Operation Manual

Table Of Contents
Optie Beschrijving
WEP-sleutel
selecteren
Stel het type WEP-sleutel in voor het Wi-Fi-netwerk.
WEP-sleutel Voer de WEP-sleutel voor het Wi-Fi-netwerk in hexadecimaal formaat in.
Opties voor WPA/WPA2 Personal
Deze opties worden weergegeven als u het beveiligingstype WPA/WPA2 Personal kiest.
Optie Beschrijving
Wachtwoordzin Typ indien nodig de WPA™- of WPA2™-Personal-wachtwoordzin om verbinding te maken met het Wi-
Fi-netwerk.
Opties voor WPA/WPA2 Enterprise
Deze opties worden weergegeven als u het beveiligingstype WPA/WPA2 Enterprise kiest.
Optie Beschrijving
Enterprise Sub-Type Stel indien nodig de enterprise-beveiligingsmethode in voor het Wi-Fi-netwerk.
Gebruikersnaam Voer indien nodig de gebruikersnaam in die u gebruikt om verbinding te maken met het Wi-Fi-netwerk.
Wachtwoord Voer indien nodig het wachtwoord in dat u gebruikt om verbinding te maken met het Wi-Fi-netwerk.
CA-certificaat Stel het hoofdcertificaat in dat uw smartphone moet gebruiken om te controleren of met het juiste
Wi-Fi-netwerk verbinding wordt gemaakt.
Clientcertificaat Stel het certificaat voor verificatie in dat uw smartphone moet gebruiken om verbinding te maken
met het Wi-Fi-netwerk.
Beveiliging binnenste
koppeling
Stel indien nodig het beveiligingsprotocol in dat het Wi-Fi-netwerk ondersteunt voor de innerlijke
verificatiemethode.
Token Stel in of u een hardwaretoken wilt gebruiken om verbinding te maken met het Wi-Fi-netwerk.
Serveronderwerp Voer indien nodig de naam van het serveronderwerp in dat uw smartphone moet gebruiken om te
controleren of met het juiste Wi-Fi-netwerk verbinding wordt gemaakt.
Server-SAN Voer indien nodig de server-SAN in die uw smartphone moet gebruiken om te controleren of met het
juiste Wi-Fi-netwerk verbinding wordt gemaakt.
Gebruikershandleiding
Verbindingen beheren
254