MP623/MP624 Digital Projector Gebruikershandleiding Welkom
Inhoud Belangrijke veiligheidsinstructies ..........3 Inleiding ..............................7 Kenmerken van de projector ................ 7 Inhoud van de verpakking .................... 8 Buitenkant van de projector ................. 9 Bedieningselementen en functies ....... 10 De projector positioneren ......................15 Het kiezen van een plek....................... 15 De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen ................................ 16 Aansluitingen ....................
Belangrijke veiligheidsinstructies Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor ITapparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze handleiding en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen. Veiligheidsinstructies 1. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de projector gaat gebruiken. Bewaar de handleiding voor toekomstig gebruik. 2.
Veiligheidsinstructies (vervolg) 7. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat de projector ongeveer 45 minuten afkoelen voordat u de lamp vervangt. 8. Gebruik de lamp niet langer dan de voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen breken. 9. 4 10. Plaats dit product nooit op een onstabiele ondergrond. Het product kan dan vallen en ernstig worden beschadigd. 11. Open deze projector niet zelf.
Veiligheidsinstructies (vervolg) 13. Plaats de projector niet in de volgende 14. Blokkeer het ventilatierooster niet. - Plaats deze projector niet op een deken, ruimtes. beddengoed of op een ander zacht oppervlak. - Bedek deze projector niet met een doek of met andere voorwerpen. - Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector. - Slecht geventileerde of gesloten ruimtes. Zorg dat de projector ten minste 50 cm van de muur staat en laat voldoende ruimte vrij rondom de projector.
Veiligheidsinstructies (vervolg) 17. Trap niet op de projector of leg er geen voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade aan de projector veroorzaken, maar kan ook leiden tot ongevallen en mogelijk letsel. 18. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. Als er vloeistof in de projector wordt gemorst, werkt deze mogelijk niet meer. Haal in dit geval de stekker uit het stopcontact en laat een BenQ-onderhoudstechnicus de projector controleren. 19.
Inleiding Kenmerken van de projector De projector combineert krachtige optische projectiemogelijkheden met een gebruikersvriendelijk ontwerp dat betrouwbaarheid en gebruiksgemak garandeert. De projector heeft de volgende kenmerken.
Inhoud van de verpakking Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier. Standaardaccessoires De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die in de afbeeldingen. *De garantiekaart wordt slechts in bepaalde regio’s geleverd. Vraag uw verkoper voor gedetailleerde informatie.
Buitenkant van de projector 1. Voorkant/bovenkant 1 2. 3. 4. 5. 6. 7. 2 3 4 6 8. Extern besturingspaneel (Zie "Projector" op pagina 10 voor meer informatie.) Lampdeksel Ventilatie (warme lucht uit) Lensklep Snelverstellerknop Focusring en zoomring IR-sensor afstandsbediening voorkant Projectielens 7 5 8 9. 10. Achter/onderkant 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 20 21 19. 20. 21.
Bedieningselementen en functies Projector 6. 1 2 8 3 9 4 10 5 12 7. 11 8. 13 6 14 7 11 1. 2. 3. 4. 5. 10 9. Focusring Hiermee past u de scherpstelling van het geprojecteerde beeld aan. Zie "De beeldscherpte fijn afstellen" op pagina 32 voor details. 10. Zoomring Hiermee past u de grootte van het beeld aan. Zie "De beeldscherpte fijn afstellen" op pagina 32 voor details. POWER (Power-lampje) Brandt of knippert als de projector wordt 11. gebruikt.
13. 14. Mode/enter Selecteer een beschikbare beeldmodus. Zie "Een beeldmodus selecteren" op pagina 35 voor details. Hiermee opent u het geselecteerde menuitem in het schermmenu. Zie "De menu's gebruiken" op pagina 27 voor details. SOURCE Geeft de ingangselectiebalk weer. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 30 voor details.
Afstandsbediening 7. 6 1 7 2 8 3 9 4 10 8. 11 7 12 5 13 1. 2. 3. 4. 5. 6. 12 9. I I Aan/uit Hiermee zet u de projector stand-by of schakelt u deze in. Zie "De projector opstarten" op pagina 26 en "De projector uitschakelen" op pagina 44 voor details. Stilstaand beeld Hiermee zet u het geprojecteerde beeld 10. stil. Zie "Het beeld stilzetten" op pagina 41 voor details. Links/ Start de FAQ-functie. Zie "De FAQ-functie 11. gebruiken" op pagina 42 voor details.
12. 13. Timer On Hiermee kunt u een timer op het scherm activeren of weergeven op basis van uw eigen timerinstelling. Zie "De presentatietimer instellen" op pagina 39 voor details. Timer Setup Hiermee wordt de instelling voor presentatietimer direct ingevoerd. Zie "De presentatietimer instellen" op pagina 39 voor details.
Bereik van de afstandsbediening De IR-sensoren (infrarood) van de afstandsbediening bevinden zich op de voor- en achterkant van de projector. Houd de afstandsbediening onder een hoek van maximaal 30 graden ten opzichte van de IRsensoren van de afstandsbediening op de projector. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensoren mag niet meer dan 8 meter (~26 voet) bedragen.
De projector positioneren Het kiezen van een plek Welke installatie u het beste kunt gebruiken, is afhankelijk van de indeling van de ruimte en uw persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de nabijheid van een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur. De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd: 1. Tafel voor Selecteer deze instelling als u de projector op de vloer en voor het scherm installeert.
De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen (indien beschikbaar) en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen. 4:3 is the eigen beeldverhouding van de projector. Voor de projectie van beelden met een 16:9-verhouding (breedbeeld) dient de projector de grootte van de desbetreffende beelden aan te passen aan de native beeldbreedte van het apparaat.
De positie van de projector bij een bepaalde schermgrootte bepalen 1. 2. Selecteer de schermgrootte. Kijk in de tabellen en zoek de schermgrootte die de uwe het dichtst benadert in de linkerkolommen genaamd "4:3 schermdiagonaal". In de tweede kolom vindt u in dezelfde rij de overeenkomstige gemiddelde afstand tot het scherm onder "Gemiddeld". Dit is de projectieafstand. 3. In dezelfde rij kijkt u in de rechterkolom en zoek de waarde van "Verticale hoek in mm".
Projectieafmetingen Zie "Afmetingen" op pagina 62 voor de lensmiddenafmetingen van deze projector voordat u de geschikte positie berekent.
Aansluitingen Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies: 1. 2. 3. Schakel alle apparatuur uit voordat u verbindingen maakt. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst. Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden meegeleverd met de projector (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 8). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
Een beeldscherm aansluiten Als u de presentatie van dichtbij wilt zien op zowel beeldscherm als het scherm, kunt u via een VGA-kabel op de D-SUB OUT-uitgang van de projector, deze aansluiten op een extern beeldscherm. Volg onderstaande instructies. De projector op een beeldscherm aansluiten: 1. 2. 3. Sluit de projector aan een computer. Zie "Een computer aansluiten" op pagina 19. Kies een geschikte VGA-kabel (slechts één meegeleverd) en sluit het ene uiteinde aan op de D-Sub-ingang van de videomonitor.
Videoapparaten aansluiten U kunt de projector aansluiten op diverse videoapparaten met een van de volgende uitgangen: • HDMI • Componentvideo • S-Video • Video (composiet) U dient de projector slechts op een van deze uitgangen aan te sluiten. Elke uitgang levert een andere videokwaliteit. De gekozen uitgang is wellicht afhankelijk van de beschikbare overeenkomende aansluitingen op de projector en het gewenste videoapparaat. Beste videokwaliteit De beste beschikbare videoverbinding is HDMI.
Een HDMI-toestel aansluiten Gebruik een HDMI-kabel als u verbindingen aanbrengt tussen de projector en HDMItoestellen. De projector op een HDMI-toestel aansluiten: 1. 2. 3. Neem een HDMI-kabel en sluit deze aan op de HDMI-uitgang van het videoapparaat. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de HDMI-ingang van de projector.
Een component videoapparaat aansluiten Controleer op het videoapparaat of er ongebruikte componentvideo-uitgangen beschikbaar zijn: • • Zo ja, ga door met deze procedure. Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten. De projector aansluiten op een component videoapparaat aansluiten: 1. 2. 3. Sluit het uiteinde van de component video-naar-VGA-adapterkabel (D-Sub) met de 3 RCA-connectoren op de component video-uitgangen van het videoapparaat aan.
Een S-Video-apparaat aansluiten Controleer of er op het videoapparaat een ongebruikte S-Video-uitgang beschikbaar is: • • Zo ja, ga door met deze procedure. Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten. Een S-Video-apparaat aansluiten: 1. 2. 3. Sluit het ene uiteinde van de S-Video-kabel aan op de S-video-uitgang van het videoapparaat. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op S-VIDEO-aansluiting van de projector.
Een composiet videoapparaat aansluiten Controleer op het videoapparaat of er ongebruikte composietvideo-uitgangen beschikbaar zijn: • • Zo ja, ga door met deze procedure. Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten. De projector aansluiten op een composiet videoapparaat: 1. 2. 3. Sluit het ene uiteinde van de videokabel aan op de composiet video-uitgang van het videoapparaat. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de VIDEO-aansluiting van de projector.
Bediening De projector opstarten 1. Sluit het netsnoer aan op de projector en stop de stekker in een stopcontact. Schakel het stopcontact in (indien nodig). Controleer of het POWER (Power-lampje) op de projector oranje brandt zodra de stroom is ingeschakeld. 2. Schuif de lensklep open. Als deze gesloten blijft, wordt de dop mogelijk vervormd door de hitte van de lamp. 3. Druk op II Aan/uit op de projector of afstandsbediening om de projector te starten.
De menu's gebruiken De projector beschikt over schermmenu's (OSD) waarin u de instellingen kunt aanpassen. Hieronder ziet u een overzicht van het OSD-menu. Pictogram hoofdmenu Hoofdmenu WEERGAVE Uit Wandkleur Auto Beeldverhouding Keystone Selecteren Positie Submenu Status ENTER Fase 16 Horizontale afmeting 0 Digitale zoom Huidig ingangssignaal Analog RGB MENU Afsluiten Druk op Menu/Exit om naar de vorige pagina te gaan of af te sluiten.
De wachtwoordbeveiliging gebruiken Met het oog op beveiliging en het voorkomen van ongeoorloofd gebruik is de projector voorzien van een optie voor wachtwoordbeveiliging. U kunt het wachtwoord instellen via het schermmenu (OSD). Voor meer informatie over het gebruik van de OSD, zie "De menu's gebruiken" op pagina 27. Het is buitengewoon vervelend als u de inschakelingsblokkering inschakelt en vervolgens het wachtwoord vergeet. Druk de handleiding zo nodig af en noteer er uw wachtwoord in.
De procedure voor het oproepen van het wachtwoord starten 1. 2. 3. Druk op AUTO op de projector of op de afstandsbediening en houd de knop 3 seconden ingedrukt. De projector geeft een gecodeerd nummer weer op het scherm. Schrijf het nummer op en schakel de projector uit. Raadpleeg het service center van BenQ in uw land om het nummer te decoderen. Mogelijk wordt u gevraagd om een bewijs van aankoop te overleggen om te controleren of u bevoegd bent de projector te gebruiken.
De wachtwoordfunctie uitschakelen U kunt de wachtwoordbeveiliging ook uitschakelen. Ga terug naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Beveiligingsins Tellingen > Inschakelblokkering zodra het OSD-menu is geopend. Kies Uit door op / te drukken. Het bericht 'WACHTWOORD INVOEREN' verschijnt. Voer het huidige wachtwoord in. • Als het wachtword juist is, verschijnt de pagina Beveiligingsins Tellingen en staat 'Uit' in de rij van Inschakelblokkering.
De kleurruimte veranderen In de onwaarschijnlijke situatie dat u de projector aansluit op een dvd-speler via de HDMIingang van de projector en de kleuren van het beeld niet kloppen, stel dan de kleurruimte in. Ga als volgt te werk: 1. 2. Druk op Menu/Exit en vervolgens op / totdat het menu INGANG geselecteerd is. Druk op om Kleurruimteconversie te markeren en druk op / om een geschikte kleur te kiezen. De keuzes verschillen afhankelijk van de timing van het gedecteerde ingangssignaal.
Het beeld automatisch aanpassen In sommige gevallen is het nodig om de beeldkwaliteit bij te stellen. Hiervoor drukt u op AUTO op de projector of de afstandsbediening. Binnen 3 seconden past de ingebouwde automatische bijstellingsfunctie de waarden van Frequentie en Klok aan, zodat er een optimale beeldkwaliteit wordt geproduceerd. De huidige signaalgegevens worden 3 seconden in de linkerbovenhoek van het scherm weergegeven. • Tijdens het gebruik van de functie AUTO blijft het scherm leeg.
3. Druk op om de bovenzijde van het beeld aan te passen, of druk op onderzijde van het beeld aan te passen. om de Vergroten en details zoeken Als u details in het geprojecteerde beeld zoekt, kunt u het beeld vergroten. Gebruik de pijltoetsen om het beeld te verschuiven. • Met de afstandsbediening 1. Druk op Digital Zoom +/- om de Zoombalk te openen. 2. Druk op Digital Zoom + om het midden van het beeld te vergroten. Druk herhaaldelijk op de toets totdat de beeldgrootte aan uw wensen voldoet. 3.
De beeldverhouding selecteren De beeldverhouding is de verhouding tussen de breedte en de hoogte van het beeld. De meeste analoge tv's en computers hebben de beeldverhouding 4:3. Dit is de standaardbeeldverhouding voor deze projector. Digitale tv en dvd's hebben meestal een beeldverhouding van 16:9.
4. 16:9: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm wordt weergegeven in een beeldverhouding van 16:9. Dit is vooral geschikt voor beelden met een beeldverhouding van 16:9, zoals HDTV, omdat dit beeld met dezelfde beeldverhouding wordt weergegeven. 16:9-beeld Het beeld optimaliseren Een beeldmodus selecteren De projector beschikt over verschillende beeldmodi waaruit u de modus kunt kiezen die het beste past bij uw gebruiksomgeving en het beeldtype van het ingangssignaal.
3. 4. Bioscoop modus: Is geschikt voor het afspelen van donkere (dvd-)films in een thuisbioscoop of in een donkere kamer. Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2 modus: Roept de aangepaste instellingen op, gebaseerd op de momenteel beschikbare beeldmodi. Zie "De Gebruikersmodus 1/ Gebruikersmodus 2 modus instellen" op pagina 36 voor details.
Aanpassen van Contrast Selecteer Contrast in het menu BEELD en pas de waardes aan door op projector of afstandsbediening. Hoe hoger de waarde, hoe groter het contrast. Gebruik deze optie om het maximale witniveau in te stellen nadat u eerder de helderheid hebt ingesteld overeenkomstig de geselecteerde ingang en de omgeving. / te drukken op +70 +50 +30 Aanpassen van Kleur Selecteer Kleur in het menu BEELD en pas de waardes aan door op projector of afstandsbediening.
*Meer informatie over de kleurtemperatuur: Er bestaan vele kleurschakeringen die om verschillende redenen als “wit” worden beschouwd. Het begrip “kleurtemperatuur” is een van de meest gebruikte methoden om de kleur wit uit te drukken. Een witte kleur met een lage kleurtemperatuur vertoont een rode schijn. Een witte kleur met een hoge kleurtemperatuur vertoont eerder een blauwe schijn.
7. 8. 9. Herhaal stappen 3 tot en met 6 voor andere kleuraanpassingen. Zorg dat u alle gewenste aanpassingen maakt. Druk op Menu/Exit om de instellingen op te slaan en het menu te sluiten. Verzadiging is de hoeveelheid van die kleur in een videobeeld. Lagere instellingen produceren minder verzadigde kleuren; een instelling van “0” verwijdert e betreffende kleur volledig uit het beeld. Als de verzadiging t hoog is wordt de betreffende kleur te sterk en onrealistisch.
6. 7. 8. Druk op om Herinnering voor geluid te selecteren en kies of u de geluidsmelding wilt inschakelen door te drukken op / . Als u Aan kiest, hoort u een dubbele pieptoon zodra de laatste 30 seconden van het af/optellen ingaan, en drie pieptonen als de timer is afgelopen. Activeer de presentatietimer door te drukken op MELDING en druk op / om Aan te selecteren en Weet u zeker dat u de druk op Mode/Enter. presentatietimer wilt inschakelen? Er wordt een bevestiging weergegeven.
Besturingstoetsen blokkeren Als de besturingstoetsen op de projector geblokkeerd zijn, kunnen de instellingen van de projector niet per ongeluk worden veranderd (bijvoorbeeld door kinderen). Als de Paneeltoetsblokkering is ingeschakeld functioneert geen enkele toets op de projector, behalve Aan/uit. 1. Druk op / op de projector of op de afstandsbediening om naar het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Paneeltoetsblokkering te gaan, en selecteer 2. Aan door op / op de projector of afstandsbediening te drukken.
De FAQ-functie gebruiken Het menu INFORMATIE bevat mogelijke oplossingen voor problemen met beeldkwaliteit, installatie, gebruik van speciale functies en onderhoud. Informatie uit de FAQ lezen: 1. Druk op / op de projector of op de afstandsbediening of druk op Menu/Exit om het OSD-menu te openen en druk op / om het menu INFORMATIE te selecteren. 2. Druk op om FAQ - Beeld en installatie of FAQ - Beeld en installatie te selecteren, afhankelijk van de gewenste informatie. 3. Druk op Mode/Enter. 4.
Het geluid aanpassen De geluidsaanpassingen, zoals hieronder beschreven, hebben invloed op de luidspreker van de projector. Zorg dat u de aansluitingen op de audio-ingang van de projector kloppen. Zie "Aansluitingen" op pagina 19 voor informatie over het aansluiten van de audio-ingang. Het geluid dempen Schakel het geluid tijdelijk uit, 1. 2. 3. Druk op Menu/Exit en vervolgens op / totdat het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd is geselecteerd. Druk op om Geluidsinstellingen te kiezen en druk op Mode/Enter.
De projector uitschakelen 1. Druk op II Aan/uit en er verschijnt een melding die u om een bevestiging vraagt. Wanneer u niet binnen enkele seconden reageert, verdwijnt het bericht. 2. Druk nogmaals op II Aan/uit. De POWER (Power-lampje) knippert oranje en de lamp wordt uitgeschakeld. De ventilatoren blijven nog ongeveer 90 seconden draaien zodat de projector kan afkoelen. Zodra het afkoelen is voltooid, hoort u een "uitschakelgeluid".
Menubewerkingen Menusysteem De schermmenu's verschillen afhankelijk van het geselecteerde signaaltype en het projectormodel. Let op dat de menuopties beschikbaar zijn als de projector minstens één goed signaal ontvangt. Wanneer er geen apparatuur op de projector is aangesloten of er geen signaal wordt waargenomen, zijn er beperkte menuopties beschikbaar. Hoofdmenu Submenu Opties Wandkleur Uit/Lichtgeel/Roze/Lichtgroen/ Blauw/Schoolbord Beeldverhouding Auto/Werkelijk/4:3/16:9 1.
Presentatietimer Timerinterval 1~240 minuten Timerweergave Altijd/1 min/2 min/3 min/Nooit Timerpositie Linksboven/Linksonder/ Rechtsboven/Rechtsonder Aftelrichting Aftellen/Optellen Herinnering voor geluid Aan/Uit Aan/Uit 4. SYSTaal TEEMINS TLL: Basis Projectorpositie 46 Bediening Tafel voor/Tafel achter/ Plafond achter/Plafond voor Automatisch uitschakelen Uitschakelen/5 min./10 min./ 15 min./20 min./25 min./30 min. Inactief-timer Uitschakelen/5 min./10 min./ 15 min./20 min./25 min.
Snelle afkoeling Aan/Uit Hoogtemodus Aan/Uit Geluidsinstellingen Menuinstellingen Geluid uit Aan/Uit Volume Beltoon aan/uit Aan/Uit Weergaveduur menu 5 sec./10 sec./15 sec./20 sec./ 25 sec./30 sec. Midden/Links bovenaan/Rechts Menupositie bovenaan/Rechts onderaan/ 5.
Beschrijving van elk menu FUNCTIE (standaardinstelling/ waarde) BESCHRIJVING (standaardinstelling/waarde) Corrigeer de kleur van het geprojecteerde beeld als het projectieoppervlak niet wit is. Zie "Wandkleur gebruiken" op (Uit) pagina 36 voor details. Beeldverhouding Er zijn vier opties voor instelling van de beeldverhouding, afhankelijk van het apparaat waarvan het signaal afkomstig is. Zie (Auto) "De beeldverhouding selecteren" op pagina 34 voor details.
FUNCTIE (standaardinstelling/ waarde) Tint (0) 2. BEELD menu Scherpte (15) Heldere kleur (Aan) BESCHRIJVING (standaardinstelling/waarde) Hiermee past u de rode en groene kleurtonen van het beeld aan. Zie "Aanpassen van Tint" op pagina 37 voor details. De functie is alleen beschikbaar als Video of S-Video met NTSC-systeem is geselecteerd. Maakt het beeld scherper of onscherper. Zie "Aanpassen van Scherpte" op pagina 37 voor details. Past de witpieken aan bij gelijkblijvende kleurrepresentatie.
FUNCTIE (standaardinstelling/ BESCHRIJVING (standaardinstelling/waarde) waarde) 4. SYSTEEMINSTLL: Basis menu Paneeltoetsblokkering (Uit) Slaaptimer (Uitschakelen) Opstartscherm (BenQ-logo) Snelle afkoeling (Uit) 5. SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd menu Hoogtemodus Schakelt alle paneeltoetsen op de projector in of uit, behalve I I Aan/uit en alle knoppen op de afstandsbediening. Zie "Besturingstoetsen blokkeren" op pagina 41 voor details. Stelt de timer voor automatisch uitschakelen in.
FUNCTIE (standaardinstelling/ waarde) BESCHRIJVING (standaardinstelling/waarde) Lampmodus (Normaal) Zie "Instellen van Lampmodus als Economisch" op pagina 54 voor details. Lamptimer herstellen Lampinstellingen Zie "Stelt de lamptimer in op nul" op pagina 58 voor details. Equivalent lampuren Zie "Het aantal lampuren onderzoeken" op pagina 54 voor meer informatie over berekening van de totale gebruiksduur van de lamp. Wachtwoord wijzigen 5.
FUNCTIE (standaardinstelling/ BESCHRIJVING (standaardinstelling/waarde) waarde) FAQ - Beeld en installatie 6. INFORMATIE menu FAQ - Beeld en installatie Geeft mogelijke oplossingen weer voor problemen die u misschien tegenkomt. Ingang Geeft de huidige signaalbron weer. Beeldmodus Geeft de geselecteerde modus in het menu BEELD weer. Huidige systeemstatus Resolutie Geeft de native resolutie van het ingangssignaal weer.
Onderhoud Onderhoud van de projector De projector heeft maar weinig onderhoud nodig. Het enige dat u regelmatig dient te doen, is de lens schoonhouden. Verwijder nooit onderdelen van de projector, met uitzondering van de lamp. Neem contact op met uw leverancier als er andere onderdelen vervangen dienen te worden. De lens reinigen Reinig de lens als u vuil of stof op het oppervlak ziet. • • Verwijder stof met een fles met gecomprimeerde lucht.
Informatie over de lamp Het aantal lampuren onderzoeken De gebruiksduur van de lamp (lampuren) wordt automatisch berekend door de ingebouwde timer als de projector wordt gebruikt. De equivalente gebruiksduur wordt als volgt berekend: Totale (equivalente) gebruiksduur lamp = 1 uur (gebruiksduur in de modus Economisch) + 4/3 uur (gebruiksduur in de modus Normaal) Zie "Instellen van Lampmodus als Economisch" hieronder voor meer informatie over de modus Economisch.
De timing van de lampvervanging Wanneer het LAMP (waarschuwingslampje) van de lamp rood oplicht of wanneer er een bericht in het scherm wordt weergegeven dat aangeeft dat u de lamp dient te vervangen, dient u een nieuwe lamp te installeren of met het apparaat naar uw leverancier te gaan. Een oude lamp kan storing in de projector veroorzaken. In sommige gevallen kan de lamp ontploffen. Het LAMP (waarschuwingslampje lamp) en het TEMP (waarschuwingslampje temperatuur) gaan branden als de lamp te heet wordt.
De lamp vervangen • Als de lamp wordt vervangen terwijl de projector ondersteboven aan het plafond hangt, let dan goed op dat niemand onder de lampklep staat om mogelijk letsel of schade aan de ogen door glasscherven te voorkomen. • Om het risico van een elektrische schok te vermijden, dient u altijd de projector uit te schakelen en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te verwijderen alvorens u de lamp gaat vervangen.
4. Draai de schroeven van de lamp los. 5. Trek aan de handgreep zodat deze rechtop staat. Trek met de handgreep de lamp langzaam uit de projector. • Als u te snel trekt, kan de lamp breken waardoor glasscherven in de projector terecht kunnen komen. • Plaats de lamp niet binnen het bereik van kinderen of in de buurt van vloeistoffen en ontvlambare materialen. • Steek uw handen niet in de projector nadat de lamp is verwijderd.
9. 10. Plaats het lampdeksel terug. Draai de schroeven van het deksel weer vast. • Een losse schroef kan tot een slechte verbinding leiden, met storingen tot gevolg. • Draai de schroef niet te vast. 11. Start de projector opnieuw op. Schakel de stroom nooit in wanneer het deksel van de lamp is verwijderd. Stelt de lamptimer in op nul 12. Open nadat het startlogo is verschenen, het Melding schermmenu. Ga naar het menu Lamptimer herstellen? SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Lampinstellingen.
Indicatoren Lampje Power Status & beschrijving Temp Lamp Situaties gerelateerd aan de stroomtoevoer Oranje Oranje Oranje Uit Oranje De projector is zojuist aangesloten op een stopcontact. Uit Stand-bymodus Groen Knippert Uit Uit Opstarten Groen Uit Uit Oranje Knippert Uit Uit Oranje Knippert Uit Uit Normale werking 1. De projector dient 90 seconden af te koelen omdat deze niet op de normale manier is afgesloten, zonder het normale afkoelproces. Of 2.
Problemen oplossen U kunt de projector niet inschakelen. Oorzaak Oplossing Het netsnoer levert geen stroom. Stop het ene uiteinde van het netsnoer in de netsnoeraansluiting op de projector en het andere uiteinde in het stopcontact. Zorg dat het stopcontact is ingeschakeld (indien van toepassing). De projector werd aangezet tijdens het afkoelen. Wacht tot de projector volledig is afgekoeld. Geen beeld Oorzaak Oplossing De videobron is niet ingeschakeld of niet correct aangesloten.
Specificaties Projectorspecificaties Alle specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Algemeen Productnaam Modelnaam Digitale projector MP623/MP624 Optische specificaties Resolutie Weergavesysteem Lens F/waarde Lamp 1024 x 768 XGA 1-CHIP DMD F=2,4 tot 2,6, f=20,7 ~ 22,8 mm Lamp van 200 W Elektrische specificaties Stroomtoevoer Stroomverbruik AC100–240V, 3.
Afmetingen 239 mm (B) x 95 mm (H) x 245,5 mm (D) 239 245,5 95 64,5 66,3 Timing-diagram Ondersteunde timing voor PC-signaal Resolutie Modus 720 x 400 720 x 400_70 VGA_60 VGA_72 VGA_75 VGA_85 SVGA_60 SVGA_72 SVGA_75 SVGA_85 XGA_60 XGA_70 XGA_75 XGA_85 SXGA_60 SXGA_60 SXGA_75 SXGA_85 1280 x 960_60 1280 x 960_85 WXGA+_60 SXGA+_60 UXGA MAC13 MAC16 MAC19 MAC21 640 x 480 800 x 600 1024 x 768 1280 x 800 1280 x 1024 1280 x 960 1440 x 900 1400 x 1050 1600 x 1200 640 x 480@67Hz 832 x 624@75Hz 1024 x 768@75Hz
Ondersteunde timing voor HDMI (HDCP)-ingang Resolutie Modus 720 x 400 720 x 400_70 VGA_60 VGA_72 VGA_75 VGA_85 SVGA_60 SVGA_72 SVGA_75 SVGA_85 XGA_60 XGA_70 XGA_75 XGA_85 WXGA_60 1280 x 960_60 1280 x 960_85 SXGA_60 SXGA_75 MAC13 MAC16 MAC19 MAC21 WXGA+_60 SXGA+_60 UXGA 480p 576p 720p_50 720P_60 1080i_50 1080i_60 1080p 1080p 640 x 480 800 x 600 1024 x 768 1280 x 800 1280 x 960 1280 x 1024 640 x 480@67Hz 832 x 624@75 1024 x 768@75Hz 1152 x 870@75Hz 1440 x 900 1400 x 1050 1600 x 1200 Video (HDCP) Horiz
Ondersteunde timing voor Component-(YPbPr) signaal Signaalformaat 480i(525i)@60Hz 480p(525p)@60Hz 576i(625i)@50Hz 576p(625p)@50Hz 720p(750p)@60Hz 720p(750p)@50Hz 1080i(1125i)@60Hz 1080i(1125i)@50Hz 1080p@50Hz 1080p@60Hz Horizontale frequentie (kHz) 15,73 31,47 15,63 31,25 45,00 37,50 33,75 28,13 56,25 67,5 Verticale frequentie (Hz) 59,94 59,94 50,00 50,00 60,00 50,00 60,00 50,00 50 60 Een signaal van 1080i(1125i)@60Hz of 1080i(1125i)@50Hz kan resulteren in een licht trillend beeld.
Informatie over garantie en auteursrechten Beperkte garantie De garantie van BenQ voor dit product heeft betrekking op productie- en materiaalfouten die zich bij normaal gebruik van het apparaat manifesteren. Wanneer u een beroep wilt doen op de garantie, dient u een geldig aankoopbewijs te kunnen overleggen. Wanneer dit product tijdens de garantieperiode defect raakt, is BenQ alleen verplicht de defecte onderdelen te vervangen (inclusief arbeidsloon).
Voorschriften FCC-verklaring KLASSE B: Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequentie-energie en kan deze uitstralen en kan, indien niet geïnstalleerd en gebruikt volgens de instructies, schadelijke interferentie van radiocommunicatie veroorzaken. Er is echter geen garantie dat er geen interferentie zal optreden in specifieke installaties.