Operation Manual
104
In- en uitschakelen
Om het apparaat in of uit te schakelen
hebt u de volgende mogelijkheden:
In- en uitschakelen via het
contactslot van de auto
Wanneer het apparaat correct met het
contactslot van de auto is verbonden en
niet met toets 2 is uitgeschakeld, wordt
het met het contact in- en uitgescha-
keld.
In- en uitschakelen met het
afneembare bedieningspaneel
➮ Verwijder het bedieningspaneel.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
Let op:
● Het apparaat wordt na een vooraf
ingestelde tijd uitgeschakeld. Lees
hiervoor het gedeelte “Uitschakelti-
mer”.
➮ Breng het bedieningspaneel weer
aan.
Het apparaat wordt ingeschakeld. De
laatste instellingen (radio, cd, cd-wissel-
aar of AUX) worden geactiveerd.
In- en uitschakelen met toets 2
➮ Om het apparaat in te schakelen
drukt u op toets 2.
➮ Om het apparaat uit te schakelen
houdt u toets 2 langer dan twee
seconden ingedrukt.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
Let op:
● Druk bij het plaatsen van het bedie-
ningspaneel niet op het display.
Indien het apparaat ingeschakeld was
terwijl het bedieningspaneel werd ver-
wijderd, wordt het na plaatsing van het
bedieningspaneel automatisch opnieuw
ingeschakeld met de laatste instellingen
(radio, cd, cd-wisselaar of AUX).
Uitschakeltimer (Off Timer)
Nadat u het bedieningspaneel hebt ver-
wijderd wordt het apparaat automatisch
binnen een instelbare tijd uitgeschakeld.
U kunt deze tijd instellen tussen 0 en
30 seconden.
➮ Druk op toets MENU 9.
➮ Druk zo vaak op toets of 8
dat "OFF TIMER" op het display
wordt weergegeven.
➮ Stel de tijd in met de -toetsen
8.
Wanneer het instellen voltooid is:
➮ Druk tweemaal op toets MENU 9.
Let op:
● Wanneer u de uitschakeltijd instelt
op 0, wordt het apparaat direct na
het openen van het bedieningspa-
neel uitgeschakeld.
BEDIENINGSPANEEL
IN- EN UITSCHAKELEN