Operation Manual

Aansluitingen 21
Aansluitingen
Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat u verbindingen maakt.
2. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden meegeleverd
met de projector (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 10). Deze kabels zijn verkrijgbaar
bij elektronicawinkels.
Een computer of beeldscherm aansluiten
Een computer aansluiten
De projector beschikt over een VGA-aansluiting voor laptops of bureaucomputers.
Sluit de projector als volgt aan op een laptop of bureaucomputer:
1. Sluit het ene uiteinde van de meegeleverde VGA-kabel aan op de D-Sub-uitgang van
de computer.
2. Sluit het andere uiteinde van de VGA-kabel aan op de D-SUB/
COMP.IN-signaalingang op de projector.
3. Wilt u tijdens de presentatie ook gebruikmaken van de luidspreker
(gemengd monogeluid), sluit dan een geschikte audiokabel aan tussen de
audio-uitgang van de computer en de audio-aansluiting van de projector.
In het onderstaande diagram vindt u een overzicht van de benodigde verbindingen.
Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector
is aangesloten. Met de toetsencombinatie FN + F3 of FN + CRT/LCD kunt u de externe
weergave doorgaans in- of uitschakelen. Zoek op de notebook de functietoets CRT/LCD of de
functietoets met een beeldscherm. Druk tegelijkertijd op FN en een van deze toetsen.
Raadpleeg de handleiding bij uw notebook voor meer informatie over mogelijke
toetsencombinaties.
Laptop of desktopcomputer
Audiokabel
VGA-kabel