Operation Manual

22
Aansluiting
Een composietvideo-apparaat aansluiten
Controleer of er op het videoapparaat een ongebruikte composietvideo-uitgang beschikbaar is:
Zo ja, ga door met deze procedure.
Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten.
Een composietvideo-apparaat aansluiten:
1. Sluit het ene uiteinde van de (optionele) videokabel aan op de composietvideo-uitgang van het
videoapparaat.
2. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de VIDEO-aansluiting van de projector.
3. Wilt u tijdens de presentatie ook gebruikmaken van de luidspreker (gemengd monogeluid), sluit dan een
geschikte audiokabel aan tussen de audio-uitgangen van het videoapparaat en de AUDIO-aansluiting van
de projector.
Eenmaal aangesloten kan de audio worden geregeld via de volume- en dempingsinstellingen van de
projector. Zie "Dempen" en "Volume" op pagina 34 voor meer informatie.
In het onderstaande diagram vindt u een overzicht van de benodigde verbindingen.
De projector kan alleen gemengd monogeluid afspelen, zelfs als u een stereo-invoerbron hebt
aangesloten. Zie "Audio-apparaten aansluiten" op pagina 18 voor meer informatie.
Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en
de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat is ingeschakeld en goed
werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
Alleen als er geen componentvideo- en S-Video-ingangen beschikbaar zijn, gebruikt u een
composietvideo-aansluiting. Zie "Videoapparaten aansluiten" op pagina 17 voor meer informatie.
AV-apparaat
Videokabel
Audiokabel
W100-nl.book Page 22 Friday, February 17, 2006 2:43 PM