Operation Manual

10 1110
Borg de vloersteun met de borgpen (14).22-
(14)
Trek de schoudergordel naar je toe en maak een lus in deze
gordel (10a).
Haal de lus door de metalen haak van het rode deel van de
stoelbeugel (10b).
Begeleid de lus in de sleuf van het rode deel (10c).
Trek de gordel vast door het bovenste deel naar beneden te
trekken (10d).
Verbind de verankeringsgordels met het zitje. De
verankeringsgordels moeten elkaar kruisen.
Trek de verankeringsgordels zo strak mogelijk (13).
Nadat het zitje op de achterstoel is geïnstalleerd, moet de
voorstoel tegen het zitje aan geschoven worden. Als het niet
mogelijk is om de voorstoel van de auto tegen het zitje aan te
schuiven, plaats de voorstoel van de auto dan bij voorkeur op
een afstand van minimaal 25 cm. van het zitje.
15-
16-
17-
18-
19-
20-
21-
23-
(10)
a b c d
(11)
(13)
Bij het verschuiven van de voorstoel kan de spanning
in de verankeringsgordels minder worden. Trek dan de
verankeringsgordels opnieuw strak.
Als het zitje te veel rechtop staat; duw de voorstoel naar
voren en volg de hiervoor beschreven installatie. Door de
verankeringsgordels zo strak mogelijk te trekken voordat de
hoogte van de voetsteun wordt geborgd, wordt de zitting van de
stoel in elkaar gedrukt en zal het zitje meer achterover komen te
staan. Borg vervolgens de vloersteun met de borgpen.
Praktisch advies
!
(12)
!
Achterwaarts op de
achterstoel (11)
Verstel de stoelbeugel met de
ratel naar buiten. Draai net zo ver
totdat de stoelbeugel stevig in de
rugleuning van de autostoel drukt
(12).