Operation Manual

NEDERLANDS
nl - 5 45
- schroeven met afdichtingsringen worden op
correcte wijze aangebracht waardoor lekkages
worden voorkomen
De schroefdiepte wordt bepaald door de stand van het
opzetstuk (5) ten opzichte van de schroevedraaierstift,
de adaptor of de moerenaanzetter.
Zie de symbolen op de kraag voor instelling van de
schroefdiepte.
Draai de kraag rechtsom om de schroef dieper in
het materiaal te draaien.
Draai de kraag linksom om de schroef minder
diep in het materiaal te draaien.
BS20EK/BS25EK - Wanneer u een
moerenaanzetter gebruikt
Voor schroeven met afdichtingsringen draait u de
instelkraag totdat het uiteinde van de
moerenaanzetter gelijk is met het uiteinde van het
opzetstuk.
Indien nodig, draait u de kraag totdat de
moerenaanzetter ongeveer 2 mm in het
opzetstuk is verzonken.
Ga hierbij uit van de door de schroevenfabrikant
opgegeven specificaties aangaande de juiste
instellingen voor afdichtingsringen voor
verschillende toepassingen.
Draai een schroef in een stukje afvalmateriaal en
controleer de afstand tussen de afdichtingsring
en het materiaal.
Draai, naar behoefte, de kraag (4) links- of
rechtsom om de schroef minder diep resp.
dieper in het materiaal te draaien.
Draai nogmaals een schroef in en stel de kraag (4)
bij totdat de gewenste schroefdiepte is bereikt.
BS20EK/BS25EK -
Vervangen van het opzetstuk (fig. D)
Dit model wordt met twee opzetstukken (5)
geleverd, zodat er verschillende stiften, houders,
doppen en adaptors op passen.
Trek het kraagstuk van de machine.
Houd het opzetstuk (5) vast en draai de kraag (4)
los.
Vervang het opzetstuk (5).
Het weer in elkaar zetten gebeurt in omgekeerde
volgorde.
BS10EK/BS45EK - Instellen van het koppel (fig. A)
Bij dit model kunt u het koppel instellen voor veel
verschillende schroeven.
Draai de kraag (4) linksom om het koppel te
vergroten.
Draai de kraag (4) rechtsom om het koppel te
verkleinen.
Draai een schroef in een stuk afvalmateriaal en
controleer of de schroef goed is vastgedraaid.
Als de koppeling onverwachts ontkoppelt
(bijvoorbeeld bij een knoest), oefen dan gewoon
meer druk uit op de machine.
Instellen van de draairichting (fig. E)
Kies rechtsom of linksom draaien met behulp van
de L/R-schakelaar (3) (zie de pijlen op de
machine).
Wijzig de draairichting uitsluitend als de
machine volledig stilstaat.
Aanwijzingen voor gebruik
Neem altijd de veiligheidsinstructies in
acht en houdt u aan de geldende
voorschriften.
Indraaien van schroeven of aanzetten van
moeren (fig. A)
Kies de juiste stift voor de in te draaien schroef
(of moer).
Kies de draairichting zoals hierboven beschreven.
Gebruik altijd het juiste opzetstuk (5) voor het
aanzetten van moeren (BS20EK/BS25EK).
Druk op de schakelaar (1) om de machine te
starten. Het toerental van de machine wordt
bepaald door de druk die op de schakelaar
wordt uitgeoefend.
Druk, indien gewenst, op de blokkeerknop (2)
voor continu bedrijf en laat de schakelaar voor
elektronisch regelbaar toerental los. De
blokkeerknop werkt alleen op volle snelheid, in
de R- en in de L-stand.
Stop de machine door de schakelaar los te laten.
Schakel het continu bedrijf uit door de schakelaar
kort in te drukken en deze meteen weer los te
laten. Schakel altijd de machine uit wanneer het
werk is beëindigd en voordat u de stekker uit het
stopcontact haalt.