Operation Manual

20 Beurer GL40 mg/dL
5 Prikdiepte instellen:
Aan de prikhulp kunnen zes verschillende prikdieptes door
het draaien van de dop vooringesteld worden. Kleine balk
betekent geringe prikdiepte, grote balk betekent grote
prikdiepte. De prikdiepte varieert tussen kleinste en grootste
arrêteerpositie met ca. 2 millimeter.
Kleine balken (1 tot 2): zachte of dunne huid
Gemiddelde balken (3 tot 4): normale huid
Grote balken (5 tot 6): dikke of eelterige huid
Draai de dop tot aan de gewenste arrêteerpositie tot de pijl op
de gewenste prikdiepte wijst.
6 Trek de spaninrichting zo ver terug tot deze hoorbaar
vastklikt. Als deze niet vastklikt, kan het zijn dat de prikhulp
per ongeluk al bij het inleggen van het lancet gespannen
werd en vastgezet is.
7 De prikhulp kan nu voor de bloedproef gebruikt worden. Zorg
ervoor dat het bloed druppelvormig blijft en niet uitgesmeerd
wordt.
Bloedproef uit de tastbal
Zet de prikhulp vast, een beetje naast het midden van de
tastbal. Druk op de activeringsknop. Neem de prikhulp
opnieuw van de vinger. Er moet zich een ronde bloeddruppel
van minstens 0,6 microliter (komt overeen met ca. 1,4 mm,
originele grootte: z) gevormd hebben.
Bloedproef uit andere lichaamsdelen (AST)
Zoek een zachte plaats, niet in de buurt van een bot, zonder
zichtbare aders en zonder sterke beharing. Verwarm het
prikpunt voor een goede doorbloeding door de plaats
bijvoorbeeld zacht te masseren. Druk de prikhulp tegen het
prikpunt en houd de prikhulp enkele seconden ertegen en
druk dan op de activeringsknop.
Houd de prikhulp verder tegen uw huid tot zich onder de dop
een ronde bloeddruppel gevormd heeft. Houd de druk aan tot
de bloeddruppel een grootte van minstens 0,6 microliter
(komt overeen met 1,4 mm, originele grootte: z) heeft.
Haal de prikhulp voorzichtig van de huid.