Operation Manual
Table Of Contents
- Inhoud
- Belangrijke veiligheidsinstructies
- Inleiding
- De projector positioneren
- Aansluitingen
- Bediening
- De projector opstarten
- Het geprojecteerde beeld aanpassen
- De menu's gebruiken
- De projector beveiligen
- Schakelen tussen ingangssignalen
- Vergroten en details zoeken
- De beeldverhouding selecteren
- Het beeld optimaliseren
- De presentatietimer instellen
- Door pagina's scrollen vanaf de afstandsbediening
- Het beeld stilzetten
- Het beeld verbergen
- Besturingstoetsen blokkeren
- Gebruik op grote hoogte
- Het geluid aanpassen
- Het testpatroon gebruiken
- Onderwijssjabloons
- Presenteren via een usb-lezer
- De projector uitschakelen
- Direct uitschakelen
- Menubewerkingen
- Onderhoud
- Problemen oplossen
- Specificaties
- Informatie over garantie en auteursrechten

Bediening 33
Info over de beeldverhouding
• In de onderstaande afbeeldingen zijn de zwarte gedeelten inactief en de witte actief.
• OSD-menu's kunnen in deze ongebruikte zwarte gebieden worden weergegeven.
1. Auto: De verhouding van het beeld
wordt aangepast aan de eigen
resolutie van de projector in de
horizontale of verticale breedte. Kies
deze optie als het ingangssignaal 4:3
noch 16:9 is en u het scherm optimaal
wilt benutten onder de
beeldverhouding van het
beeldmateriaal te veranderen.
2. Werkelijk
: Het beeld wordt
geprojecteerd in de oorspronkelijke
resolutie, en de grootte wordt
aangepast binnen het weergavegebied.
Bij ingangssignalen met een lagere
resolutie, worden de beelden kleiner
weergegeven dan op een volledig
scherm. Indien nodig past u de
zoominstellingen aan of plaatst u de
projector dichter bij het scherm,
zodat het beeld wordt vergroot.
Wellicht dient u hierna ook de
scherpstelling van de projector aan te
passen.
3. 4:3: Past het beeld zodanig aan dat
het in het midden van het scherm
wordt weergegeven in een
beeldverhouding van 4:3. Deze
instelling is vooral geschikt voor 4:3-
beeld zoals bepaalde
computermonitors, tv's met een
standaarddefinitie en dvd-films met
een 4:3-beeldverhouding, omdat in dit
geval de beeldverhouding van het
beeldsignaal behouden blijft.
4. 16:9: Past het beeld zodanig aan dat
het in het midden van het scherm
wordt weergegeven in een
beeldverhouding van 16:9. Dit is
vooral geschikt voor beelden met een
beeldverhouding van 16:9, zoals
HDTV, omdat dit beeld met dezelfde
beeldverhouding wordt weergegeven.
15:9-beeld
MX666+ MW665+
4:3-beeld
16:9-beeld
4:3-beeld
16:9-beeld