Operation Manual
216
Equalizer
Dit apparaat beschikt over een parame-
trische, digitale equalizer. Parametrisch
betekent in dit geval dat voor elk van
de vijf filters één frequentie individueel
kan worden versterkt of afgezwakt
(GAIN +8 tot -8).
De volgende filters staan ter beschik-
king:
● SUB LOW EQ 32 - 50 Hz
● LOW EQ 63 - 250 Hz
● MID EQ 315 - 1 250 Hz
● MID HIGH EQ 1 600 - 6 300 Hz
● HIGH EQ 8 000 - 12 500 Hz
Deze filters kunnen zonder meetappa-
ratuur worden ingesteld. Zo kunnen de
klankeigenschappen in de auto door-
slaggevend worden beïnvloed.
Aanwijzingen voor de instelling
Wij adviseren u om voor het instellen
een cd te gebruiken die u goed kent.
Zet voordat u de equalizer instelt de in-
stellingen voor klankkleur en volume-
verhouding op nul en deactiveer loud-
ness. Lees hiervoor het hoofdstuk
"Klankkleur en volumeverhouding".
➮ Beluister de cd.
➮ Beoordeel de klankindruk volgens
uw eigen ideeën.
➮ Lees nu de informatie onder
"Klankindruk" in de tabel "Instelhulp
voor de equalizer".
➮ Stel de waarden voor de equalizer
in zoals beschreven onder "Maat-
regel".
Equalizer in- en uitschakelen
➮ Om de equalizer in en uit te scha-
kelen houdt u toets DEQ < inge-
drukt totdat EQ op het display ver-
licht is en "EQ ON" kort wordt
weergegeven.
➮ Om de equalizer uit te schakelen
houdt u toets DEQ < ingedrukt
totdat EQ van het display verdwijnt
en "EQ OFF" kort wordt weergege-
ven.
Equalizer instellen
➮ Druk op de DEQ-toets <.
➮ Kies "USER" met toets of :.
➮ Kies het filter met toets of :.
➮ Druk op toets of :.
➮ Om de frequentie te kiezen drukt u
op de
-toets :.
➮ Stel het niveau in met toets of
:.
➮ Om het volgende filter te kiezen
drukt u eerst op de OK-toets ; en
dan op de
of -toets :.
➮ Wanneer alle instellingen uitge-
voerd zijn, drukt u op de DEQ-toets
<.
EQUALIZER