Operation Manual

pagina 7
Instellen type installatie
De ketel is zodanig ingesteld dat het zich volautomatisch aanpast
aan de verwarmingsinstallatie. In enkele situaties kan het een
installatie met convectoren of volledige vloerverwarming betref-
fen.
U kunt eenvoudig kiezen voor het type verwarmingsinstallatie met
de daarbij behorende instellingen, zoals maximale aanvoerwater-
temperatuur en de snelheid van het opwarmen van de installatie
na een nachtperiode. Instellen gaat als volgt:
- Druk na de uitlezing
,nogmaals op de Step-toets ( ).
In het display verschijnt
. Het eerste getal geeft aan
welke instelling weergegeven is. Het tweede getal geeft het
installatietype aan (zie onderstaande tabel).
- Druk op de Plus (
)- of de Min ( )-toets om, indien nodig,
het installatietype te wijzigen.
- Druk op de Store-toets ( ) om de wijziging te bevestigen. Het
display zal één keer knipperen.
- Druk kort op de Mode-toets ( ). Het display geeft kort
weer en daarna de technische uitlezing .
Als er gekozen is voor een type installatie met een lage aanvoer-
watertemperatuur kan het voorkomen dat bij een strenge winter-
periode de verwarmingsinstallatie traag op temperatuur komt. In
een dergelijke situatie moet gekozen worden voor een type
installatie met een hogere aanvoerwatertemperatuur.
Overige instellingen zijn omschreven in het installatievoorschrift.
-eitallatsnI
ezuek
eitallatsni-VCepyT
-retawreovnaA
ruutarepmet
10
nerotcevnoc;gnimrawrevthcul;nerotaidaRC°58
20
foduohniretawleevtemnerotaidaR
gnimrawrevjibslagnimrawrevreolv
C°07
30
slanerotaidartemgnimrawrevreolV
gnimrawrevjib
C°06
40
gnimrawrevreolvegidelloVC°05
= fabrieksinstelling