Operation Manual

14 15
(23)
De hoogte van de
schoudergordels en de
hoofdsteun kan versteld worden
door de bedieningshendel van
de hoofdsteun te ontgrendelen,
houd de hoofdsteun rechtop en
duw de hoofdsteun naar beneden
(23).
2-
Het kind plaatsen
Controleer of de hoogte van de
schoudergordels gelijk is aan
de schouderhoogte van het kind
(22).
te hoog
te laag
goed
Houd de knop van de centrale
gordelspanner ingedrukt en trek
de schoudergordels naar boven
(24).
Open de gordelsluiting
1-
3-
4-
(22)
(24)
Verstel de stoelbeugel met de ratel naar buiten. Draai net
zo ver totdat de stoelbeugel stevig in de rugleuning van de
autostoel drukt (19).
Verbind de verankeringsgordels met het zitje. De
verankeringsgordels moeten elkaar kruisen.
17-
18-
19-
20-
(21)
(20)
Trek de verankeringsgordels zo strak mogelijk (20).
Borg de vloersteun met de borgpen (21).
(19)
Als het zitje op de achterstoel is geïnstalleerd en u wilt het zitje
uit de auto halen, duw dan de voorstoel van de auto naar voren.
Verwijder de borgpen uit de vloersteun, schuif de vloersteun in de
hoogste positie en borg de vloersteun met de borgpen.
Maak de verankeringsgordels los.
Stel de stoelbeugel zover mogelijk naar binnen met de ratel,
maar niet verder dan het stopteken.
Haal de autogordel van de stoelbeugel en de basis.
Trek het zitje naar voren. Draai het zitje zodat je het
gemakkelijk kunt verwijderen.
Verwijder de verankeringsgordels.
Het zitje verwijderen
1-
3-
4-
2-
5-
6-
7-