Operation Manual

Bediening 31
De helderheid van het geprojecteerde beeld verandert tijdens het schakelen tussen de
verschillende ingangssignalen. Grafische "pc"-presentaties met stilstaande beelden zijn
doorgaans helderder dan "Video"-presentaties met bewegende beelden (films).
De beschikbare opties voor Beeldmodus zijn afhankelijk van het type ingangssignaal.
Zie "Een beeldmodus selecteren" op pagina 35 voor details.
De eigenresolutie van deze projector heeft een beeldverhouding van 4:3. Voor de beste
beeldresultaten, kiest u een ingangssignaal dat ook gebruik maakt van deze resolutie.
Andere resoluties worden door de projector aangepast, afhankelijk van de instelling
"beeldverhouding", waardoor enige beeldvervorming of verlies van beeldkwaliteit kan
optreden. Zie "De beeldverhouding kiezen" op pagina 34 voor details.
Het geprojecteerde beeld aanpassen
De projectiehoek aanpassen
De projector heeft vooraan een handige snelversteller en achteraan een verstelvoetje.
Met deze verstelvoetjes kunt u de hoogte van het beeld en de projectiehoek wijzigen.
De projectorhoogte aanpassen:
1. Druk op de verstellerknop en til de
projector aan de voorkant op.
Zodra het beeld op de gewenste
positie staat, laat u de
verstellerknop los om het
verstelvoetje in deze positie te
vergrendelen.
Kijk niet in de lens wanneer de
projectorlamp brandt. Het felle licht kan
schade toebrengen aan uw ogen.
Let op wanneer u op de knop drukt want
deze bevindt zich vlak bij de afzuiging
voor de warme lucht.
2. Draai aan het achterste verstelvoetje om de horizontale hoek nauwkeuriger in te stellen.
U schuift het verstelvoetje in door de projector omhoog te houden terwijl u op de
verstellerknop drukt. Laat de projector vervolgens langzaam zakken. Draai in omgekeerde
richting aan het achterste verstelvoetje.
Wanneer de projector niet op een horizontaal oppervlak wordt geplaatst of het scherm en de
projector niet loodrecht op elkaar staan, wordt het geprojecteerde beeld trapeziumvormig
weergegeven. U kunt het probleem oplossen door de waarde voor Keystone aan te passen in
het menu WEERGAVE, op het bedieningspaneel van de projector of op de
afstandsbediening. Zie "Keystone corrigeren" op pagina 32 voor details.
Als u Snel automatisch zoeken uitschakelt, kunt u handmatig door de beschikbare
ingangssignalen bladeren via onderstaande stappen.
i. Druk op SOURCE op de projector of afstandsbediening. Er verschijnt een
ingangselectiebalk.
ii. Druk op Omhoog of op Omlaag totdat het gewenste signaal is
geselecteerd en druk op Mode/enter.
iii. Wanneer het signaal is gevonden, wordt de informatie over de geselecteerde
bron 2 seconden in de linkerbovenhoek van het scherm weergegeven.
Wanneer er meerdere apparaten op de projector zijn aangesloten,
kunt u opnieuw op de knop drukken om een ander signaal te zoeken.