MX501/MS500/MX501-V/MS500-V Digital Projector Gebruikershandleiding Welkom
Inhoud Belangrijke veiligheidsinstructies ..........3 Inleiding ..............................7 Kenmerken van de projector ................ 7 Inhoud van de verpakking .................... 8 Buitenkant van de projector ................. 9 Bedieningselementen en functies ....... 10 De projector uitschakelen....................32 Direct uitschakelen ..............................33 Menubewerkingen ...............................34 Onderhoud........................42 Onderhoud van de projector...............
Belangrijke veiligheidsinstructies Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor ITapparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze handleiding en op de verpakking van het product nauwkeurig op te volgen. Veiligheidsinstructies 1. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de projector gaat gebruiken. Bewaar de handleiding voor toekomstig gebruik. 2.
Veiligheidsinstructies (vervolg) 10. 7. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat de projector ongeveer 45 minuten afkoelen voordat u de lamp vervangt. 8. Gebruik de lamp niet langer dan de 11. voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen breken. Plaats dit product nooit op een onstabiele ondergrond. Het product kan dan vallen en ernstig worden beschadigd. Open deze projector niet zelf.
Veiligheidsinstructies (vervolg) 13. Plaats de projector niet in de volgende 14. ruimtes. - Slecht geventileerde of gesloten ruimtes. Zorg dat de projector ten minste 50 cm van de muur staat en laat voldoende ruimte vrij rondom de projector. - Plekken waar de temperatuur extreem hoog kan oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen. - Plekken met veel vocht, stof of rook die optische componenten mogelijk aantasten. Dit verkort de levensduur van de projector en verdonkert het beeld.
Veiligheidsinstructies (vervolg) 17. Trap niet op de projector of leg er geen voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade aan de projector veroorzaken, maar kan ook leiden tot ongevallen en mogelijk letsel. Montage van de projector op het plafond Voor een probleemloze werking van de projector is ook veiligheid van groot belang. Neem de volgende veiligheidsvoorschriften in acht om schade en lichamelijk letsel te voorkomen.
Inleiding Kenmerken van de projector De projector combineert krachtige optische projectiemogelijkheden met een gebruikersvriendelijk ontwerp dat betrouwbaarheid en gebruiksgemak garandeert. De projector heeft de volgende kenmerken.
Inhoud van de verpakking Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier. Standaardaccessoires De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die in de afbeeldingen. *De garantiekaart wordt slechts in bepaalde regio’s geleverd. Vraag uw verkoper voor gedetailleerde informatie.
Buitenkant van de projector 1. Voorkant/bovenkant 1 2. 3. 4. 5. 6. 6 7. 7 8. 8 9. 10. 9 11. 12. 13. 2 5 3 4 14. 15. Achter/onderkant 16. 11 12 13 14 15 16 17. 18. 19. 20. 10 Extern besturingspaneel (Zie "Bedieningselementen en functies" op pagina 10 voor meer informatie.
Bedieningselementen en functies Projector 8. 9. Licht rood op als de temperatuur van de projector te hoog wordt. POWER (Power-lampje) 10. Brandt of knippert als de projector wordt gebruikt. AUTO 1 8 2 9 3 4 5 10 11 12 6 13 7 14 11 Focusring 2. Hiermee past u de scherpstelling van het geprojecteerde beeld aan. Zoomring 12. 3. Hiermee past u de grootte van het beeld aan. LAMP (waarschuwingslampje lamp) 13. 4. Geeft de lampstatus aan. Brandt of knippert als er een probleem is met de lamp.
Afstandsbediening 8. 7 1 2 3 11 5 12 8 6 10. Hiermee worden automatisch de beste beeldtiminginstellingen bepaald voor het weergegeven beeld. Rechts 11. Als het schermmenu (OSD) is geactiveerd, functioneren de toetsen #3, #8 en #10 als richtingspijlen om de gewenste menuopties te selecteren en de instellingen te wijzigen. SOURCE 12. Geeft de ingangselectiebalk weer. MODE/ENTER 13 14 15 1. AAN/UIT 2. Hiermee zet u de projector stand-by of schakelt u deze in. Stilstaand beeld 3. 4.
Bereik van de afstandsbediening De IR-sensoren (infrarood) van de afstandsbediening bevinden zich op de voor- en bovenkant van de projector. Houd de afstandsbediening onder een hoek van maximaal 30 graden ten opzichte van de IR-sensoren van de afstandsbediening op de projector. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensoren mag niet meer dan 8 meter (~ 26 voet) bedragen. Zorg dat niets de infraroodstraal tussen de afstandsbediening en de IR-sensoren op de projector blokkeert.
De projector positioneren Het kiezen van een plek De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd: 1. Tafel voor Selecteer deze instelling als u de projector op de tafel en voor het scherm installeert. Als u een snelle opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest gebruikte opstelling. 3. Plafond achter Selecteer deze instelling als u de projector tegen het plafond en achter het scherm installeert.
De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen. Als u bijvoorbeeld een 120-inch scherm gebruikt, is de aanbevolen projectieafstand 4.755 mm en bedraagt de verticale afstand 183 mm. Voor een projectieafstand van 6,0 m (6000 mm) is 5943 mm de dichtstbijzijnde waarde in de kolom "Afstand tot scherm (mm)".
Aansluitingen Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies: 1. 2. 3. Schakel alle apparatuur uit voordat u verbindingen maakt. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst. • Niet alle kabels die in de onderstaande verbindingen zijn weergegeven, worden meegeleverd met de projector (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 8). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
• Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten. Met de toetsencombinatie FN + F3 of FN + CRT/LCD kunt u de externe weergave doorgaans in- of uitschakelen. Zoek op de notebook de functietoets CRT/LCD of de functietoets met een beeldscherm. Druk tegelijkertijd op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding bij uw notebook voor meer informatie over mogelijke toetsencombinaties.
Bediening De projector opstarten 1. Sluit het netsnoer aan op de projector en stop de stekker in een stopcontact. Schakel het stopcontact in (indien nodig). Controleer of het POWER (Power-lampje) op de projector oranje brandt zodra de stroom is ingeschakeld. Gebruik uitsluitend de originele accessoires (zoals de stroomkabel) op het toestel om mogelijke gevaren, zoals elektrische schok en brand, te voorkomen. 2. Druk op AAN/UIT op de projector of ON op de afstandsbediening om de projector te starten.
Het geprojecteerde beeld aanpassen De projectiehoek aanpassen De projector heeft vooraan een handige verstellerknop en achteraan een verstelvoetje. Met deze verstelvoetjes kunt u de hoogte van het beeld en de projectiehoek wijzigen. De projectorhoogte aanpassen: 1. Druk op de verstellerknop en til de projector aan de voorkant op. Wanneer het beeld de gewenste positie heeft, laat u de verstellerknop los om het verstelvoetje in deze positie te vergrendelen. 2.
Keystone corrigeren Keystone verwijst naar het effect waarbij het geprojecteerde beeld merkbaar groter is aan bovenkant of onderkant. Dit doet zich voor als de projector niet loodrecht op het scherm staat. Corrigeer dit door het handmatig via EEN van onderstaande stappen te corrigeren. • Met de afstandsbediening Druk op / op de projector of de afstandsbediening om de Keystone-correctiepagina te openen. Druk op om de keystone bovenin het beeld te corrigeren.
De menu's gebruiken De projector beschikt over schermmenu's (OSD) waarin u de instellingen kunt aanpassen. Onderstaande OSD-afbeeldingen dienen slechts ter referentie en kunnen afwijken van de daadwerkelijke OSD. Hieronder ziet u een overzicht van het OSD-menu.
De projector beveiligen Een veiligheidskabelslot gebruiken De projector moet op een veilige plek worden geïnstalleerd om diefstal te voorkomen. Of schaf een slot aan, bijvoorbeeld een Kensington-slot, om de projector te beveiligen. U ziet aan de achterkant van de projector een sleuf voor een Kensingtonslot. Zie item 20 op pagina 9 voor details. Een Kensington veiligheidskabelslot is meestal een combinatie van sleutel(s) en slot. Zie de documentatie van het slot voor meer informatie over het gebruik.
Als u het wachtwoord bent vergeten Als de wachtwoordfunctie is geactiveerd, wordt u gevraagd het wachtwoord van zes cijfers in te voeren als Wachtwoordfout u de projector inschakelt. Als u het verkeerde Probeer het opnieuw. wachtwoord invoert, verschijnt het foutbericht van het wachtwoord dat hier rechts wordt weergegeven. Dit blijft drie seconden op het scherm staan. Hierna volgt het bericht WACHTWOORD INVOEREN. U kunt een nieuwe poging doen door een ander wachtwoord van zes cijfers in te voeren.
6. 7. U hebt een nieuw wachtwoord aan de projector toegewezen. Voer het nieuwe wachtwoord in als u de projector weer start. Sluit het OSD-menu af door op MENU/EXIT te drukken. De wachtwoordfunctie uitschakelen U kunt de wachtwoordbeveiliging ook uitschakelen. Ga terug naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Beveiligingsins Tellingen > Beveiligingsinstellingen wijzigen zodra het OSD-menu is geopend. Druk op MODE/ENTER. Het bericht "WACHTWOORD INVOEREN" verschijnt. Voer het huidige wachtwoord in. i.
Vergroten en details zoeken Als u details in het geprojecteerde beeld zoekt, kunt u het beeld vergroten. Gebruik de pijltoetsen om het beeld te verschuiven. • Met de afstandsbediening 1. Druk op Digital Zoom+/- om de Zoombalk te openen. Druk op Digital Zoom+ om het midden van het beeld te vergroten. Druk herhaaldelijk op de toets totdat de beeldgrootte aan uw wensen voldoet. 2. Gebruik de richtingstoetsen ( , , , ) op de projector of afstandsbediening om het beeld te verschuiven. 3.
Info over de beeldverhouding • In de onderstaande afbeeldingen zijn de zwarte gedeelten inactief en de witte actief. • OSD-menu’s kunnen in deze ongebruikte zwarte gebieden worden weergegeven. 1. 3. Auto: De verhouding van het beeld wordt aangepast aan de eigen resolutie van de projector in de horizontale of verticale breedte.
Het beeld optimaliseren Wandkleur gebruiken Mocht u willen projecteren op een gekleurd oppervlak, zoals een geverfde muur die niet wit is, dan kan de functie Wandkleur helpen de kleur van het geprojecteerde beeld te corrigeren zodat eventueel kleurverschil tussen het oorspronkelijke en het geprojecteerde beeld zoveel mogelijk wordt beperkt. Gebruik deze functie door naar het menu WEERGAVE > Wandkleur te gaan en druk op / om de kleur te kiezen die het dichtst de kleur van het projectieoppervlak benadert.
5. 6. 7. 8. Druk op / om een beeldmodus te kiezen die uw eisen het dichtst benadert. Druk op om een submenu-item te selecteren dat kan worden veranderd en pas de waarde aan met / . Zie "De beeldkwaliteit verfijnen in de gebruikersmodi" hieronder voor details. Als alle instellingen zijn verricht, selecteer dan Instellingen opslaan en druk op MODE/ENTER om de instellingen op te slaan. Het bevestigingsbericht "Instelling opgeslagen" verschijnt.
*Meer informatie over de kleurtemperatuur: Er bestaan vele kleurschakeringen die om verschillende redenen als "wit" worden beschouwd. Het begrip "kleurtemperatuur" is een van de meest gebruikte methoden om de kleur wit uit te drukken. Een witte kleur met een lage kleurtemperatuur vertoont een rode schijn. Een witte kleur met een hoge kleurtemperatuur vertoont eerder een blauwe schijn.
Verzadiging is de hoeveelheid van die kleur in een videobeeld. Lagere instellingen produceren minder verzadigde kleuren; een instelling van "0" verwijdert e betreffende kleur volledig uit het beeld. Als de verzadiging t hoog is wordt de betreffende kleur te sterk en onrealistisch. 6. 7. 8. 9. Druk op om Versterking te markeren en pas de waardes naar wens aan door te drukken op / . Het contrastniveau van de geselecteerde primaire kleur wordt dan beïnvloedt.
8. Er wordt een bevestiging weergegeven. Kies Ja en druk op MODE/ENTER op de projector of afstandsbediening ter bevestiging. U ziet het bericht "Timer is ingeschakeld" op het scherm. De timer start met aftellen als de timer aan staat. Volg onderstaande stappen om de timer te stoppen: 1. 2. Ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Presentatietimer en selecteer Uit. Druk op MODE/ENTER. Er wordt een bevestiging weergegeven. Selecteer Ja en druk op MODE/ENTER ter bevestiging.
Besturingstoetsen blokkeren Als de besturingstoetsen op de projector geblokkeerd zijn, kunnen de instellingen van de projector niet per ongeluk worden veranderd (bijvoorbeeld door kinderen). Als de Paneeltoetsblokkering is ingeschakeld, functioneert geen enkele toets op de projector, behalve AAN/UIT. 1. Ga naar SYSTEEMINSTLL: Basis > menu Paneeltoetsblokkering en kies Aan door op / op de projector of afstandsbediening te drukken. Er wordt een bevestiging weergegeven. 2.
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu SYSTEEMINSTLL: Basis geselecteerd is. 2. Druk op om My Screen te selecteren en druk op MODE/ENTER. 3. Er wordt een bevestiging weergegeven. Druk nogmaals op MODE/ENTER. 4. Het bericht 'Beeld wordt vastgelegd...' verschijnt terwijl de projector het beeld verwerkt. Een ogenblik geduld. 5. Wanneer het beeld is opgeslagen, verschijnt het bericht 'De opname is gelukt' op het scherm. Het vastgelegde beeld wordt opgeslagen als My Screen. 6.
Ter bescherming van de lamp reageert de projector niet op opdrachten tijdens het afkoelen. U kunt de afkoeltijd verkorten door de Snelkoelfunctie te activeren. Zie "Hoogtemodus" op pagina 40 voor details. 3. Zodra het afkoelen is voltooid, hoort u een "uitschakelgeluid". De POWER (Power-lampje) blijft oranje branden en de ventilatoren stoppen. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
Menubewerkingen Menusysteem De schermmenu's verschillen afhankelijk van het geselecteerde signaaltype en het projectormodel. Hoofdmenu Submenu Wandkleur 1. WEERGAVE 2. BEELD 3.
Hoofdmenu Submenu Opties Timerinterval Timerweergave Presentatietimer Timerpositie Aftelrichting Herinnering voor geluid Aan/Uit 1~240 m” Altijd/1 min/2 min/3 min/Nooit Linksboven/Linksonder/ Rechtsboven/Rechtsonder Aftellen/Optellen Aan/Uit MX501/MX501-V: Taal MS500/MS500-V: of 4. SYSTEEMINSTLL: Basis De beschikbare talen van de MS500/MS500-V kunnen per land verschillen. Neem contact op met de verkoper voor meer informatie.
Hoofdmenu Submenu Opties Hoogtemodus 5. SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd 6.
Beschrijving van elk menu Functie Wandkleur Beeldverhouding Keystone Positie Beschrijving Corrigeer de kleur van het geprojecteerde beeld als het projectieoppervlak niet wit is. Zie "Wandkleur gebruiken" op pagina 26 voor details. Er zijn diverse opties voor instelling van de beeldverhouding, afhankelijk van het apparaat waarvan het signaal afkomstig is. Zie "De beeldverhouding selecteren" op pagina 24 voor details. Corrigeert eventuele keystone-fouten in het beeld.
Functie Beeldmodus Referentiemodus Helderheid Contrast 2. BEELD menu Kleur Beschrijving Met de vooraf ingestelde beeldmodi kunt u de instellingen van het projectorbeeld aanpassen aan het type programma. Zie "Een beeldmodus selecteren" op pagina 26 voor details. Hiermee selecteert u een beeldmodus die voldoet aan uw beeldkwaliteitwensen en kunt u het beeld verder verfijnen op basis van de selecties onder aan dezelfde pagina.
Functie Presentatietimer Taal Projectorpositie Beschrijving Herinnert de spreker de presentatie binnen een bepaalde tijd af te ronden. Zie "De presentatietimer instellen" op pagina 29 voor details. Hiermee stelt u de taal voor de schermmenu's in. Zie "De menu's gebruiken" op pagina 20 voor details. U kunt de projector tegen het plafond of achter een scherm installeren, of met een of meerdere spiegels. Zie "Het kiezen van een plek" op pagina 13 voor details.
Functie 4. SYSTEEMINSTLL: Basis menu Hiermee slaat u het geprojecteerde beeld op als Mijn scherm. My Screen (alleen Zie "Uw eigen startscherm maken (alleen voor MX501/MX501V)" op pagina 31 voor details. voor MX501/ MX501-V) In de onwaarschijnlijke situatie dat het vastleggen mislukt, verandert u de doelafbeelding. Hoogtemodus Geluidsinstellingen 5. SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd menu Een modus voor gebruik op grote hoogte. Zie "Gebruik op grote hoogte" op pagina 31 voor details.
Functie Testpatroon Beschrijving Kies Aan om de functie in te schakelen en de projector een rastertestpatroon te laten weergeven. Het helpt u met het aanpassen van de beeldgrootte en de focus zodat het geprojecteerde beeld niet vervormd is. Ondertitels aan Activeert de functie door Aan te kiezen als het geselecteerde ingangssignaal ondertitels bevat. 5.
Onderhoud Onderhoud van de projector De projector heeft maar weinig onderhoud nodig. Het enige dat u regelmatig dient te doen, is de lens en behuizing schoonhouden. Verwijder nooit onderdelen van de projector, met uitzondering van de lamp. Neem contact op met uw leverancier als er andere onderdelen vervangen dienen te worden. De lens reinigen Reinig de lens als u vuil of stof op het oppervlak ziet. • • • Verwijder stof met een fles met gecomprimeerde lucht.
Informatie over de lamp Het aantal lampuren onderzoeken De gebruiksduur van de lamp (lampuren) wordt automatisch berekend door de ingebouwde timer als de projector wordt gebruikt. Zie "Instellingen Lampmodus als Economisch" hieronder voor meer informatie over de modus Economisch. Informatie over het aantal lampuur verkrijgen: 1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / om het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd te selecteren. 2. Druk op om Lampinstellingen te selecteren en druk op MODE/ENTER.
De timing van de lampvervanging Wanneer het LAMP (waarschuwingslampje) van de lamp rood oplicht of wanneer er een bericht in het scherm wordt weergegeven dat aangeeft dat u de lamp dient te vervangen, dient u een nieuwe lamp te installeren of met het apparaat naar uw leverancier te gaan. Een oude lamp kan storing in de projector veroorzaken. In sommige gevallen kan de lamp ontploffen. Ga naar http://lamp.benq.com voor een vervangende lamp.
De lamp vervangen • Om het risico van een elektrische schok te vermijden, dient u altijd de projector uit te schakelen en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te verwijderen alvorens u de lamp gaat vervangen. • Om de kans op brandwonden te verkleinen, dient u de projector gedurende ten minste 45 minuten te laten afkoelen alvorens u de lamp vervangt.
8. Trek met de handgreep de lamp langzaam uit de projector. • Als u te snel trekt, kan de lamp breken waardoor glasscherven in de projector terecht kunnen komen. • Plaats de lamp niet binnen het bereik van kinderen of in de buurt van vloeistoffen en ontvlambare materialen. • Steek uw handen niet in de projector nadat de lamp is verwijderd. Als u de optische onderdelen in de projector aanraakt, kan dat ongelijke kleurweergave en een vervormde projectie veroorzaken. 9.
16. Sluit de stroom weer aan en start de projector opnieuw op. Schakel de stroom nooit in wanneer het deksel van de lamp is verwijderd. Stelt de lamptimer in op nul 17. Open nadat het startlogo is verschenen, het schermmenu. Ga naar het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Lampinstellingen. Druk op MODE/ENTER. De pagina Lampinstellingen wordt weergegeven. Selecteer Lamptimer herstellen. Er verschijnt een waarschuwingsbericht waarin u wordt gevraagd de lamptimer te herstellen.
Indicatoren Lampje Status & beschrijving Situaties gerelateerd aan de stroomtoevoer Uit Uit Uit Uit Uit Uit Oranje Stand-bymodus Groen Opstarten. Knippert Groen Normale werking. • Uit Uit Oranje • Knippert • De projector dient 90 seconden af te koelen omdat deze niet op de normale manier is afgesloten, zonder het normale afkoelproces. De projector dient 90 seconden af te koelen nadat de stroom is uitgeschakeld. De projector is automatisch afgesloten.
Problemen oplossen U kunt de projector niet inschakelen. Oorzaak Oplossing Het netsnoer levert geen stroom. Stop het ene uiteinde van het netsnoer in de netsnoeraansluiting op de projector en het andere uiteinde in het stopcontact. Zorg dat het stopcontact is ingeschakeld (indien van toepassing). De projector werd aangezet tijdens het afkoelen. Wacht tot de projector volledig is afgekoeld. Geen beeld Oorzaak De videobron is niet ingeschakeld of niet correct aangesloten.
Specificaties Projectorspecificaties Alle specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Afmetingen 287,3 mm (B) x 100,4 mm (H) x 232,6 mm (T) 287,3 232,6 100,4 62 62 Plafondmontage 207.6 Schroef voor plafondmontage: M4 x 8 (max. L = 8 mm) 77 76.5 34.5 Eenheid: mm 199.6 364.40 397.90 445.95 78 83.38 141.88 123.0 232.6 287.
Timing-diagram Ondersteunde timing voor PC-signaal Resolutie 640 x 480 720 x 400 800 x 600 1024 x 768 1152 x 864 1024 x 576 1024 x 600 1280 x 768 1280 x 800 1280 x 1024 1280 x 960 1360 x 768 1440 x 900 1400 x 1050 1600 x 1200 1680 x 1050 640 x 480@67Hz 832 x 624@75Hz 1024 x 768@75Hz 1152 x 870@75Hz Modus VGA_60 VGA_72 VGA_75 VGA_85 720 x 400_70 SVGA_56 SVGA_60 SVGA_72 SVGA_75 SVGA_85 SVGA_120* (Reduce Blanking) XGA_60 XGA_70 XGA_75 XGA_85 XGA_120* (Reduce Blanking) 1152 x 864_75 BenQ Notebook_timing
Ondersteunde timing voor Component-YPbPr signaal Verticale Horizontale frequentie (Hz) frequentie (kHz) Timing Resolutie 480i 480p 576i 576p 720/50p 720/60p 1080/50i 1080/60i 1080/24P 1080/25P 1080/30P 1080/50P 1080/60P 720 x 480 720 x 480 720 x 576 720 x 576 1280 x 720 1280 x 720 1920 x 1080 1920 x 1080 1920 x 1080 1920 x 1080 1920 x 1080 1920 x 1080 1920 x 1080 59,94 59,94 50 50 50 60 50 60 27 28,13 33,75 50 60 Pixelfrequentie (MHz) 15,73 31,47 15,63 31,25 37,5 45,00 28,13 33,75 24 25 30 56,25 67,5
Informatie over garantie en auteursrechten Beperkte garantie De garantie van BenQ voor dit product heeft betrekking op productie- en materiaalfouten die zich bij normaal gebruik van het apparaat manifesteren. Wanneer u een beroep wilt doen op de garantie, dient u een geldig aankoopbewijs te kunnen overleggen. Wanneer dit product tijdens de garantieperiode defect raakt, is BenQ alleen verplicht de defecte onderdelen te vervangen (inclusief arbeidsloon).