Operation Manual

Inleiding 13
Afstandsbediening
10. Lamp (Waarschuwingslampje voor de
LAMP)
Geeft de lampstatus aan. Licht op als er
een probleem is met de lamp. Zie
"Indicatoren" op pagina 73 voor
details.
11. EXIT
Hiermee gaat u terug naar vorige OSD-
menus, sluit u het menu en slaat u de
menu-instellingen op. Zie "De menu's
gebruiken" op pagina 31 voor details.
12. Keystone/Pijltoetsen ( / , / )
Scherm splitsen/Pijltoetsen ( / ,
/)
Hiermee corrigeert u handmatig de
vervormde beelden die door de
projectiehoek worden veroorzaakt.
Schakelt de functie Scherm splitsen in
of uit.
Als het OSD-menu is geactiveerd,
functioneren de knoppen als
richtingspijlen om de gewenste
menuopties te selecteren en de
instellingen te wijzigen.
Zie "Vervorming van het beeld
corrigeren" op pagina 37, "Meer dan
één beeldsignaal tegelijk weergeven" op
pagina 51 en "De menu's gebruiken"
op pagina 31 voor details.
13. BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding
verbergen. Zie "Het beeld verbergen"
op pagina 50 voor details.
14. ENTER
Hiermee opent u het geselecteerde
menu-item in het schermmenu. Zie
"De menu's gebruiken" op pagina 31
voor details.
1. Aan/uit
Hiermee zet u de projector stand-by of
schakelt u deze in.
Zie "De projector opstarten" op pagina
30 en "De projector uitschakelen" op
pagina 57 voor details.
2. ASPECT
Hiermee selecteert u de
beeldverhouding. Zie "De
beeldverhouding kiezen" op pagina 39
voor details.
2
4
5
4
7
8
9
14
15
16
17
18
4
4
20
21
22
23
19
13
11
10
1
3
6
12
I
I