Operation Manual

13
De projector plaatsen
Veiligheidsvoorschriften voor de plafondmontage van de
projector
Voor een probleemloze werking van de projector is ook veiligheid van groot belang. Neem de volgende
veiligheidsvoorschriften in acht om schade en lichamelijk letsel te voorkomen.
Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen, is het raadzaam de plafondmontageset voor BenQ-
projectoren te gebruiken voor een veilige en stevige montage.
Als u een montageset van een ander merk gebruikt, bestaat het gevaar dat de projector naar beneden valt omdat
het apparaat met de verkeerde schroeven is bevestigd.
U kunt de plafondmontageset voor BenQ-projectoren kopen bij de leverancier van uw projector. Het verdient
ook aanbeveling een aparte veiligheidskabel aan te schaffen die compatibel is met het Kensington-slot. Maak
deze kabel vast aan de sleuf voor het Kensington-slot op de projector en aan de houder. Wanneer de projector
loskomt van de houder, blijft het apparaat toch veilig zitten.
De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen
De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen en het videoformaat zijn allemaal
factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen.
De (standaard) maximumresolutie van de projector is 854 x 480 pixels. Dit is een beeldverhouding van 16 bij 9
(aangeduid met 16:9). Een afbeelding met de verhouding 4:3 wordt zoals afgebeeld horizontaal in het midden
van het geprojecteerde beeld weergegeven in een brievenbusweergave (met donkere gebieden, zwarte balken,
aan beide zijden van het geprojecteerde beeld).
Plaats de projector altijd op een stabiel, niet hellend oppervlak (bijv. op een tafel) en in een loodrechte positie
(90°) ten opzichte van het midden van het scherm. Zo voorkomt u beeldvervorming die wordt veroorzaakt
door de projectiehoek (of wanneer u op oppervlakken met hoeken projecteert).
De hedendaagse digitale projectoren projecteren niet recht vooruit zoals oudere modellen met spoelen. Ze
projecteren het beeld in een hoek net boven het horizontale vlak van de projector. Op deze manier kan de
gebruiker de projector gewoon op een tafel plaatsen en worden de beelden zodanig op het scherm geprojecteerd
dat de onderste rand van het scherm net boven de tafelrand komt (zodat iedereen in de kamer het scherm goed
kan zien).
De projector moet ondersteboven tegen het plafond worden geïnstalleerd, zodat het beeld in een hoek naar
omlaag wordt geprojecteerd. Zie "Veiligheidsvoorschriften voor de plafondmontage van de projector" voor
meer informatie.
Op het diagram op pagina 15 ziet u dat de onderste rand van het geprojecteerde beeld in een verticale zoek zit
ten opzichte van het horizontale vlak van de projector. Bij de plafondmontage is dat de bovenste rand van het
geprojecteerde beeld.
Als de projector verder van het scherm staat, wordt het geprojecteerde beeld groter. Ook de verticale hoek
wordt groter.
Wanneer u de positie van het scherm en de projector bepaalt, dient u rekening te houden met de grootte van
het geprojecteerde beeld én met de verticale hoek. Deze zijn beide afhankelijk van de afstand tot het scherm.
BenQ heeft aparte tabellen meegeleverd met de afmetingen voor de beeldverhoudingen 16:9 en 4:3, waarmee u
de ideale positie van de projector kunt bepalen. U vindt de tabellen op pagina 15 en 16. U dient rekening te
houden met de loodrechte horizontale afstand tot het midden van het scherm (projectieafstand) en met de
verticale hoek van de projector ten opzichte van de horizontale rand van het scherm.
16:9-beeld in een 16:9-beeldvak 4:3-beeld in een 16:9-beeldvlak
W100-nl.book Page 13 Friday, February 17, 2006 2:43 PM