Operation Manual

18 Beurer GL40 mg/dL
5 Bloedsuikermeting uitvoeren
Waarschuwing
Als de prikhulp met ingezet lancet gevallen is, raapt u deze voorzichtig op en voert u het
lancet af.
Attentie
Gebruik de prikhulp uitsluitend met lancetten van de fabrikant. Het gebruik van andere
lancetten kan de functie van de prikhulp hinderen.
Als de prikhulp van een vreemde fabrikant is, gelieve dan diens gebruiksaanwijzing te
lezen.
5.1 Bloedproeven afnemen
Afname van de bloedproef voorbereiden
1 Plaats voor de bloedproef kiezen. Met de prikhulp kunt u bloedproeven uit de tastbal
of andere lichaamsdelen, zoals handpalm, onderarm of bovenarm afnemen. We
raden aan om de bloedproef uit de tastbal af te nemen. Neem voor een zo pijnloos
mogelijke prik het bloed niet direct uit het midden van de tastbal, maar een beetje
naast het midden.
Waarschuwing
Bij vermoeden van te weinig suiker: bloed absoluut uit de tastbal afnemen.
Reden: in bloedproeven uit de tastbal zijn wijzigingen van het bloedsuikerpeil snel
meetbaar.
De meting aan de tastbal en de meting aan een ander lichaamsdeel (AST) kunnen tot
duidelijk verschillende meetwaarden leiden. Neem absoluut contact op met uw arts
voor u met metingen aan andere lichaamsdelen begint.
2 Leg de volgende delen klaar: meettoestel, doos met teststroken, prikhulp steriel,
lancet. Bij bloedafname aan andere lichaamsdelen hebt u bijkomend de AST-dop
nodig.
3 Was voor de bloedproef uw handen met zeep en warm water. Zo zorgt u naast
optimale hygiënische omstandigheden ook voor een goede doorbloeding van het
prikpunt aan de vinger. Droog de handen zorgvuldig af. Zorg voor een hygiënisch
schoon prikpunt als u de bloedproef op een ander lichaamsdeel uitvoert (AST).
Waarschuwing
Als u het prikpunt met alcohol afgebet hebt, let er dan op dat de plaats voor de meting
volledig droogt.