Operation Manual

Bediening 61
Beeld -- Basis menu
FUNCTIE
(standaardinstelling
/ waarde)
BESCHRIJVING (standaardinstelling/waarde)
Beeldmodus
(Analoog RGB/DVI-
A/DVI-D/RJ-45
:
Presentatie;
S-Video/
Component/Video
:
standaard)
Met de vooraf ingestelde beeldmodi kunt u de instellingen van het
projectorbeeld aanpassen aan het type programma. Zie "Een
beeldmodus selecteren" op pagina 42 voor details.
Instellingen
laden vanaf
Hiermee selecteert u een beeldmodus die voldoet aan uw
beeldkwaliteitwensen en kunt u het beeld verder verfijnen op basis van
onderstaande selecties. Zie "De Gebruiker 1/Gebruiker 2/Gebruiker 3
modus instellen" op pagina 43 voor details.
Helderheid
(afhankelijk van de
geselecteerde
invoerbron)
Hiermee past u de helderheid van het beeld aan. Zie "Aanpassen
Helderheid" op pagina 45 voor details.
Contrast
(afhankelijk van de
geselecteerde
invoerbron)
Stelt de mate van verschil tussen donker en licht in het beeld in. Zie
"Aanpassen Contrast" op pagina 45 voor details.
Kleur
(afhankelijk van de
geselecteerde
invoerbron)
Hiermee past u het verzadigingsniveau van de kleuren aan -- de sterkte
van elke kleur in een videobeeld. Zie "Aanpassen Kleur" op pagina 45
voor details.
Tint
(afhankelijk van de
geselecteerde
invoerbron)
Hiermee past u de rode en groene kleurtonen van het beeld aan. Zie
"Aanpassen Tint" op pagina 45 voor details.
Scherpte
(2)
Maakt het beeld scherper of zachter. Zie "Aanpassen Scherpte" op
pagina 45 voor details.
Beeldinstelling
en herstellen
Herstelt alle instellingen in de menus Beeld -- Basis en Beeld --
Geavanceerd in de standaard fabriekswaardes. Zie "De beeldmodus
herstellen" op pagina 44 voor details.
Andere
gebruikersmod
usnaam
Wijzigt de naam van Gebruiker 1, Gebruiker 2 of Gebruiker 3. Zie "De
naam van gebruikersmodi veranderen" op pagina 44 voor details.