Operation Manual

Smartphonegegevens, toepassingen van derden of mediakaartbestanden
verwijderen
Voordat u de gegevens of mediakaartbestanden van uw BlackBerry-smartphone verwijdert, is het verstandig een back-up
van de gegevens en bestanden te maken, zodat u over een kopie op uw computer beschikt.
WAARSCHUWING: Als codering is ingeschakeld, kan het proces voor het verwijderen van alle smartphonegegevens
ongeveer een uur in beslag nemen. Als u deze actie hebt gestart, kunt u deze niet stoppen. Als u uw smartphone opnieuw
instelt, wordt het proces opnieuw gestart nadat de smartphone opnieuw is opgestart.
1. Klik in het beginscherm of in een map op het pictogram Opties.
2. Klik op Beveiliging > Toestel leegmaken.
3. Selecteer de selectievakjes voor items die u wilt verwijderen.
4. Typ blackberry.
5. Klik op Gegevens wissen.
Als uw smartphone eerder aan een BlackBerry Enterprise Server was gekoppeld, blijven, wanneer u al uw
smartphonegegevens verwijdert, IT-beleidsregels die aan uw smartphone waren gekoppeld van toepassing en kan dit
gevolgen hebben voor de functies en instellingen die beschikbaar zijn op uw smartphone.
Ouderlijk toezicht
Over ouderlijk toezicht
Ouderlijk toezicht is ontworpen u te helpen meer controle te hebben over hoe de functies van de BlackBerry-smartphone
worden gebruikt. Met ouderlijk toezicht kunt u inhoud blokkeren, functies in- of uitschakelen en bepalen welke soorten
communicatie beschikbaar zijn. Wanneer u ouderlijk toezicht inschakelt, is een viercijferige PIN vereist voor het wijzigen
van de toegestane diensten. Dit voorkomt dat kinderen of andere partijen de instellingen kunnen wijzigen.
Ouderlijk toezicht inschakelen
Wanneer u een PIN voor ouderlijk toezicht instelt, kunt u, wanneer u deze bent vergeten, de PIN alleen resetten door alle
gegevens op de smartphone te wissen.
Ouderlijk toezicht inschakelen:
1. Klik in het beginscherm of in een map op het pictogram Opties.
2. Klik op Beveiliging > Ouderlijk toezicht.
3. Schakel het selectievakje Inschakelen in om ouderlijk toezicht in te schakelen.
4. Selecteer een of meer van de volgende opties om het gebruik van de functie toe te staan of te beperken:
Gebruikershandleiding Beveiliging
381