Operation Manual

4.
Druk op de toets > Opslaan.
Een wachtwoord kopiëren
1. Klik in het beginscherm of in de map Toepassingen op het pictogram Wachtwoordbeheer.
2. Markeer een wachtwoord.
3.
Druk op de toets > Gebruikersnaam kopiëren of Wachtwoord kopiëren.
Om het klembord te wissen drukt u op de toets > Klembord wissen.
Opmerking: Wachtwoorden zijn niet gecodeerd wanneer ze op het klembord staan.
Kopiëren van het wachtwoorden voorkomen
1. Klik in het beginscherm of in de map Toepassingen op het pictogram Wachtwoordbeheer.
2.
Druk op de toets > Opties.
3. Maak in de sectie Wachtwoordinvoeren het selectievakje Kopiëren naar Klembord toestaan leeg.
4.
Druk op de toets > Opslaan.
Wachtwoorden in Wachtwoordbeheer verbergen of weergeven
1. Klik in het beginscherm of in de map Toepassingen op het pictogram Wachtwoordbeheer.
2.
Druk op de toets > Opties.
Om wachtwoorden in Wachtwoordbeheer te verbergen, schakelt u het selectievakje Wachtwoord weergeven uit.
Schakel het selectievakje Wachtwoord weergeven weer in als u wachtwoorden in Wachtwoordbeheer wilt
weergeven.
3.
Druk op de toets > Opslaan.
Een willekeurig wachtwoord genereren
1. Klik in het beginscherm of in de map Toepassingen op het pictogram Wachtwoordbeheer.
2. Wijzig indien nodig de criteria voor het genereren van willekeurige wachtwoorden door het volgende te doen:
Druk op de toets > Opties.Wijzig het veld Lengte.
Druk op de toets > Opties.Schakel de selectievakjes Letters opnemen, Getallen opnemen of Symbolen
opnemen
in of uit.
3.
Druk op de toets > Nieuw.
4.
Druk op de toets > Willekeurig wachtwoord.
5.
Druk op de toets > Opslaan.
Gebruikershandleiding Beveiliging
384