Operation Manual
Bediening
24
Bediening
De projector opstarten
1. Sluit de voedingskabel aan op de projector en
een stopcontact. Schakel de schakelaar van het
stopcontact in (waar aangesloten) Controleer of
het Voedin gsindi cator (POWER) op de
projector oranje oplicht nadat de stroom is
ingeschakeld.
• Gebruik de originele accessoires (bijv. voedingskabel) alleen
met het apparaat om mogelijke gevaren, zoals elektrische
schok en brand, te voorkomen.
• Als de functie Direct inschakelen is geactiveerd in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis >
Gebruiksinstellingen, wordt de projector automatisch ingeschakeld nadat de voedingskabel is aangesloten
en er stroom wordt geleverd. Zie "Direct inschakelen" op pagina 55 voor details.
2. Verwijder de lensdop. Als deze gesloten blijft,
wordt de dop mogelijk vervormd door de hitte
van de lamp.
3. Druk op POWER op de projector of
afstandsbediening om de projector te starten.
Voedingsindicator (POWER) knippert en blijft
groen wanneer de projector is ingeschakeld.
Het opstarten duurt ongeveer 30 seconden. In
de latere fase van het opstarten wordt het
opstartlogo geprojecteerd.
Draai zo nodig aan de scherpstelring om de
helderheid van het beeld aan te passen.
Als de projector nog warm is van de vorige sessie, blijft de ventilator ongeveer 90 seconden draaien voordat
de lamp wordt ingeschakeld.
4. Als de projector voor de eerste keer wordt
ingeschakeld, selecteert u de OSD-taal volgens
de instructies op het scherm.
5. Als u een wachtwoord wordt gevraagd, drukt u
op de pijlknoppen om een wachtwoord van zes
cijfers in te voeren. Zie "De wachtwoordfunctie
gebruiken" op pagina 29 voor details.
6. Schakel alle aangesloten apparatuur in.
7. De projector start het zoeken naar
ingangssignalen. Het momenteel gescande
ingangssignaal verschijnt op het scherm. Als de
projector geen geldig signaal waarneemt, blijft
het bericht ‘Geen signaal’ op het scherm staan
tot er een ingangssignaal wordt gevonden.
I
I