TravelPilot Navigatie Aangeboden door : NavigatieForum TravelPilot DX-V Gebruiksaanwijzing http://www.blaupunkt.
Overzicht Handafstandsbediening RC 09H 12 11 13 10 9 1 2 3 4 5 6 7 8 14
Overzicht Monitor Handafstandsbediening RC 09H 1 Display voor de weergave van de symbool- en de kaartweergave 9 2 Infraroodontvanger voor handafstandsbediening RC 09H 3 Tuimeltoets +/- links voor het instellen van de helderheid ! -toets, opent het menu van de dynamische routegeleiding en de handmatige filemijdfunctie. : -toets, correctietoets voor het wissen van letters bij het invoeren; terugspringen naar het vorige menu.
Aanwijzingen voor de veiligheid De TravelPilot is ontworpen voor gebruik in personenauto’s. Speciale informatie, zoals hoogtebeperkingen of maximale wiel- of asdruk die nodig zijn voor de routegeleiding van vrachtwagens en autobussen, is niet opgenomen op de cd. Bediening tijdens de rit Wanneer u geen acht slaat op het verkeer, kunt u ernstige ongelukken veroorzaken.
Inhoudsopgave Overzicht .............................................. 2 Aanwijzingen voor de veiligheid ........ 4 Inleiding ............................................... 6 Algemeen ............................................. 7 Over deze handleiding .......................... 7 Accessoires ........................................... 7 Principe van de navigatie ...................... 8 Inschakelen ........................................... 8 Beknopte handleiding .......................
Inleiding Geachte klant, Gefeliciteerd met de aankoop van uw TravelPilot DX-V. U kunt erop vertrouwen dat u met de aankoop van de TravelPilot DX-V de juiste keus gemaakt hebt. De TravelPilot DX-V is een betrouwbare, eenvoudig te bedienen gids in het verkeer, die u nauwkeurig door het verkeer naar uw bestemming geleidt. Deze handleiding voert u stap voor stap door de functies van de TravelPilot DX-V en beantwoordt de meest gestelde vragen.
Algemeen Over deze handleiding Deze handleiding moet u vertrouwd maken met de bediening en de functies van uw TravelPilot DX-V en een veilige en succesvolle bediening mogelijk maken. Lees deze handleiding voordat u de TravelPilot DX-V voor het eerst gebruikt aandachtig door en bewaar hem zorgvuldig in de auto. Om informatie snel te kunnen opzoeken worden in deze handleiding de volgende symbolen gebruikt op afzonderlijke stappen aan te duiden: 1.
Algemeen Bovendien hebt u de mogelijkheid om de TMC-gegevens te ontvangen via een Blaupunkt-autoradio. Welke Blaupunkt-autoradio’s in staat zijn om TMC-gegevens te ontvangen en door te geven aan de TravelPilot DX-V kunt u navragen bij uw Blaupunktvakhandel of via de Blaupunkt-hotline. Het nummer van de Hotline vindt u op de laatste pagina van deze handleiding. Principe van de navigatie De actuele positie van de auto wordt door uw TravelPilot DX-V bepaald d.m.v.
Algemeen Bedieningsintro Bij het opstarten van het systeem verschijnt een bedieningsintro. Hier worden de functies van de afstandsbediening verklaard. Aansluitend kunt u kiezen of het bedieningsintro telkens moet worden weergegeven wanneer de TravelPilot DX-V wordt ingeschakeld. Pluspunt: u kunt het bedieningsintro altijd activeren resp. deactiveren in het menu “Instelling”. Lees hiervoor het hoofdstuk “Instellingen”, “Bedieningsintro in- en uitschakelen”.
Beknopte handleiding Betekenis van de symbolen in de menu’s In verschillende menu’s worden handelingen geactiveerd resp. uitgevoerd door het kiezen en bevestigen van symbolen.
Beknopte handleiding Om u snel vertrouwd te maken met de basisfuncties van de TravelPilot DX-V worden hieronder drie voorbeelden gegeven ter illustratie: – Direct invoeren van een stad als reisdoel met vermelding van straat en dwarsstraat. – Invoeren van een naam voor het reisdoel en deze opslaan in het reisdoelgeheugen. – Routegeleiding met kaart: wijzigen van de schaal van de kaart en de informatie op de kaart.
Beknopte handleiding Let op: Door herhaald op de -toets te drukken kunt u ingevoerde letters wissen. Wanneer u de -toets lang ingedrukt houdt, verlaat u het invoermenu. Pluspunt: telkens wanneer een volgende letter wordt ingevoerd, verandert automatisch de lijst met weergegeven plaatsnamen. Zo kunt u de gewenste plaats snel vinden. 5. Markeer achtereenvolgens de letters “E”, “R”, “L” en “I” en druk na elke letter op de OK -toets. In de lijst verschijnt “BERLIN”.
Beknopte handleiding Straat: 9. De keuzemarkering staat in het menu “Reisdoel” automatisch op het -symbool (straat). Druk op de OK -toets. De lijst met letters voor het invoeren van de straatnaam verschijnt. ✔ Ga voor het invoeren van de straatnaam “Alexanderplatz” te werk zoals beschreven onder “Stad”. Dwarsstraat: 10. -symbool (dwarsstraat). De keuzemarkering staat automatisch op het Druk op de OK -toets. De keuzelijst met de beschikbare dwarsstraten verschijnt. ✔ Kies “ALEXANDERSTRASSE”.
Beknopte handleiding Actueel reisdoel met naam opslaan voor de routegeleiding 1. Kies het -symbool. Druk op de OK -toets. De lijst met letters voor het invoeren van de naam van een reisdoel wordt weergegeven. ✔ 2. Voer zoals u gewend bent een naam in voor het reisdoel, bv. “HOTEL”. 3. Markeer “OK” in het letterveld en druk op de Het menu “Reisdoel opslaan” verschijnt. ✔ 4. Zet de naam van het reisdoel met de in het reisdoelgeheugen. Druk op de Het hoofdmenu verschijnt. ✔ OK -toets.
Beknopte handleiding 3. Verschuif de keuzemarkering naar de menuoptie “Korte weg” en druk op de OK -toets. “Korte weg” is gekozen. ✔ 4. Wanneer “Autosnelweg” geactiveerd is (v-tekentje in het hokje ervoor), verschuift u de keuzemarkering naar “Autosnelweg” en drukt u op de OK -toets. “Autosnelweg” is gedeactiveerd. Het v-tekentje in het hokje voor “Autosnelweg” verdwijnt. ✔ 5. -symbool en druk op de OK -toets. Markeer het De gesproken mededeling “De route wordt berekend” is te horen.
Beknopte handleiding Schaal van de kaart wijzigen Omdat het reisdoel op grote afstand van de eigen positie ligt, moet de schaal van de kaart worden gewijzigd. Zo hebt u een goed overzicht over de gehele route. Wanneer u zich in de omgeving van het reisdoel bevindt, kunt u de schaal van de kaart weer vergroten om gedetailleerde informatie over de omgeving van het reisdoel te verkrijgen. 8. - toets.
Beknopte handleiding 13. Kies met de -toets de menuoptie “Tankstation” en druk op de OK -toets. In het hokje links naast de menuoptie verschijnt een v-tekentje. ✔ 14. Kies de menuoptie “OK” aan de rechterzijde van het menu met de Druk op de OK -toets. De kaartweergave met de gekozen symbolen verschijnt. ✔ -toets.
Reisdoel invoeren Naast de vier symbolen op de bovenste regel in het menu “Reisdoel” hebt u de volgende mogelijkheden om een reisdoel in te voeren: Via de enveloppe kunt u het reisdoel direct invoeren wanneer u het exacte adres kent. U gebruikt hiervoor de menuopties “Stad” - “Centrum” - “Straat” “Dwarsstraat” - “Huisnummer”. Met de benzinepomp / koffiekop kunt u kiezen uit een lijst van bijzondere reisdoelen, zoals parkeerterreinen, ziekenhuizen, tankstations, stations en andere openbare instellingen.
Reisdoel invoeren Een centrum (stadsdeel) als reisdoel kiezen Bij grote steden kunt u het centrum van een stadsdeel invoeren als reisdoel. 1. Om een centrum te kiezen als reisdoel voert u eerst een stad in. Het menu “Reisdoel” verschijnt. ✔ 2. Markeer dan het -symbool (centrum). Druk op de OK -toets. Vervolgens wordt de lijst van centra (bij maximaal twaalf vermeldingen) of de lijst van letters opgeroepen (bij meer dan twaalf vermeldingen). ✔ 3.
Reisdoel invoeren Bijzondere reisdoelen (parkeerterreinen, tankstations, enz.) kiezen Via het -symbool (benzinepomp / koffiekop) hebt u verschillende reisdoelen ter beschikking voor het bepalen van het reisdoel. U kunt deze reisdoelen kiezen in relatie tot uw positie op dat moment (“Omgeving positie”), tot het laatste actieve reisdoel van de navigatie (“Laatste reisdoel”) of tot elke gewenste plaats (“Omgeving adres”), of u kunt een landelijk reisdoel kiezen (bv. grensovergang, luchthaven).
Reisdoel invoeren Landelijke reisdoelen (snelwegop-/afrit, snelwegservice, luchthaven of grensovergang) kiezen Met de menuoptie “Buiten de stad” hebt u de mogelijkheid om snelwegop- en afritten, snelwegservicepunten, luchthavens en grensovergangen in het gehele land te kiezen. Hiervoor hoeft u alleen de naam te kennen. 1. Kies de menuoptie “Buiten de stad” en druk op de OK -toets. Er wordt een lijst met beschikbare landelijke reisdoelen weergegeven. ✔ 2. Kies de gewenste menuoptie. Druk op de OK -toets.
Reisdoel invoeren Reisdoel invoeren met coördinaten Via het -symbool (coördinatennet) hebt u de mogelijkheid om uw reisdoel te bepalen met coördinaten. Hiervoor moet u de coördinaten invoeren in de vorm van de lengte- en breedtegraad. 1. Kies het -symbool op de bovenste regel van het menu “Reisdoel”. Druk op de OK -toets. Het menu voor het invoeren van coördinaten wordt weergegeven. ✔ U kunt nu onder “Positie reisdoel” de gewenste coördinaten invoeren.
Reisdoel invoeren Reisdoel invoeren via de kaartweergave Via het -symbool (wereldbol) kunt u een reisdoel voor de navigatie bepalen in de kaartweergave. 1. Kies het -symbool op de bovenste regel van het menu “Reisdoel”. Druk op de OK -toets. Er verschijnt een op het noorden georiënteerde kaart. ✔ De omgeving van het als laatste ingevoerde reisdoel verschijnt. Wanneer er eerder geen reisdoel was ingevoerd, verschijnt de omgeving van de positie van de auto. Het dradenkruis dient om het reisdoel te bepalen.
Reisdoel invoeren Informatie oproepen op de kaart U kunt extra informatie zoals parkeerterreinen en tankstations op de kaart laten weergeven. 1. Open het uitvouwmenu met de OK -toets. 2. Kies “Info op kaart”. Druk op de OK -toets. Er verschijnt een keuzemenu met de beschikbare informatie. ✔ 3. Markeer de informatie die op de kaart moet worden weergegeven. Druk telkens op de OK -toets. De informatie die op de kaart moet worden weergegeven, moeten gekenmerkt zijn met een v-tekentje. ✔ 4.
Reisdoel invoeren Reisdoel op kaart opslaan vóór de routegeleiding Wanneer u het reisdoel met het dradenkruis hebt gemarkeerd, kunt u het in het geheugen opslaan om het later opnieuw te gebruiken voor de routegeleiding. 1. Open het uitvouwmenu met de OK -toets. 2. Kies “Bewaren”. Druk op de De lijst met letters voor het invoeren van de naam van het reisdoel verschijnt. ✔ 3.
Reisdoel invoeren Reisdoel uit geheugen In het reisdoelgeheugen kunnen vaak gebruikte reisdoelen worden opgeslagen, van een korte naam worden voorzien en worden opgeroepen voor de routegeleiding. Pluspunt: de laatste twaalf reisdoelen worden door de TravelPilot DX-V automatisch opgeslagen. Reisdoel kiezen uit het geheugen Uitgangspunt: u bevindt zich in het hoofdmenu. Wanneer u zich niet in het hoofdmenu -toets terug in het hoofdmenu. bevindt, komt u via de 1. Kies in het hoofdmenu “Reisdoelgeheugen”.
Routegeleiding Voor de routegeleiding hebt u drie weergavesoorten tot uw beschikking. U kunt kiezen uit routegeleiding met rijsymbolen, routegeleiding met kaart of de mix-modus van kaart en symbolen. Pluspunt: bij beide soorten routegeleiding krijgt u bovendien door een sympathieke stem instructies voor het afslaan. Nadat u de routegeleiding hebt gestart en de route is berekend, wordt de routegeleiding weergegeven met de als laatste gekozen instellingen.
Routegeleiding Volume van de gesproken mededelingen instellen 1. Om het volume van de gesproken mededelingen voor de rijadviezen in te stellen, drukt u tijdens de routegeleiding op de of de -toets. Er verschijnt een venster voor de instelling van het volume. ✔ 2. Stel het volume in met de -toetsen. Druk op de OK -toets. De gesproken mededeling worden weergegeven met het ingestelde volume.
Routegeleiding Routegeleiding met optische rijadviezen 5 Tijdens de routegeleiding met optische rijadviezen verschijnen op het display pijlsymbolen die de gesproken mededeling grafisch weergeven.
Routegeleiding Routegeleiding met kaartweergave Bij de routegeleiding met kaartweergave krijgt u naar keuze een kaart van de omgeving van de positie (actuele positie van de auto) of van de omgeving van het reisdoel te zien. Wanneer de kaart van de eigen positie wordt getoond, kan de oriëntatie van de kaart worden gekozen uit de rijrichting of op het noorden. Bovendien kunt u de kaartweergave met “Kruispunt zoom” kiezen. Daarbij wordt tijdens de routegeleiding van een kleine schaal, bv.
Routegeleiding 6 Overzicht 1 Pijl voor de rijrichting geeft de positie van de auto en de rijrichting weer. 2 Info met resterende reistijd / aankomsttijd, afstand van het reisdoel, en bij het afslaan het pijlsymbool en de afstandsbalk 3 Info met schaal van de kaart, TMC-zendernaam en kompasroos 4 De berekende route wordt in de kaartweergave gekleurd aangeduid.
Routegeleiding 1. Open het uitklapmenu met de OK -toets. Kies “Instelling”. Druk op de OK -toets. Het menu “Instelling” wordt geopend. ✔ 2. Kies “Kaart positie”. Druk op toets . Er wordt een keuzemenu voor de soort positiekaart weergegeven. ✔ 3. Markeer de gewenste weergavesoort. Druk op de OK -toets. De routegeleiding wordt voortgezet met de gekozen kaart. ✔ Kaartweergave van het gebied van bestemming of overzichtskaart kiezen 1. Open het uitklapmenu met de OK -toets. Kies “Instelling”.
Routegeleiding Informatie op de kaart U kunt extra informatie zoals parkeerterreinen en tankstations op de kaart laten weergeven. De volgende informatie kan als extra op de kaart worden weergegeven: Expositieruimtes Autoverhuur Overzet Grensovergang Openb.
Routegeleiding 5. Druk op de OK -toets. De kaart wordt weergegeven met de gewenste informatie. ✔ Kaartweergave kiezen Voor de kaartweergave kunt u de volgende opties kiezen: – Kaart met infovenster – Zuivere kaartweergave – Mix-modus: de kaart- en symboolweergave en de infovensters worden tegelijk op het display afgebeeld. Pluspunt: in de mix-modus gaat er geen kaartinformatie verloren, omdat de symboolweergave transparant over de kaart wordt geplaatst. 1. Open het uitklapmenu met de OK -toets.
Routegeleiding Reistijd of aankomsttijd kiezen U kunt kiezen of in het rechter-infovenster de reistijd of de aankomsttijd bij het reisdoel wordt weergegeven. 1. Open het uitklapmenu met de OK -toets. Markeer “Instelling”. Druk op de OK -toets. Het menu “Instelling” verschijnt. ✔ 2. Markeer het -symbool. Druk op de Het keuzemenu “Klok” verschijnt. ✔ 3. Kies de menuoptie “Tijdinfo”. Druk op de OK -toets. Het menu ter instelling van de displayweergave verschijnt. ✔ 4.
Routegeleiding File-omleiding instellen Ongeacht of uw TravelPilot DX-V is aangesloten op een TMC-bron (“TMC-Tunerbox D-Namic” of een geschikte Blaupunkt-autoradio), kunt u een omleiding om een file ook met de hand invoeren. Zo kunt u de route in overeenstemming met de verkeerssituatie (bv. werk in uitvoering, geblokkeerde weggedeelten, enz.) op korte termijn veranderen. De TravelPilot DX-V berekent dan een nieuwe route langs de file.
Routegeleiding File-omleiding opheffen 1. Wanneer de file is opgelost, kunt u de file-omleiding weer opheffen. Markeer in het menu “Verkeersopst.” voor het handmatig invoeren de optie “Verkeersopstopping opheffen”. Druk op de OK -toets. De routegeleiding wordt weergegeven, de gesproken mededeling “De route wordt berekend” is te horen. ✔ Wegen resp. weggedeelten in de routelijst blokkeren 1. U hebt de mogelijkheid, wegen in de routelijst te blokkeren. Markeer in het menu “Verkeersopst.
Routegeleiding Blokkering in de routelijst opheffen 1. Wanneer de file is opgelost, kunt u de blokkering van de wegen in de routelijst weer opheffen. Markeer hiervoor “Blokkering opheffen” in het menu “Verkeersopst.”. Druk op de OK -toets. De routegeleiding wordt weergegeven, de gesproken mededeling “De route wordt berekend” is te horen.
Dynamische routegeleiding met TMC De TMC-functie van de TravelPilot DX-V maakt dynamische routegeleiding mogelijk (momenteel alleen in Duitsland en Nederland mogelijk) voorbij de file. De TravelPilot DX-V verwerkt hiervoor de binnenkomende TMC-verkeersberichten, past de routeplanning aan aan de actuele verkeerssituatie en geeft berichten symbolisch weer in de kaartweergave. Pluspunt: de TravelPilot DX-V berekent een naar reisduur geoptimaliseerde route.
Dynamische routegeleiding met TMC TMC in-/uitschakelen De TMC-functie wordt in- resp. uitgeschakeld in het menu routeopties. Lees hiervoor het hoofdstuk “Routeopties kiezen”. Let op: Wanneer de TMC-functie wordt ingeschakeld, worden automatisch in het menu de opties “Snelle weg”, “Autosnelweg”, “Overzet” en “Tol” gekozen. Zodra u een optie uitschakelt, wordt ook de TMC-functie uitgeschakeld.
Dynamische routegeleiding met TMC steld) en wanneer u het later weer betreedt, weer met voorrang wordt ontvangen, ook wanneer er andere TMC-zenders beschikbaar zijn. Deze intelligente omschakeling leidt ertoe dat de zenderweergave ook in het uitzendgebied vaak kan wisselen. Hierdoor wordt gegarandeerd dat u alle verkeersinformatie ontvangt die door de ontvangbare TMC-zenders worden uitgezonden.
Dynamische routegeleiding met TMC Route tijdens de routegeleiding berekenen met TMC De verkeersinformatie worden door een TMC-zender uitgezonden naast het programma. Wanneer een verkeersbericht van belang is voor de berekende route, wordt automatisch een nieuwe route naar het reisdoel berekend. Bovendien is de gesproken mededeling “De route wordt berekend met inachtneming van verkeersinformatie”. Let op: De TravelPilot DX-V berekent altijd een naar reistijd geoptimaliseerde route.
Dynamische routegeleiding met TMC Let op: De filesymbolen worden op de kaart grijs weergegeven wanneer deze niet relevant zijn voor de route (bv. tegenoverliggende rijbaan of naast de route). In de kaartweergave zonder actieve routegeleiding (positiekaart) worden de filesymbolen routerelevant weergegeven. Als tekstbericht lezen U kunt alle via TMC ontvangen verkeersinformatie laten weergeven. Hierbij wordt de verkeersinformatie uit een gebied met een straal van ca. 100 km rondom de auto weergegeven. 1.
Routeopties kiezen U hebt de mogelijkheid om de routeopties voor de berekening van de route aan te passen aan uw wensen. In principe kunt u kiezen tussen de korte of de snelle route. Bovendien kunt u het gebruik van snelwegen, veren, tolwegen en de dynamische routegeleiding (TMC) activeren resp. deactiveren (lees voor de dynamische routegeleiding het hoofdstuk “Dynamische routegeleiding met TMC”).
Routeopties kiezen Routeopties wijzigen tijdens de routegeleiding De routeopties kunnen tijdens de routegeleiding worden gewijzigd in het menu “Instelling” van de routegeleiding. 1. Druk tijdens de routegeleiding op de OK -toets. Er wordt een uitvouwmenu geopend. ✔ 2. Kies “Instelling” in het uitvouwmenu. Druk op de Het menu “Instelling” verschijnt. ✔ OK -toets. Pluspunt: in het menu “Instelling” ziet u in één oogopslag welke routeopties er geactiveerd resp. gedeactiveerd zijn. 3.
Reisdoelgeheugen Met het reisdoelgeheugen hebt u de mogelijkheid om reisdoelen die u vaak bezoekt, van een naam te voorzien en op te slaan. U kunt de opgeslagen reisdoelen volgens uw eigen voorkeur of alfabetisch gerangschikt oproepen. Bovendien slaat de TravelPilot DX-V de laatste twaalf reisdoelen automatisch op. Deze kunnen vanuit het reisdoelgeheugen opnieuw worden gebruikt voor de routegeleiding en voorzien van een naam worden opgeslagen.
Reisdoelgeheugen Reisdoel opslaan U hebt de mogelijkheid om het actuele reisdoel en de actuele positie op te slaan als reisdoel. Actueel reisdoel met naam opslaan 1. Markeer in het menu “Reisdoelgeheugen” het -symbool. Druk op de OK -toets. Het menu “Reisdoelgeheugen - bewerken” verschijnt. ✔ 2. Markeer de optie “Actueel reisdoel bewaren”. Druk op de OK -toets. Er verschijnt een lijst met letters voor het invoeren van een naam. ✔ 3.
Reisdoelgeheugen Positie opslaan als reisdoel Pluspunt: het opslaan van de actuele positie als reisdoel is zinnig wanneer u tijdens de rit op een plaats komt dat u later opnieuw wilt bezoeken. Bovendien worden hier zeer nauwkeurige gegevens opgeslagen. Zo kunt u zich direct tot voor de deur laten geleiden, in plaats van tot een dwarsstraat of een huisnummergebied. 1. -symbool. Druk op de Markeer in het menu “Reisdoelgeheugen” het OK -toets. Het menu “Reisdoelgeheugen - bewerken” verschijnt. ✔ 2.
Reisdoelgeheugen Reisdoelen wissen uit het reisdoelgeheugen U kunt losse reisdoelen, de laatste reisdoelen of het gehele reisdoelgeheugen wissen. Reisdoel wissen 1. Markeer in het menu “Reisdoelgeheugen - bewerken” de optie “Reisdoel wissen”. Druk op de OK -toets. Het menu “Reisdoel wissen” verschijnt. ✔ 2. Markeer het te wissen reisdoel. Druk op de Er verschijnt een controlevraag. ✔ 3. Wanneer u het reisdoel wilt wissen, markeert u “Ja”. Druk op de OK -toets.
Reisdoelgeheugen 3. Wanneer u het reisdoelgeheugen niet wilt wissen, markeert u “Nee”. Druk op de OK -toets. Het menu “Reisdoelgeheugen - bewerken” verschijnt opnieuw. ✔ Reisdoelgeheugen opnieuw sorteren U kunt de met namen opgeslagen reisdoelen rangschikken in een door u vastgestelde volgorde (reisdoelgeheugen gesorteerd naar eigen wensen, -symbool). 1. Markeer in het menu “Reisdoelgeheugen - bewerken” de optie “Geheugen opnieuw sort.”. Druk op de OK -toets. Het menu “Reisdoel kiezen” wordt weergegeven.
Trajectgeheugen Met het trajectgeheugen hebt u de mogelijkheid, losstaande reisdoelen te verbinden tot een traject of “tocht”. Pluspunt: met het trajectgeheugen kunt u comfortabel bv. toeristische tochten of klantbezoeken plannen. 1. Om het trajectgeheugen te programmeren kiest u in het hoofdmenu de optie “Trajecten”. Druk op de OK -toets. De trajectenlijst verschijnt (wanneer er nog geen trajectenlijst bestaat, verschijnt het menu “Trajectengeheugen - bewerken”).
Trajectgeheugen 3. Druk op de OK -toets. De lijst met letters voor het invoeren van de korte naam verschijnt. ✔ 4. Voer een naam in zoals u gewend bent. 5. Markeer ten slotte “OK” in het letterveld en druk op de Het menu “Reisdoel opslaan” verschijnt. ✔ 6. Verschuif het reisdoel voor het traject naar de gewenste positie. Druk op de OK -toets. Het menu “Trajectengeheugen - bewerken” wordt opnieuw weergegeven. ✔ OK -toets.
Trajectgeheugen 3. Voer een naam voor het reisdoel in. Het menu “Reisdoel opslaan” van het trajectgeheugen verschijnt. ✔ 4. Zet het reisdoel voor het traject op de gewenste positie in de trajectlijst. Druk op de OK -toets. Het menu “Trajectengeheugen - bewerken” verschijnt. ✔ Traject sorteren 1. Wanneer u de trajectlijst opnieuw wilt rangschikken, markeert u op de bovenste regel in het trajectgeheugen het -symbool. Druk op de OK -toets. Het menu “Trajectengeheugen - bewerken” verschijnt. ✔ 2.
Trajectgeheugen 4. Markeer “Ja”. Druk op de OK -toets. Het menu “Trajectengeheugen - bewerken” verschijnt. ✔ Het reisdoel is gewist uit het traject. Traject geheel wissen 1. Wanneer u een traject volledig wilt wissen uit het trajectgeheugen, markeert u op de bovenste regel in het trajectgeheugen het -symbool. Druk op de OK -toets. Het menu “Trajectengeheugen - bewerken” verschijnt. ✔ 2. Markeer “Traject geheel wissen”. Druk op de Er verschijnt een controlevraag. ✔ 3. Markeer “Ja”.
Reisgids De als extra verkrijgbare navigatie-cd’s met reisgids vergroten het toepassingsgebied van de TravelPilot DX-V. Met de reisgidsen hebt u de mogelijkheid om bv. hotels, restaurants, enz. te kiezen en als reisdoel in te stellen. Let op: De desbetreffende redactie is steeds verantwoordelijk voor de uitvoering en inhoud van de reisgids. Lees hiervoor de gebruiksaanwijzing van de reisgids. Pluspunt: u kunt met de reisgids en de trajectfunctie van de TravelPilot DX-V zeer comfortabel bv.
Overige functies Kaartweergave zonder routegeleiding Wanneer u rijdt zonder actieve routegeleiding, kunt u de TravelPilot DX-V gebruiken voor het weergeven van een overzichtskaart van de omgeving. Op deze kaart kan alle informatie van de navigatie, zoals parkeergarages en openbare instellingen, worden weergegeven. Lees hiervoor het hoofdstuk “Routegeleiding”, “Routegeleiding met kaartweergave”. 1. Om de kaartweergave zonder routegeleiding te gebruiken markeert u in het hoofdmenu de menuoptie “Kaart”.
Systeeminstellingen Basismenu voor de systeeminstellingen oproepen De systeeminstellingen van de TravelPilot DX-V worden gewijzigd via de menuoptie “Instelling” van het hoofdmenu. 1. Kies in het hoofdmenu de menuoptie “Instelling”. Druk op de Het menu “Instelling” wordt geopend. ✔ OK -toets. Het menu “Instelling” is verdeeld in vier submenu’s. U bereikt deze submenu’s via de tandwielsymbolen op de bovenste regel van het menu.
Systeeminstellingen Volume instellen U hebt de mogelijkheid om het volume van de gesproken mededelingen, voor het bevestigingssignaal (“Waarschuwingstoon”) en de snelheidsafhankelijke volumeaanpassing (“GALA”) individueel in te stellen. Met het toenemen van de rijsnelheid neemt ook het geluidsniveau in de auto toe. De volumeaanpassing past het volume van de gesproken mededelingen automatisch hieraan aan.
Systeeminstellingen Volume van het bevestigingssignaal instellen 1. Kies de menuoptie “Volume”. Druk op de OK -toets. Het menu voor de instelling van het volume wordt weergegeven. ✔ 2. Kies de balkweergave voor de instelling van het volume van het bevesti-toetsen. gingssignaal met de De instelschaal is gemarkeerd. ✔ 3. Stel het volume in met de 4. Druk op de OK -toets. Het submenu voor de audio-/video-instellingen wordt weergegeven. ✔ -toetsen. Beeldschermmodus Automatisch/Dag/Nacht kiezen 1.
Systeeminstellingen Basisinstellingen uitvoeren 1. Markeer in het menu “Instelling” het -symbool op de bovenste regel van het menu. Druk op de OK -toets. Het submenu voor de basisinstellingen verschijnt. ✔ Veiligheidscode activeren/deactiveren 1. Wanneer u de veiligheidscode van de TravelPilot DX-V wilt in- resp. uitschakelen, kiest u de menuoptie “Veiligheidscode”. Druk op de OK -toets. Er verschijnt een menu voor het invoeren van het codenummer. ✔ 2. Markeer het eerste cijfer van het codenummer.
Systeeminstellingen Monitor kiezen De TravelPilot DX-V is afhankelijk van de uitvoering uitgerust met een afneembare 16:9-monitor (wide screen) of een uitschuifbare 16:9-monitor (wide vision). Wanneer u een tv-/videobron aansluit op de RGB-ingang van de TravelPilot DX-V, moet de optie “Externe videobron” worden vrijgegeven. De monitor wide vision bevat een tvtuner, die onafhankelijk werkt van deze instelling. 1. Kies de desbetreffende monitorvariant en druk op de OK -toets.
Systeeminstellingen Wisselen van beeldformaat U hebt de mogelijkheid om het beeldformaat te wijzigen bij weergave van de externe videobron. 1. Druk op toets MODE 6 totdat het gewenste formaat is ingesteld. Het overschakelen gebeurt in de volgorde normal ➨ cinema ➨ full ➨ normal … Let op: In de navigatiemodus is de modusomschakeling geblokkeerd. Het navigatiebeeld wordt altijd in de full-mode weergegeven.
Systeeminstellingen Overige instellingen uitvoeren 1. Markeer in het menu “Instelling” het -symbool op de bovenste regel van het menu. Druk op de OK -toets. Het submenu voor de overige instellingen verschijnt. ✔ Klokinstellingen uitvoeren U hebt de mogelijkheid om de zomertijd, de kloktijd, de aanduiding van de aankomstof reistijd alsmede de indeling van de kloktijd in te stellen. Het instellen van de minuten gebeurt normaliter automatisch via GPS. De uren moet u met de hand instellen. 1.
Systeeminstellingen Aanduiding van de reis- of aankomsttijd kiezen U hebt de mogelijkheid om tijdens de routegeleiding de reis- of de aankomsttijd te laten weergeven. 1. Kies de menuoptie “Klok”. Druk op de Het menu “Klok” verschijnt. ✔ OK -toets. 2. Kies de menuoptie “Tijdinfo”. Druk op de OK -toets. Het menu ter instelling van de displayweergave verschijnt. ✔ 3. Kies de gewenste weergavesoort door op de -toetsen te drukken. Druk op de OK -toets.
Systeeminstellingen Klokweergave kiezen U hebt de mogelijkheid om de weergave van de kloktijd op de onderste regel van de monitor in resp. uit te schakelen. 1. Kies de menuoptie “Tijd weergeven”. Druk op de OK -toets. De weergave van de kloktijd is ingeschakeld wanneer naast de menuoptie een v’tje verschijnt. ✔ Standby-tijd instellen U hebt de mogelijkheid om in te stellen hoe lang de TravelPilot DX-V na het uitschakelen van het contact van de auto nog actief moet blijven.
Systeeminstellingen Pluspunt: de positie wordt ingevoerd zoals u gewend bent van het invoeren van reisdoelen. 3. Nadat u de stad, de straat en het kruispunt hebt bepaald, moet u de richting en de afstand van het kruispunt tot de positie van de auto instellen. Kies de -toetsen. desbetreffende menuoptie en voer de instellingen uit met de Markeer ten slotte “OK” en druk op de OK -toets. Demomodus oproepen U kunt met de TravelPilot DX-V de routegeleiding simuleren. 1.
Systeeminstellingen Instellingen ter kalibrering uitvoeren 1. Markeer in het menu “Instelling” het -symbool op de bovenste regel van het menu. Druk op de OK -toets. Het submenu voor de kalibrering verschijnt. ✔ Kalibrering na bandenwissel Nadat de banden zijn verwisseld, bv. van zomer- naar winterbanden, kan het evt. noodzakelijk zijn om de TravelPilot DX-V opnieuw te kalibreren. OK -toets. 1. Kies de menuoptie “Bandenwissel”. Druk op de Er verschijnt een waarschuwing. ✔ 2.
Systeeminstellingen Status van de kalibrering laten weergeven U kunt de status van de kalibrering laten weergeven. 1. Kies de menuoptie “Status”. Druk op de OK -toets. Er verschijnt een venster met de actuele status van de kalibrering. De status wordt aangeduid in procenten. Handmatig kalibreren U kunt de TravelPilot DX-V ook handmatig kalibreren. Hiervoor dient u een traject van minimaal 100 meter af te leggen met een snelheid van maximaal 30 km/h.
Appendix Navigatie-cd-rom verwisselen De cd-rom kan alleen worden verwisseld wanneer de auto stilstaat. Om de geplaatste cd-rom te verwijderen drukt u op de -toets. De cd-rom wordt naar buiten geschoven. Schuif de nieuwe cd-rom, met de tekst naar boven, voorzichtig zover in de cd-opening dat deze door de cd-speler zelfstandig naar binnen wordt getransporteerd. Te gebruiken navigatie-cd-roms De TravelPilot DX-V kan alleen worden gebruikt met cd-roms die de opdruk DX hebben.
Appendix Over vragen omtrent de leeskwaliteit de volgende opmerkingen: Elke verontreiniging of beschadiging van een cd-rom kan leiden tot problemen bij het lezen. De ernst van de leesfout is afhankelijk van de vervuiling en van de ernst van de mechanische beschadiging. Ernstige krassen veroorzaken “leesfouten” (datafouten), waardoor de cd-rom kan springen of blijven hangen. Alle cd-roms moeten zorgvuldig worden behandeld en altijd in een beschermhoes worden bewaard.
Wide screen-monitorinstellingen De displayhelderheid, het contrast, de helderheid van de toetsenbordverlichting en het uitschakelen van het display geschieden met de bedieningstoetsen aan de voorzijde van de monitor. Bovendien hebt u de mogelijkheid om de monitor terug te zetten op de fabrieksinstellingen. Displayhelderheid instellen De sturing van de displayhelderheid vindt plaats met een fototransistor 8 op de voorzijde van de kap alsmede met de tuimeltoets +/- links 3. 1.
Wide screen-monitorinstellingen Helderheid van de toetsenbordverlichting instellen De helderheid van de toetsenbordverlichting kan apart van de displayhelderheid worden ingesteld. 1. Druk tegelijkertijd op de “+” van de tuimeltoetsen 3 en 7. De toetsenbordverlichting wordt helderder. ✔ 2. Druk tegelijkertijd op de “-” van de tuimeltoetsen 3 en 7. De toetsenbordverlichting wordt donkerder.
Betekenis van de symbolen op de kaart Kleur vlakken Kleur lijn Autosnelwegen rood Water Autowegen geel Bebouwde kom lichtblauw middelgrijs Provinciale wegen oranje Nationaal park lichtgroen Secundaire wegen wit Stadspark lichtgroen wit Bos Doorgaande woonstraten groen Woonstraten beige Heide Weg beige Industriegebied donkergrijs Voetgangerszone beige Industriehaven lichtgrijs zwart-wit gestreept Zand / woestijn okergeel lichtblauw Insulair gebied als achtergrond beeldsche
Betekenis van de symbolen op de kaart Symbolen van de bijzondere reisdoelen Bezienswaardigheid Winkelcentrum Overige reisdoelen Veer Snelwegop-/afrit Luchthaven Tankstation aan snelweg Autoverhuur Snelwegservice Station Autowerkplaatsen Grensovergang Bosch-service Ziekenhuis Niet-gebonden werkplaats Expositieterrein Openbare instelling Hotel Tankstation Parkeerterrein / -garage Politie Post Restaurant Sportvelden Theater Filesymbolen Volledige TMC-blokkering TMC - file TMC - dicht opeen
Glossarium Dynamische routegeleiding Gyro De combinatie van het navigatiesysteem en een TMC-bron maakt dynamische routegeleiding mogelijk. De TMC-gegevens worden doorgegeven aan het navigatiesysteem. Het navigatiesysteem verwerkt deze gegevens zelfstandig en berekent, rekening houdend met de verkeersstroom, de lengte van de files en de maximumsnelheden, een nieuwe, naar tijd geoptimaliseerde route. De gyro (toerentalsensor) is geïntegreerd in het navigatiesysteem.
Index A E L Aanduiding van de reis- of aankomsttijd kiezen ......................... 64 Achteruitrijcamera vrijgeven ................ 62 Actueel reisdoel met naam opslaan .... 47 Externe videobron kiezen ................... 61 Laatste reisdoel van de navigatie overnemen ....................................... 52 Laatste reisdoelen wissen ................... 49 Landelijke reisdoelen kiezen ............... 21 B Bedieningsintro .....................................
Index R S W Reisdoel invoeren met coördinaten .... 22 Reisdoel invoeren via de kaartweergave ................................. 23 Reisdoel kiezen uit het geheugen ....... 26 Reisdoel op kaart opslaan .................. 25 Reisdoel overnemen uit het reisdoelgeheugen ......................................... 52 Reisdoel voor traject invoeren ............. 51 Reisdoel wissen .................................. 49 Reisdoelgeheugen .............................. 46 Reisdoelgeheugen openen .................
Country: Phone: Fax: www: http://www.blaupunkt.