Operation Manual

29
Bediening
2. Het contrast aanpassen
Druk op Links/ Rechts op de afstandsbediening of projector om de waarde aan te passen.
Hoe hoger de waarde, hoe groter het contrast. Gebruik deze optie om het maximale witniveau in te stellen
nadat u eerder de helderheid hebt ingesteld overeenkomstig de geselecteerde ingang en de omgeving.
3. Kleur aanpassen
Deze functie is alleen beschikbaar als bepaalde ingangen in gebruik zijn.
Druk op Links/ Rechts op de afstandsbediening of projector om de waarde aan te passen.
Hoe hoger de waarde, hoe levendiger en helderder de kleuren. Hiermee verhoogt of verlaagt u de
kleurintensiteit van de afbeelding.
4. Kleurtint aanpassen
Deze functie is alleen beschikbaar als bepaalde ingangen in gebruik zijn.
Druk op Links/ Rechts op de afstandsbediening of projector om de waarde aan te passen.
Hoe hoger de waarde, hoe groener het beeld. Hoe lager de waarde, hoe roder de afbeelding. Hiermee past u de
kleurtonen van de afbeelding aan.
5. Een kleurtemperatuur selecteren
Deze functie is alleen beschikbaar via het OSD-systeem.
Druk op Links/ Rechts op de afstandsbediening of projector om de gewenste kleurtoon te selecteren.
Er zijn vier instellingen voor kleurtemperatuur* beschikbaar.
1. T1: met de hoogste kleurtemperatuur, T1, krijgen beelden meer een blauwe schijn dan bij andere
instellingen.
2. T2: hiermee krijgen beelden een blauwe schijn.
3. T3: de witte kleur behoudt de normale schakering.
4. T4: hiermee krijgen beelden een rode schijn.
*Meer informatie over de kleurtemperatuur:
Er bestaan vele kleurschakeringen die om verschillende redenen als “wit” worden beschouwd. Het begrip
“kleurtemperatuur” is een van de meest gebruikte methoden om de kleur wit uit te drukken. Een witte kleur
met een lage kleurtemperatuur vertoont een rode schijn. Een witte kleur met een hoge kleurtemperatuur
vertoont eerder een blauwe schijn.
50-30 +70
W100-nl.book Page 29 Friday, February 17, 2006 2:43 PM