Operation Manual
7
- Ontsteking van de gaspitten met vlambeveiliging (thermokoppel afb.28): druk op de knop die overeenkomt met de
geselecteerde gaspit en draai hem linksom. Breng de knop op de MAXIMALE stand (grote vlam Afb. 24-25). Druk op de
knop en activeer één van de bovengenoemde ontstekingsmechanismen. Houd de knop na de ontsteking ongeveer 10
seconden ingedrukt zodat de vlam het thermokoppel kan verwarmen. Indien de gaspit uitgaat nadat u de knop heeft
losgelaten, dient u de handeling helemaal te herhalen.
N.B.: Probeer een brander niet te ontsteken wanneer de vlamverdeler en branderdeksel niet goed op zijn plaats staat.
- Gebruik van de DUAL brander (Fig 26-27)
Bij dit model worden binnen en buitenring door één gaskraan bediend.
Om de binnenring te ontsteken, druk op de knop draai deze op maximum positie 1 en hou deze vast. In deze positie
brandt de binnenring op maximaal.
Draai de knop op positie 2 en de binnenring brandt op het minimum.
Draai de knop op positie 3 en de buitenring brandt op het maximum.
Draai de knop op positie 4 en de buitenring brandt op het minimum.
Tipjes voor een optimaal gebruik van de branders:
- Gebruik voor elke brander passende kookpannen (zie tabel n. 4 en fig. 29)
- Wanneer het kookpunt bereikt is, breng de knop op positie MINIMUM (fig.24-25)
- Gebruik steeds kookpannen met deksel.
Tabel n. 4: Diameters aangeraden kookpannen.
BRANDER DIAMETERS aangeraden KOOKPANNEN (cm)
Sudderbrander 12 – 14
Kleine brander 14 – 26
Gote brander 18 – 26
Wok brander 22 – 26
LET OP: gebruik steeds pannen met een vlakke bodem.
LET OP: Zorg na het reinigen van de branders dat brandervoet (B) en branderdeksel (A) correct zijn terug
geplaatst zoals te zien in fig. 30 OK en niet zoals in „30 KO“
LET OP: Bij onderbreking van de elektrische netstroom, steek de branders aan met een lucifer.
De ontsteking van branders voorzien van een veiligheidsthermokoppel kan alleen geschieden wanneer de knop
op de MAXIMUM positie staat (grote vlam). Tijdens het koken van gerechten met olie en vetten, die makkelijk
ontvlambaar zijn, moet de kok bij het apparaat blijven. Gebruik nooit spray in de nabijheid van het apparaat
wanneer deze in werking is.
Tijdens het gebruik van de branders zorg dat de handvatten van de kookpannen op een correcte wijze zijn
geplaatst. Zorg dat kinderen niet bij het apparaat komen.
Indien een kookplaat voorzien is van een deksel, zorg dat de kookplaat goed schoon gemaakt wordt en resten
van gerechten verwijderd worden alvorens de deksel te sluiten.
LET OP: Het gebruik van een gaskooktoestel veroorzaakt warmte en vochtigheid in de ruimte waar het
geïnstalleerd is.
Het is dus noodzakelijk dat het lokaal goed geventileerd wordt, dat de openingen voor een natuurlijke ventilatie
niet verstopt raken (fig.3) en dat de mechanische ventilatieinrichting/opzuikap of de elektroventilator
geactiveerd zijn (fig. 4 en 4).
Een intensief en voortdurend gebruik van het apparaat kan een aanvullende ventilatie nodig maken, bv. het
openen van een raam of een meer efficiënte ventilatie door vermeerdering van het vermogen van de
mechanische opzuiginrichting indien deze bestaat.
GEBRUIK VAN DE GASOVEN
GAS OVEN
Alle fornuizen met gasoven hebben een thermostaat met beveiliging voor de regeling van de
bereidingstemperatuur. De temperatuur van de oven wordt ingesteld door de draaiknop (Fig.26) tegen de wijzers
van de klok in te draaien zodat de wijzer en de gekozen temperatuur overeenkomen. De gasoven kan
gecombineerd worden met de elektrische grill (fig. 27) of met de dual energy oven; voor informatie in verband met
het gebruik wordt verwezen naar de specifieke pagina’s.
GAS OVEN MET VENTILATOR
Daarnaast bestaat eveneens de mogelijkheid om de geventileerde gasoven te gebruiken door de ventilator in te
schakelen door middel van de daarvoor bestemde schakelaar die zich op het bedieningspaneel bevindt. De
warmeluchtcirculatie verzekert een uniforme verdeling van de warmte. De voorverwarming van de oven kan
vermeden worden, maar voor zeer delicaat gebak wordt aangeraden om de oven te verwarmen voordat de
ovenschalen in de oven geplaatst worden. Het conventionele geventileerde bereidingssysteem wijzigt gedeeeltlijk
de verschillende begrippen van de traditionele bereiding. Het vlees hoeft tijdens de bereiding niet gedraaid worden
en voor gebraad aan het spit moet het draaispit niet noodzakelijk gebruikt worden, maar is het voldoende om het
vlees rechtstreeks op het rooster te plaatsen.