Operation Manual
94
Wanneer er tijdens een telefoongesprek
of gesproken mededeling van de navi-
gatie een verkeersbericht wordt ontvan-
gen, wordt het verkeersbericht pas na
beëindiging van het gesprek / de ge-
sproken mededeling weergegeven.
Wanneer er tijdens een verkeersbericht
een gesprek binnenkomt of een gespro-
ken mededeling van de navigatie wordt
doorgegeven, wordt het verkeersbericht
weergegeven. Het telefoongesprek / de
gesproken mededeling kan na afloop
van hat verkeersbericht worden beluis-
terd.
Het volume waarmee het telefoonge-
sprek of de gesproken mededelingen
van de navigatie wordt weergegeven,
is instelbaar.
➮ Druk op toets MENU 8.
➮ Druk zo vaak op toets
of
:
dat "TEL/NAVI VOL" op het display
verschijnt.
➮ Stel het gewenste volume in met
de
-toetsen :.
➮ Wanneer de instelling voltooid is,
druk tweemaal op toets MENU 8
of OK ;.
Let op:
U kunt het volume voor telefoonge-
sprekken en gesproken mededelingen
tijdens de weergave direct instellen met
de volumeregelaar 2.
VOLUME INSTELLEN
Volume voor
bevestigingssignaal instellen
Wanneer u bij bepaalde functies een
toets langer dan twee seconden inge-
drukt houdt, bv. om een zender te pro-
grammeren onder een voorkeuzetoets,
is een bevestigingssignaal (pieptoon) te
horen. Het volume voor de pieptoon is
instelbaar.
➮ Druk op toets MENU 8.
➮ Druk zo vaak op toets
of
:
dat “BEEP” op het display ver-
schijnt.
➮ Stel het volume in met de -
toetsen :. “0” betekent pieptoon
uitgeschakeld, “9” betekent maxi-
maal volume van de pieptoon.
➮ Wanneer de instelling voltooid is,
drukt u op toets MENU 8 of OK
;.