User manual

7
Luchtbevochtiger plaatsen
LET OP
Plaats het apparaat zodanig dat de draaibare stoomsproeier [2] niet direct op een muur is gericht. De
vrijkomende vochtigheid kan de muur en met name het behang beschadigen.
Plaats de luchtbevochtiger op een vlakke, stevige ondergrond die niet gevoelig is voor water.
Leg het netsnoer [14] zo neer dat het apparaat niet kan worden omgegooid.
Netsnoer aansluiten
WAARSCHUWING
Controleer voordat u het apparaat gebruikt of het netsnoer [14] beschadigd is. Gebruik het apparaat
nooit als het netsnoer beschadigd is.
Het apparaat mag alleen worden gebruikt met de op het typeplaatje weergegeven spanning.
Sluit uw luchtbevochtiger aan op het lichtnet door de stekker [14] in het stopcontact te steken.
Waterreservoir vullen
Vul het waterreservoir [8] voordat u het apparaat voor de eerste keer gebruikt. Lees hiervoor hoofdstuk 7
“Bediening”, paragraaf “Waterreservoir vullen”.
7. Bediening
1. Waterreservoir vullen
Vul het waterreservoir [8] als u het apparaat in gebruik wilt nemen of als het rode controlelampje [A] brandt,
wat aangeeft dat het waterpeil te laag is.
LET OP
Gebruik uitsluitend schoon leidingwater om het waterreservoir [8] te vullen.
Voeg in geen geval iets toe aan het water.
Zorg ervoor dat de reservoirdop [9] met afdichting aan de onderzijde van het waterreservoir [8] goed
gesloten is, voordat u het apparaat in gebruik neemt.
Verwijder de afdekking [1] van de luchtbevochtiger.
Trek het waterreservoir [8] aan de handvatten [7] naar boven toe uit de luchtbevochtiger. Draai de reser-
voirdop [9] van het waterreservoir [8].
Spoel het waterreservoir [8] uit met schoon water.
Vul het waterreservoir [8] met koud leidingwater.
Draai de reservoirdop [9] op het waterreservoir [8]. Plaats het waterreservoir [8] in de luchtbevochtiger.
Plaats de afdekking [1] boven op de luchtbevochtiger.
2. Apparaat inschakelen
LET OP
Schakel de luchtbevochtiger nooit in zonder waterreservoir [8] of stoomtoren [3].
Druk op de ON/OFF-toets [D] om de luchtbevochtiger in te schakelen. Het groene controlelampje [B] brandt.
Nog voor aanvang van de stoomafgifte: draai de stoomsproeier [2] zodanig dat de stoom in de gewenste
richting uit het apparaat wordt gesproeid.
Na enkele minuten start het apparaat met de afgifte van stoom. Het groene controlelampje [B] brandt zolang
het apparaat ingeschakeld en op het lichtnet aangesloten is.
3. Hoeveelheid stoom instellen
Stel de hoeveelheid stoom in met de stoomtoets [C] .
Stand I: weinig stoom (ca. 150 ml/h)
Stand II: veel stoom (ca. 400 ml/h)
Na enkele minuten start het apparaat met de gewijzigde afgifte van stoom.