Operation Manual

21
DROOG MODUS
Ideaal om de luchtvochtigheid in de ruimte (voorjaar, herfst, vochtige ruimtes, regenachtige
periodes, etc.) te reduceren. Voor de droog modus dient het apparaat op dezelfde manier
voorbereid te worden als voor de koelingsmodus, met de luchtuitlaat slang aangekoppeld om
het vocht naar buiten te geleiden.
Om deze modus correct in te stellen:
Druk een aantal keren op de M knop totdat het
symbool verschijnt.
Selecteer de benodigde ventilatorsnelheid door op de knop te drukken.
Er zijn drie snelheden beschikbaar:
Maximale snelheid: om de gewenste temperatuur zo snel mogelijk te bereiken.
Gemiddelde snelheid: reduceert het geluidsniveau maar behoudt een goed niveau
aan comfort.
Lage snelheid: voor stille werking
De meest geschikte temperatuur voor de ruimte gedurende de zomer varieert van 24°C tot
27°C. Het is echter aan te raden de temperatuur niet heel veel lager dan de
buitentemperatuur in te stellen.
DRAAI FUNCTIE
Met deze functie kunt u de lucht naar boven of beneden laten blazen. Om deze functie
correct in te stellen:
Selecteer de modus (koelen, drogen, ventilator, warmte) zoals boven beschreven.
Druk een aantal keren op de knop. De blaaskop zal op verschillende posities stoppen of
continue draaien.
De blaaskop positie:
SLAAP MODUS
Met deze functie kunt u de werking van het apparaat geleidelijk laten afnemen gedurende de
nacht. Om deze functie correct in te stellen, volg alstublieft de volgende instructies:
Druk op de knop. Het apparaat zal werken volgens de eerder geselecteerde modus.