer en achter het scherm; 4. Op het plafond en achter het scherm. Welke installatie u het beste kunt gebruiken, is afhankelijk van de indeling van de ruimte en uw persoonlijke voorkeur.
De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen. De maximale (native) resolutie van de projector is 1024 x 768 pixels, wat overeenkomt met een 4:3-beeldverhouding.
De positie van de projector bij een bepaalde schermgrootte bepalen: 1. 2. 3. 4. Selecteer de schermgrootte. Zoek in de linkerkolom 'Schermdiameter' de afmetingen van uw scherm. In de tweede kolom vindt u in dezelfde rij de overeenkomstige gemiddelde afstand tot het scherm onder 'Gemiddeld'. Dit is de projectieafstand. In de rechterkolom vindt u in dezelfde rij de verticale hoek. Zo bepaalt u de uiteindelijke verticale hoek van de projector ten opzichte van de rand van het scherm.
Maximale zoom Minimale zoom Scherm Midden van de lens Hoek Projectieafstand 4:3 schermdiagonaal voet inch mm 4 48 5 6 60 72 7 8 84 96 9 108 10 120 12 144 15 180 18 216 25 300 1219 1500 1524 1829 2000 2134 2438 2500 2743 3000 3048 3500 3658 4000 4572 5000 5486 6000 7620 Afstand van scherm in mm Min. lengte Gemiddeld Max. lengte (met max. (met min.
Aansluitingen Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies: 1. 2. 3. Schakel alle apparatuur uit voordat u verbindingen maakt. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst. Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden meegeleverd met de projector (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 6). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
• U hebt een Mac-adapter (optioneel accessoire) nodig als u oudere Macintosh-computers wilt aansluiten. • Bij laptops worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten. Met de toetsencombinatie FN + F3 of FN + CRT/LCD kunt u de externe weergave doorgaans in- of uitschakelen. Zoek op de laptop de functietoets CRT/LCD of de functietoets met een beeldscherm. Druk tegelijkertijd op FN en een van deze toetsen.
Video-apparaten aansluiten U kunt de projector aansluiten op diverse video-apparaten met een van de volgende uitgangen: • Componentvideo • S-Video • Video (composiet) U dient de projector slechts op een van deze uitgangen aan te sluiten. Elke uitgang levert een andere videokwaliteit. De gekozen uitgang is wellicht afhankelijk van de beschikbare overeenkomende aansluitingen op de projector en het gewenste video-apparaat.
Een componentvideo-apparaat aansluiten Controleer op het video-apparaat of er ongebruikte componentvideo-uitgangen beschikbaar zijn: • Zo ja, ga door met deze procedure. • Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten. Sluit de projector als volgt aan op een componentvideo-apparaat: 1. Neem de (optionele) componentvideo-naar-VGA (D-Sub) adapterkabel en sluit het uiteinde met de 3 RCA-connectoren aan op de componentvideo-uitgangen van het video-apparaat.
Een S-Video-apparaat aansluiten Controleer of er op het video-apparaat een ongebruikte S-Video-uitgang beschikbaar is: • Zo ja, ga door met deze procedure. • Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten. Sluit de projector als volgt aan op een S-Video-apparaat: 1. Sluit het ene uiteinde van de (optionele) S-Video-kabel aan op de S-Video-uitgang van het video-apparaat. 2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de S-VIDEO-aansluiting van de projector.
Een composietvideo-apparaat aansluiten Controleer op het video-apparaat of er ongebruikte composietvideo-uitgangen beschikbaar zijn: • Zo ja, ga door met deze procedure. • Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten. Sluit de projector als volgt aan op een composietvideo-apparaat: 1. Sluit het ene uiteinde van de (optionele) videokabel aan op de composietvideouitgang van het video-apparaat. 2.
Bediening Starten 1. 2. 3. 4. 5. 6. Sluit het netsnoer aan op de projector en stop de stekker in een stopcontact. Schakel het stopcontact in (indien nodig). Controleer of het Power-lampje (aan/ uit) op de projector oranje oplicht nadat de stroom is ingeschakeld. Verwijder de lensdop. Als u dit niet doet, wordt deze mogelijk vervormd door de hitte. Houd de aan/uit-knop op de afstandsbediening of de projector twee seconden ingedrukt om de projector te starten.
2. 3. Als u de functie voor de eerste keer activeert, ziet u een bericht op het scherm. Met de knop Omhoog 5 of Omlaag 6 kunt u een getal selecteren voor elk cijfer van het wachtwoord. Met de knop Links 3 of Rechts 4 kunt u van cijfer naar cijfer gaan. Druk ter bevestiging op Auto als u alle cijfers hebt ingevoerd en het wachtwoord klaar is. Er wordt een bevestiging weergegeven.
ii. Als het wachtwoord niet juist is, wordt het bericht “Fout wachtwoord” weergegeven. Druk op Omhoog 5 om het opnieuw te proberen of druk op Omlaag 6 om te annuleren. 4. Controleer het nieuwe wachtwoord. i. Druk op Auto om de procedure te voltooien. ii. Druk op Omhoog 5 om opnieuw te proberen. iii. Druk op Omlaag 6 als u de wachtwoordbeveiliging wilt annuleren en terug wilt keren naar het schermmenu. De hoogte aanpassen De projector heeft vooraan een handige snelversteller en achteraan een verstelvoetje.
Het beeldformaat en de helderheid fijnafstemmen 1. Wijzig de grootte van het geprojecteerde beeld met behulp van de zoomring. 2. Stel vervolgens het beeld scherp door aan de focusring te draaien. Keystone (Trapezium) corrigeren Een trapeziumfout doet zich voor wanneer het geprojecteerde beeld aan de onderzijde of bovenzijde duidelijk breder is. Dit doet zich voor als de projector niet loodrecht op het scherm staat.
Projectietoepassing selecteren De projector beschikt over verschillende projectietoepassingen waaruit u de toepassing kunt kiezen die past bij uw besturingssysteem en het beeldtype van de invoerbron. Druk op Mode (Modus) om een geschikte toepassing te selecteren. De beschikbare beeldmodi voor de verschillende typen signalen vindt u hieronder. Zie "Projectie-toepassing" op pagina 29 voor meer informatie.
Door pagina's scrollen vanaf de afstandsbediening Met de knoppen Page Up en Page Down (Pagina omhoog en omlaag) op de afstandsbediening kunt u een softwareprogramma op de PC bedienen dat reageert op scrollopdrachten (bijv. Microsoft PowerPoint). Zie "Een computer aansluiten" op pagina 15 voor meer informatie. Sluit de projector met een USB-kabel aan op uw PC of notebook voordat u deze functie gebruikt.
Menubewerkingen Menusysteem De schermmenu's verschillen afhankelijk van het geselecteerde signaaltype. Beschikbare functies bij de ontvangst van verschillende signaaltypen...
De menu's gebruiken De projector beschikt over schermmenu's waarin u de instellingen kunt aanpassen. Er zijn 17 verschillende menutalen. (Zie pagina "4. Menu Geavanceerd" op pagina 33 voor meer informatie.) In het volgende voorbeeld passen we de instelling Keystone (Trapezium) aan. 1. Druk op 6 Menu op de projector of op Menu op de afstandsbediening om het schermmenu in te schakelen. 4.
1. Menu Beeld Sommige beeldaanpassingen zijn alleen mogelijk wanneer bepaalde ingangen in gebruik zijn. Aanpassingen die niet beschikbaar zijn, worden niet weergegeven op het scherm. FUNCTIE (standaardinstelling/ waarde) BESCHRIJVING Met de vooraf ingestelde projectietoepassingen kunt u de instellingen van het projectorbeeld aanpassen aan het type programma. Selecteer met de knop Mode (Modus) op de afstandsbediening een van de beschikbare projectietoepassingen.
Er zijn vier instellingen voor kleurtemperatuur* beschikbaar. Kleurtemperatuur (afhankelijk van de geselecteerde projectietoepassing) Helderheid (afhankelijk van de geselecteerde invoerbron) 1. 2. 3. 4. T1: met de hoogste kleurtemperatuur, T1, krijgen beelden meer een blauwe schijn dan bij andere instellingen. T2: hiermee krijgen beelden een blauwe schijn. T3: de witte kleur behoudt de normale schakering. T4: hiermee krijgen beelden een rode schijn.
2. Menu Pro-beeld Sommige beeldaanpassingen zijn alleen mogelijk wanneer bepaalde ingangen in gebruik zijn. Aanpassingen die niet beschikbaar zijn, worden niet weergegeven op het scherm. FUNCTIE (standaardinstelling/ waarde) BESCHRIJVING Deze functie past de resolutie van het ingangssignaal automatisch aan de native resolutie van de projector aan. Aan: de resolutie van het ingangssignaal wordt omgezet naar de native resolutie van de projector (1024 x 768).
3. Menu Setting (Instellingen) FUNCTIE (standaardinstelling/ waarde) BESCHRIJVING Dempen (Uit) Hiermee schakelt u het geluid in en uit. Volume (5) Past het volumeniveau aan. Bepaalt hoe lang het menu op het scherm wordt weergegeven nadat u op OSD-tijd (10) de knop hebt gedrukt. U kunt een waarde tussen 5 en 100 seconden kiezen. Snelle afkoeling (Uit) Hiermee schakelt u de functie voor het snel afkoelen in en uit. Selecteer Aan om de functie in te schakelen.
4. Menu Geavanceerd FUNCTIE (standaardinstelling/ waarde) BESCHRIJVING U kunt de projector tegen het plafond of achter een scherm installeren, of Spiegel (Vloer met een of meerdere spiegels. U hebt een houder (optioneel accessoire) nodig als u de projector tegen het plafond wilt monteren. Neem hiervoor voorkant) contact op met uw leverancier. Raadpleeg "Een locatie kiezen" op pagina 11 voor meer informatie.
Selecteer deze modus wanneer u de projector op grote hoogte of bij hoge temperaturen gebruikt. Het verdient aanbeveling de hoogtemodus te selecteren wanneer u de projector gebruikt op een hoogte van meer dan 914 m of bij een temperatuur van meer dan 40 °C, of wanneer u de projector langer dan 10 uur gaat gebruiken zonder het apparaat uit te schakelen. Selecteer Aan met de knoppen Links 3/Rechts 4 op de projector of op de afstandbediening als u de hoogtemodus wilt activeren.
5. Menu Informatie Dit menu geeft de huidige status van de projector aan. Sommige beeldaanpassingen zijn alleen mogelijk wanneer bepaalde ingangen in gebruik zijn. Aanpassingen die niet beschikbaar zijn, worden niet weergegeven op het scherm. FUNCTIE BESCHRIJVING Bron Geeft de huidige signaalbron weer. Resolutie Geeft de native resolutie van het ingangssignaal weer. Projectietoepassing Geeft de geselecteerde modus in het menu Beeld weer. Geeft het aantal uur weer dat de lamp is gebruikt.
Onderhoud Onderhoud van de projector De projector heeft maar weinig onderhoud nodig. Het enige wat u regelmatig dient te doen, is de lens schoonhouden. Verwijder nooit onderdelen van de projector, met uitzondering van de lamp. Neem contact op met uw leverancier als er andere onderdelen vervangen dienen te worden. De lens reinigen Reinig de lens als u vuil of stof op het oppervlak ziet. • • Verwijder stof met een fles met gecomprimeerde lucht.
Informatie over de lamp De gebruiksduur van de lamp berekenen De gebruiksduur van de lamp (lampuren) wordt automatisch berekend door de ingebouwde timer als de projector wordt gebruikt. De equivalente gebruiksduur wordt als volgt berekend: Totale (equivalente) gebruiksduur van de lamp = 3/4 (gebruiksduur in de economische modus) + 1 (gebruiksduur in de normale modus) Zie "Economische modus (Uit)" op pagina 34 voor meer informatie over de economische modus.
De lamp is langer dan 3000 uur in gebruik. Het bericht knippert gedurende 30 seconden midden in het scherm en het waarschuwingslampje van de lamp brandt gedurende 40 seconden rood. Het is aan te raden de lamp op deze leeftijd te vervangen. De lamp is een verbruiksartikel. Naarmate de lamp langer wordt gebruikt, verminderd de helderheid ervan. U kunt de lamp vervangen wanneer u merkt dat het helderheidsniveau significant is afgenomen.
3. Verwijder het deksel. Schakel de stroom nooit in wanneer het deksel van de lamp is verwijderd. 4. Koppel de lampconnector los. 5. Draai de schroeven van de lamp los. 6. Trek de lamp uit de projector. • Als u te snel trekt, kan de lamp breken waardoor glasscherven in de projector terecht kunnen komen. • Plaats de lamp niet binnen het bereik van kinderen of in de buurt van vloeistoffen en ontvlambare materialen. • Steek uw handen niet in de projector nadat de lamp is verwijderd.
8. Sluit de lampconnector aan op de projector. 9. Draai de schroeven van de lamp weer vast. • Een losse schroef kan tot een slechte verbinding leiden, met storingen tot gevolg. • Draai de schroef niet te vast. 10. Plaats het lampdeksel terug. 11. Draai de schroeven van het deksel weer vast. • Een losse schroef kan tot een slechte verbinding leiden, met storingen tot gevolg. • Draai de schroef niet te vast. 12. Start de projector opnieuw op.
iii. Wacht ongeveer 5 seconden totdat het schermmenu verdwijnt. Informatie over de temperatuur Als het waarschuwingslampje voor de temperatuur aan is, wordt u gewaarschuwd voor een van de volgende mogelijke problemen: 1. De binnentemperatuur is te hoog opgelopen. 2. De ventilatoren werken niet. Zet de projector uit en neem contact op met een bevoegd technicus voor verdere hulp. Raadpleeg "Lampjes" op pagina 42 voor meer informatie.
Lampjes Illustratie Leeg - : lampje UIT • • O : oranje lampje • : lampje knippert • R : rood lampje • : lampje AAN • G : groen lampje Lampje Status & beschrijving Power Temp Lamp Situaties gerelateerd aan de stroomtoevoer O - - G - - G - - Stand-bymodus. Het Power-lampje (Aan/uit) knippert tijdens het inschakelen. De projector werkt normaal. 1.
Lampje Status & beschrijving Power Temp Lamp Situaties gerelateerd aan de temperatuur - R - - R R - R G R R R G R R O R R - G R De projector is automatisch afgesloten. Als u de projector opnieuw probeert te starten, wordt deze opnieuw afgesloten. Neem contact op met uw leverancier voor hulp.
Veiligheidsvoorschriften voor de plafondmontage van de BenQ-projector Voor een probleemloze werking van de projector is ook veiligheid van groot belang. Neem de volgende veiligheidsvoorschriften in acht om schade en lichamelijk letsel te voorkomen. Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen, is het raadzaam de plafondmontageset voor BenQ-projectoren te gebruiken voor een veilige en stevige montage.
Probleemoplossing U KUNT DE PROJECTOR NIET INSCHAKELEN. Oorzaak Oplossing Het netsnoer levert geen stroom. Stop het ene uiteinde van het netsnoer in de netsnoeraansluiting op de projector en het andere uiteinde in het stopcontact. Zorg dat het stopcontact is ingeschakeld (indien van toepassing). De projector werd aangezet tijdens het afkoelen. Wacht tot de projector volledig is afgekoeld. GEEN BEELD Oorzaak Oplossing De videobron is niet ingeschakeld of niet correct aangesloten.
Specificaties Projectorspecificaties Alle specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Timing-diagram Ondersteunde timing voor PC-ingang Resolutie Horizontale frequentie (kHz) 640 x 400 640 x 480 800 x 600 1024 x 768 1280 x 1024 Verticale frequentie (Hz) 31,47 31,469 37,861 37,500 43,269 37,879 48,077 46,875 53,674 48,363 56,476 60,023 68,667 63,981 Pixelfreque ntie (MHz) 70,089 59,940 72,809 75,000 85,008 60,317 72,188 75,000 85,061 60,004 70,069 75,029 84,997 60,020 25,176 25,175 31,500 31,500 36,000 40,000 50,000 49,500 56,250 65,000 75,000 78,750 94,500 108,000 Modus 640 x 400_7
Afmetingen Eenheid: mm 48 Specificaties
Garantie Beperkte garantie De garantie van BenQ voor dit product heeft betrekking op productie- en materiaalfouten die zich bij normaal gebruik van het apparaat manifesteren. Wanneer u een beroep wilt doen op de garantie, dient u een geldig aankoopbewijs te kunnen overleggen. Wanneer dit product tijdens de garantieperiode defect raakt, is BenQ alleen verplicht de defecte onderdelen te vervangen (inclusief arbeidsloon).
Verklaringen FCC-verklaring KLASSE B: deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequentie-energie en kan deze uitstralen en kan, indien niet geïnstalleerd en gebruikt volgens de instructies, schadelijke interferentie van radiocommunicatie veroorzaken. Er is echter geen garantie dat er geen interferentie zal optreden in specifieke installaties.