www.blaupunkt.com Navigatie Radio MP3 TravelPilot Rome Europe NAV56E Bedienings- en inbouwhandleiding ROME56E_nld.indd 1 23.08.
Inhoud Inhoud Over deze handleiding....................3 Voor uw veiligheid ..........................3 Leveringsomvang ............................5 Overzicht apparaten .......................6 Bedieningselementen .....................6 De belangrijkste displaysymbolen ..7 De basisfuncties .............................8 Diefstalbeveiliging ........................8 Bedieningspaneel afnemen/ plaatsen .......................................8 Apparaat in- en uitschakelen ........9 Codenummer invoeren .......
Voor uw veiligheid Blaupunkt staat voor technische competentie bij de mobiele radio-ontvangst, voor nauwkeurige navigatiesystemen en een eersteklas sound. Het debuut maakte de blauwe punt in 1923 als kwaliteitsmerk, die na strenge functiecontroles werd toegekend: dit geldt ook vandaag de dag nog steeds. Toen en vandaag stonden de blauwe punt producten voor uitstekende kwaliteit.
Voor uw veiligheid Dat moet u absoluut aanhouden! Algemeen • U mag het apparaat niet openen! In het apparaat bevindt zich een Class-1-laser, die onzichtbare laser uitstraalt, die uw ogen kan verwonden. Bij ingrijpen in het apparaat vervalt de garantie. • Neem de apparaatpas direct uit de verpakking en bewaar deze gescheiden van het apparaat buiten het voertuig! In bedrijf • Bedien het apparaat uitsluitend wanneer de verkeerssituatie dit toelaat.
Leveringsomvang Leveringsomvang 1 Rome NAV56E 1 Stoffen zak voor het bedieningspaneel • Navigatie-CD 1 Documentatie-CD 1 GPS-antenne 1 Apparaatpas met viercijferig codenummer 1 Gebruiksaanwijzing (Beknopte versie) 1 Frame 2 Demontagebeugel 2 Aansluitkabels voor tacho- en achteruitrijsignaal 1 Geleidingsbouten 1 Schroevendraaier 2 Sticker (Security) 5 ROME56E_nld.indd 5 23.08.
Overzicht apparaten Overzicht apparaten Bedieningselementen 12 3 4 567 89 : ; < => ? @ 1 A -toets (openen) Bedieningspaneel openklappen en CD uitschuiven 2 Volumeregelaar 3 Aan-/uit-toets Kort indrukken: in-/onderdrukken van het geluid verkeersinformatie/ rijadviezen zacht schakelen Lang indrukken: uitschakelen 4 MENU-toets Instelmenu oproepen 5 6 7 8 9 : Functietoets Functietoets Functietoets Functietoets Functietoets Functietoets 1 2 3 4 5 6 Functies, die aan de functietoetsen 5 t/m : zijn toeg
Overzicht apparaten @ SRC-toets A B Tussen CD/MP3/WMA-speler en optionele CD-wisselaar heen en terug schakelen A ESC-toets In menu kort indrukken: naar voorgaande menuniveau overgaan In menu lang indrukken: naar bovenste menuniveau overgaan Tekstinvoer: laatste teken wissen Navigatie: routegeleiding afbreken Scan: afbreken Travelstore: afbreken B -toets (Info) Actuele locatie weergeven, lijst volledig weergeven Tijdens de routegeleiding kort indrukken: actuele locatie tonen en laatst gesproken rijadvie
De basisfuncties De basisfuncties Diefstalbeveiliging Ter beveiliging tegen diefstal beschikt het apparaat over • een viercijferig codenummer (staat in de apparaatpas) • een afneembaar bedieningspaneel (zie hieronder) VOORZICHTIG! Gevaar voor diefstal! Zonder het codenummer en het bedieningspaneel is het apparaat voor een dief waardeloos.
De basisfuncties zichzelf na 30 s automatisch uit (Standby). ➜ Trek het bedieningspaneel recht uit de scharnieren. Opmerkingen: • U kunt het inschakelvolume tot een maximale waarde begrenzen (zie blz. 18). • Wanneer u het apparaat inschakelt zonder vooraf het contact in te schakelen, schakelt het apparaat zichzelf na een uur automatisch uit om de accu te sparen. Om het apparaat uit te schakelen: ➜ Houdt de aan/uit-toets 3 ingedrukt, tot het display verdwijnt.
De basisfuncties Wanneer de code-invoer in het display verschijnt, is het eerste cijfer geaccentueerd. Code 0 0 0 0 de wachttijd gereset en bedraagt deze na inschakelen opnieuw een uur. U kunt de codebeveiliging ook uitschakelen (zie blz. 21). 0K CD plaatsen ➜ Draai de menuknop <, tot op de geaccentueerde positie het juiste cijfer verschijnt. ➜ Druk op de OK-toets =, om dit cijfer te bevestigen. De volgende positie van het codenummer wordt geaccentueerd.
De basisfuncties Volume instellen Om het volume van de momenteel beluisterde bron te veranderen: ➜ draait u aan de volumeregelaar 2. Het volume verandert. Het actuele volume wordt in de volumeweergave getoond en opgeslagen. Gesproken rijadviezen van het navigatiesysteem kunt u ook uitschakelen (zie blz. 24). Om de geluidsonderdrukking op te heffen: ➜ Druk opnieuw kort op de aan-/ uit-toets 3 of verdraai de volumeregelaar 2.
Het instelmenu bedienen Het instelmenu bedienen Met het instelmenu kunt u principiële apparaatfuncties, zoals bijv. klankkleur, inschakelvolume of displayhelderheid en -taal aanpassen op uw wensen. In dit hoofdstuk vindt u: • met welke toetsen u door het instelmenu navigeert (zie onder), • aan de hand van een voorbeeld, hoe u bij een bepaald menupunt komt (zie onder), • welke menupunten zich in het instelmenu bevinden (zie blz. 13).
Het instelmenu bedienen Het menu "Tuner" kunt u alleen dan kiezen, wanneer een willekeurige UKW-zender is ingesteld. Het menu "Tuner" wordt getoond. Het eerste menupunt "RDS" verschijnt geaccentueerd. Tuner RDS VAR Alternat.frq. Regionaal Gevoelig HighCut 0 Menupunt kiezen ➜ Draai de menuknop <, tot het menupunt "Gevoelig" geaccentueerd verschijnt. Tuner RDS VAR Alternat.frq. Regionaal Gevoelig HighCut 0 Instelmenu verlaten ➜ Druk net zo vaak op de ESC-toets A , tot het instelmenu wordt weergegeven.
ROME56E_nld.indd 14 Helderheid Dag Helderheid Nacht (Dag, Nacht, AUTO) Display uit Mode Volumes Display Taal RDS VAR Alternat. frq. Regionaal Aan max Navi-verschil TA min Gala Telefoon min VAR FREQ FIX zie blz. 26 Spraak Navi TMC stem Snelheidsprofiel 0 1 2 Systeem AAN REIS Navigatie Aan 12 05 Navigatie Tuner Systeem REIS AANKOMST CESKY, DANSK, DEUTSCH, ENGL.IMP, ENGL.
Basisinstellingen voor het rijden Basisinstellingen voor het rijden GEVAAR! Gevaar voor ongevallen door afleiding van het verkeer! Wanneer u de instellingen tijdens het rijden verandert, kunt u van het verkeer worden afgeleid en daardoor een ongeval veroorzaken. ➜ Stop op en geschikte plaats, voordat u instellingen verandert! Klankkleur en balans instellen Tijdens de verkeersinformatie of telefoongesprek kunt u bass en treble niet veranderen.
Basisinstellingen voor het rijden Om de loudness te veranderen: ➜ Kies en bevestig in het menu "Audio" het menupunt "Loudness". De loudness-regelaar wordt weergegeven. 4 Om de balans te veranderen: ➜ Kies en bevestig in het menu "Audio" het menupunt "Balans". De volumeverdeling wordt weergegeven. Loudn. Balans 7 7 ➜ Verander de loudness, door de ➜ Verander de balans, door de me- menuknop < naar links of rechts te verdraaien.
Basisinstellingen voor het rijden 7 Fader Opmerking: De equalizer-instelling geldt voor alle bronnen. De equalizer wordt getoond. Equalizer Sub Low ➜ Verander de fader, door de me- nuknop < naar links of rechts te verdraaien. De volumeverdeling Voor–Achter verandert. Het display toont de volumeverdeling. ➜ Druk op de OK-toets = , om deze fader-instelling op te slaan of druk op de ESC-toets A, om naar de oude fader-instelling terug te keren.
Basisinstellingen voor het rijden • Mid High: 1600, 2000, 2500, 3200, 4000, 5000, 6300 Hz 8000, 10000, • High: 12500 Hz De gekozen frequentieband en de daarbij behorende instelling wordt getoond. ➜ Verander de instelling, door de menuknop < naar links of rechts te verdraaien. U kunt de gekozen frequentie in 10 stappen versterken of verzwakken. Het volume van de gekozen frequentie wordt veranderd. De balk links in het display geeft de verandering aan.
Basisinstellingen voor het rijden • • • • volume voor het uitschakelen echter hoger dan het maximale inschakelvolume heeft ingesteld, dan wordt het volume bij herinschakelen automatisch begrensd tot het inschakelvolume. Automatisch zacht schakelen (Navi-verschil): Wanneer het navigatiesysteem een rijadvies uitspreekt, wordt het volume van de momentele audiobron verminderd, zodat u het rijadvies goed kunt verstaan.
Basisinstellingen voor het rijden ➜ Stel het inschakelniveau in op een lage waarde. ➜ Wijzig het volume, door de me- nuknop < naar links of rechts te draaien en druk op de OKtoets =. De momentele bron wordt in het gekozen volume weergegeven. De volumeregelaar toont het volume.
Basisinstellingen voor het rijden • de taal van de gesproken rijadviezen van het navigatiesysteem. Opmerking: Voor het veranderen van de taal moet de navigatie-CD zich in de speler bevinden. Code Aan Uit Om de taal te veranderen: VOORZICHTIG! ➜ Kies en bevestig in het menu Gevaar voor diefstal! "Systeem" het menupunt "Taal". Het taalmenu verschijnt. TAAL DEUTSCH ENGL. IMP ENGL. MET ESPANOL ➜ Kies en bevestig in het taalmenu de gewenste taal. De taal wordt omgeschakeld.
Basisinstellingen voor het rijden Om de klok in te stellen: ➜ Kies en bevestig in het menu "Systeem" het menupunt "klok". Het klokmenu verschijnt. De uren zijn geaccentueerd. Tijd instellingen 12 05 Zendernaam weergeven Bepaalde FM-radiozenders gebruiken het RDS-signaal om reclame en ander informatie in plaats van de zendernaam over te dragen. U kunt als volgt bepalen, welke van deze informatie op het display moet worden getoond: ➜ Kies en bevestig in het instelmenu het menupunt "Tuner".
Basisinstellingen voor het rijden Automatisch omschakelen naar alternatieve frequenties (AF) toestaan/voorkomen De radio kan automatisch op de best te ontvangen frequentie van de ingestelde zender afstemmen. Om deze functie aan of uit te schakelen: ➜ Kies en bevestig in het instelmenu het menupunt "Tuner". Het menu "Tuner" verschijnt. Tuner RDS VAR Alternat.frq. Regionaal Gevoelig HighCut 0 ➜ Kiest u in het menu "Tuner" het menupunt "Alternat. frq.".
Basisinstellingen voor het rijden • "0" betekent: de HighCut-functie is uitgeschakeld, • "1" betekent: de aanspreekgevoeligheid is laag, • "2" betekent: de aanspreekgevoeligheid is hoog. Zoekgevoeligheid veranderen De zoekgevoeligheid bepaalt, of het automatische zenders zoeken alleen sterke zenders of ook zwakkere zenders, eventueel met ruis, worden gevonden. Om de zoekgevoeligheid te veranderen: ➜ Kies en bevestig in het instelmenu het menupunt "Tuner". Het menu "Tuner" verschijnt.
Basisinstellingen voor het rijden Tijdsweergave instellen Tijdens de routegeleiding kan de resterende reistijd of de verwachte aankomsttijd worden getoond. Om tussen beide om te schakelen: ➜ kies en bevestig in het instelmenu het menupunt "Navigatie". Het menu van de navigatie-basisinstellingen verschijnt. ➜ Kies in het menu voor de Navigatie-basisinstellingen het menupunt "Tijd". U kunt met de OK-toets = tussen "Reis" (resterende reistijd) en "Aankomst" (verwachte aankomsttijd) omschakelen.
Tijdens het rijden ➜ Maak e e n ke u z e t u s s e n "Standaard", "Snel" en "Langzaam". Snelheidsprofiel aanpassen U kunt de profielen "Snel" en "Langzaam" aan uw gangbare snelheid aanpassen. ➜ Selecteer het profiel dat u wilt wijzigen (u kunt uitsluitend de profi elen "Snel" of "Langzaam" aanpassen). ➜ Selecteer "Aanpassen". Een lijst met straatnamen verschijnt. U kunt de instelling van uw snelheid op autosnelwegen, provinciale wegen en wegen in de bebouwde kom aanpassen.
Tijdens het rijden A B C 1 TMC 2 Classic FM 3 Tune F G H D E F 16:13 FMT 4 92,8 Band J 6 Opties K 5 L A TMC-symbool B Lijstsymbool C Verkeersinformatiesymbool (TA) D KIoktijd E Geheugenniveau F Geheugenpositie voor radiozender G Zendernaam H Afstemmenu I Frequentiebandmenu K Optiemenu radio L Ontvangstfrequentie Om de radiozender in te stellen, op te slaan en weer op te roepen, zie blz. 35.
Tijdens het rijden Het MP3-display Het CD-wisselaar-display TMC GH J K L M N O P A TMC-symbool B Lijstsymbool C Verkeersinformatiesymbool (TA) D KIoktijd E Symbool "terugspoelen/sprong achteruit" F Symbool "doorspoelen/sprong vooruit" G Symbool "MIX" H Symbool "verspringen naar volgende map" I Symbool "verspringen naar voorgaande map" K ID3-tracknaam of bestandsnaam L ID3-interpret of mapnaam M Bladerenmenu N Optiemenu van de MP3-speler O Weergave speeltijd P Symbool "RPT" MIX Opties RPT MIX B
Tijdens het rijden Aanwijzingen bij de tabel: RPT RPT RPT De muziekweergave begint automatisch, zodra u een audiobron kiest (zie blz. 26) – vooropgesteld dat er een CD is geplaatst resp. een zender is ingesteld. Aan de functietoetsen 1 5 t/m 6 : zijn symbolen toegekend, die aan de linker en rechter rand van het display worden getoond. Met deze functietoetsen activeert u bepaalde functies zoals bijv. vooruit of achteruit spoelen, ook dan, wanneer de symbolen niet meer worden weergegeven (bijv.
Tijdens het rijden Wat wilt u doen? Ingebouwde CD-speler Ingebouwde MP3-speler Ingebouwde CD-wisselaar Radio Vooruit spoelen > > ingedrukt houden > ingedrukt houden _ Achteruit spelen < ingedrukt houden < ingedrukt houden < ingedrukt houden _ Naar volgende titel springen > kort indrukken > kort indrukken > kort indrukken Naar vorige titel springen < kort indrukken < kort indrukken < kort indrukken ingedrukt houden _ _ Naar vorige CD/naar vorige map gaan _ ∧ ∧ _ Naa
Tijdens het rijden 00:22 RPT CD tionen MP3 00:22 RPT DIR tionen RPT 4:01 RPT CD 4:01 CD 4:01 tionen RPT 00:22 Wanneer "RPT CD" wordt getoond, wordt de momentele CD net zolang herhaald, tot u de herhaling zelf beëindigt. Wanneer "RPT DIR" wordt getoond, worden alle muziekstukken uit dezelfde MP3-map net zolang herhaalt, tot u de herhaling beëindigt. Wanneer "RPT" niet wordt getoond, is de herhalingsfunctie uitgeschakeld.
Tijdens het rijden gegeven, wanneer u een andere audiobron heeft ingesteld. Daarvoor moet op de radio een verkeersinformatiezender zijn ingesteld. De momenteel beluisterde audiobron wordt gedurende de verkeersinformatie automatisch onderdrukt. Om de voorrang voor verkeersinformatie aan/uit te schakelen: ➜ druk op de TRAF-toets ;. Het verkeersinformatiemenu verschijnt. Verkeer TA TMC AUTO TMC-berichten ➜ Kies en bevestig in het verkeers- informatiemenu het menupunt "TA".
Tijdens het rijden met verkeershinder rekening kan houden en een alternatieve route kan berekenen. Om de automatische afstemming op TMC-zenders aan/uit te schakelen: ➜ drukt u op de TRAF-toets ?. Het verkeersinformatiemenu verschijnt. Verkeer TA TMC AUTO TMC-berichten ➜ Kies in het verkeersinformatieme- nu het menupunt "TMC AUTO". U kunt met de OK-toets = de voorrang voor verkeersinformatie inschakelen (haakje) of uitschakelen (geen haakje).
Tijdens het rijden Verkeer TA TMC AUTO TMC-berichten Opmerking: Het apparaat verwerkt TMCberichten en slaat deze op, die betrekking hebben op een cirkel van ca. 100 km rondom uw voertuig. ➜ Kies en bevestig in het verkeers- informatiemenu het menupunt "TMC-berichten". De lijst van ontvangen TMC-berichten verschijnt. De TMC-berichten worden alfanumeriek gesorteerd, gevaarmeldingen staan bovenaan. Wanneer er berichten zijn ontvangen, wordt een mededeling van die strekking weergegeven.
Radio bedienen Radio bedienen Zodra u de radio als audiobron kiest (zie blz. 26), wordt de laatst ingestelde zender weergegeven en het radio-display wordt getoond. 1 TMC 2 Classic FM 3 16:13 Tune FMT 4 92,8 Band Opties 5 6 Details over het radiodisplay vindt u onder "Radio inschakelen" (zie blz. 26). Met de drie menu's "Tune", "Band" en "Opties" kunt u: • zenders instellen (zie blz. 36) • alle ontvangbare zenders kort weergeven (zie blz.
Radio bedienen U kunt nu: • zenders in dit golfgebied zoeken (zie onder), • opgeslagen zenders van dit geheugenniveau oproepen (zie blz. 39), • zenders op dit geheugenniveau opslaan (zie blz. 38). Zenders instellen Zender automatisch instellen Om het automatisch zenders zoeken uit te voeren: ➜ drukt u, terwijl het radiodisplay wordt getoond, op de OK-toets = gedurende 2 seconden. Of: ➜ kies in het radiodisplay het menu "Tune".
Radio bedienen Automatisch zenders zoeken afbreken Om het automatisch zenders zoeken af te breken: ➜ druk op de ESC-toets A. Het automatisch zenders zoeken stopt. De laatst afgespeelde zender wordt weergegeven. Zenders handmatig instellen Om een zender handmatig in te stellen: ➜ kies in het radiodisplay het menu "Tune". Het afstemmenu met de frequentieband A, zendernaam B en frequentie C wordt getoond.
Radio bedienen tie verzendt en u de weergave van de zendernaam heeft ingeschakeld (zie blz. 22). U kunt nu: • deze zender opslaan, zie onder, • andere zenders zoeken, door 10 seconden te wachten, • de scan onderbreken (zie onder). Na 10 seconden wordt automatisch naar de volgende zender gezocht en wordt deze kort weergeven.
Radio bedienen Zender automatisch opslaan (Travelstore) Automatisch opslaan (Travelstore) afbreken De zes sterkste UKW-zenders uit de regio kunt u automatisch op het geheugenniveau FMT opslaan. ➜ Druk op de TUN-toets ? langer dan 2 seconden. Om het automatisch opslaan voortijdig af te breken: ➜ druk op de ESC-toets A. Of: ➜ kies en bevestig in het radiodisplay het menu "Opties". 1 TMC 2 Classic FM 3 Tune 16:13 Band FMT 4 92,8 Opties 5 6 Het optiemenu van de radio wordt getoond.
CD/MP3-speler bedienen CD/MP3-speler bedienen Welke CD's kunnen worden afgespeeld? VOORZICHTIG! Beschadiging van de speler door mini- of shapeCD's! Mini-CD's met 8 cm diameter en shape-CD's (contour CD's) beschadigen de speler! ➜ Plaats uitsluitend standaard CD's met een diameter van 12 cm in de CD-speler! Het apparaat kan de volgende CDformaten afspelen: • CD-audio • CD-R • CD ROM met MP3 of WMA (alleen zonder DRM-kopieerbeveiliging) • Bepaalde CD's met kopieerbeveiliging kunnen niet worden afgespeeld.
CD/MP3-speler bedienen • • • • • • • standen, ook geen CD-audiobestanden CD-formaat: ISO 9660 (Level 1 of 2) of Joliet Bitrate: max. 768 kBit/s Bestandsextensie: moet ".WMA" zijn DRM: bestand met DRM (Digital Rights Management, kopieerbeveiliging/afspeelbeperking) kunnen niet worden afgespeeld! WMA-bestanden met DRM, die door muziekaanbieders via internet voor downloaden worden aangeboden, kunnen niet door het apparaat worden afgespeeld. WMA-bestanden, die u zelf bijv.
CD/MP3-speler bedienen Muziekstukken uit een lijst kiezen U kunt CD-muziekstukken kiezen, door met de functietoetsen 4 : of 5 9 naar het vorige of volgende muziekstuk op de CD te springen (zie blz. 29). Als alternatief kunt u de muziekstukken ook uit een lijst kiezen. CD-muziekstukken uit een lijst kiezen (ingebouwde CD-speler) Wanneer u een audio-CD in de ingebouwde CD-speler afspeelt, wordt het CD-display getoond.
CD/MP3-speler bedienen U kunt nu op deze CD een ander muziekstuk kiezen, zoals hierboven beschreven. MP3-muziekstukken uit een MP3lijst kiezen Wanneer u een MP3-CD afspeelt, wordt het MP3-display getoond. 00:04 Jamin Bladeren Opties RPT MIX MP3 15:09 Bob Marley Om een muziekstuk te kiezen: ➜ kies en bevestig het menu "Bladeren". De MP3-lijst wordt getoond. A B C Bladeren Ska 01 Jamin.mp3 02 Survival.
CD/MP3-speler bedienen MIX Jamin Browse 15:09 00:04 Optionen RPT Bob Scan Marley ID3-tags/bestandsnamen weergeven MP3 De Scan-modus wordt automatisch beëindigd wanneer u: • een van de functietoetsen 1 5 t/m 6 : indrukt, • van audiobron wisselt (zie blz. 26), • een telefoongesprek met de autotelefoon voert (zie blz. 11), • de CD uitneemt (zie blz. 10), • het apparaat uitschakelt (zie blz. 9).
Navigatiesysteem bedienen ➜ kies in het optiemenu van de MP3- speler het menupunt "Scroll". U kunt de tekstweergave met de OK-toets = omschakelen. • Het haakje betekent dat de tekst als lichtkrant wordt getoond. • Wanneer er geen haakje in het vakje aanwezig is, wordt de tekst niet als lichtkrant getoond. Lange teksten worden dan afgekort. Hoe afgekorte teksten volledig weer te geven, vindt u in het volgende hoofdstuk.
Navigatiesysteem bedienen Dynamische routeaanpassing De omgevingsfunctie Het navigatiesysteem kan tijdens de rit op de achtergrond verkeersinformatie van TMC-zenders ontvangen (zie blz. 32). Indien er op de route een file ontstaat, hoort u een bericht en het navigatiesysteem berekent automatisch een nieuwe route, voor zover u daarmee sneller bij het reisdoel komt. Indien u de rijadviezen niet opvolgt, bijv.
Navigatiesysteem bedienen VOORZICHTIG! Foutieve navigatie-CD's functioneren niet! Wanneer u een navigatie-CD zonder de opdruk "E" of een zelf gebrande navigatie-CD plaatst, functioneert het navigatiesysteem niet! In het display wordt alleen de tekst "Navigatie wordt geactiveerd" permanent weergegeven. ➜ Gebruik uitsluitend de originele navigatie-CD's voor de ROME NAV56E met de opdruk "E"! ➜ Waarborg dat de CD niet is beschadigd.
Navigatiesysteem bedienen F Actuele voertuigpositie Indien het navigatiesysteem de positie niet kan bepalen, verschijnt "Positie niet beschikbaar". Indien het voertuig zich niet op een straat bevindt, verschijnen de lengte- en breedtegraad (bijv. O 09°11’34’’ N 049°64’34’’).
Navigatiesysteem bedienen NAVI Reisdoel Reisdoel STAD STRAAT CENTRUM SPECIALE BESTEMMINGEN LAND Stad A Stad ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ 0123456789_,./- Tekstinvoer Lijst steden Straat Straat A ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ 0123456789_,./- Tekstinvoer Lijst straten Routegeleiding starten Centrum A Centrum ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ 0123456789_,./- Tekstinvoer Lijst stadswijken Routegeleiding starten Kruispunt A Kruising ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ 0123456789_,.
Navigatiesysteem bedienen Reisdoel Geheugen Geheugen Laatste 10 Reisdoel Markering Toevoegen Aanpassen Instellen mark. Laatste 10 Laatste 10 1119 Amsterdam, Arena B. 1119 Amsterdam, Carl-Mill 1119 Amsterdam, Aan Reisdoel 1119 Amsterdam, Arena B.
Navigatiesysteem bedienen Navigatiesysteem starten Om het navigatiesysteem te starten, moet de navigatiesoftware zijn geinstalleerd (zie blz. 46). ➜ Drukt u op de NAVI-toets >. Het navigatiedisplay wordt weergegeven. 1 TMC 01:13 HILDESHEIM 2 3 Reisdoel Geheugen FM1 4 5 7 Opties 6 Overzicht van de reisdoelinvoer U kunt een nieuw reisdoel invoeren of een opgeslagen reisdoel oproepen (zie blz. 62). Wanneer u een nieuw reisdoel invoert, kunt u een adres opgeven (zie blz.
Navigatiesysteem bedienen B Reisdoelen AMSTERDAM A ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ 0123456789_,./...? C Opmerking: Indien het gezochte teken niet in de tekenlijst C wordt getoond, zie dan hieronder. ➜ Druk op de OK-toets =, om uw keuze te bevestigen. Het gekozen teken verschijnt in het tekstveld A (in gele kleur). In de tekenlijst C verschijnen de tekens, die als volgende teken in aanmerking komen in het wit.
Navigatiesysteem bedienen Reisdoelen A ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ 0123456789_,./...? C D ➜ kies met de menuknop < het veld speciale tekens D en druk op de OK-toets =. In de onderste regel van de tekenlijst C worden aanvullende speciale tekens getoond. ➜ Kies uit de onderste regel van de tekenlijst C het gewenste speciale teken en druk op de OKtoets =. ➜ Kies met de menuknop < opnieuw het veld speciale tekens D en druk op de OK-toets =.
Navigatiesysteem bedienen Opmerking: In het menu "Reisdoel" verschijnen verschillende menupunten, afhankelijk van de adresspecificaties die u al heeft uitgevoerd. Om het adres in te voeren, geeft u navolgend in: 1. het land, waarin uw reisdoel ligt (alleen nodig, wanneer u in een ander land wilt navigeren of voor de eerste maal een reisdoel invoert, zie onder), 2. de naam of de postcode van de stad, waarin uw reisdoel ligt (zie onder), 3. de naam van de staat, waarin uw reisdoel ligt (zie blz.
Navigatiesysteem bedienen ➜ Voer de naam of de postcode van de stad in de tekstinvoer in (zie blz. 51), STAD A ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ 0123456789_,./...? Het menu "Reisdoel" verschijnt weer. In plaats van het menupunt "Stad" staat daar nu de net door u gekozen stad. De ingevoerde stad blijft tot de volgende reisdoelinvoer behouden. Bovendien staan hier nu de menupunten "Straat", "Centrum" en "Speciale bestemming".
Navigatiesysteem bedienen Opmerking: Wanneer u een straatnaam heeft ingevoerd, die het de reisdoelstad meerdere malen voorkomt, krijgt u een lijst, waarbinnen u de gewenste straat moet uitkiezen. U kunt nu: • via het menupunt "Huisnummer" een huisnummer invoeren (zie blz. 57), • of via het menupunt "Kruispunt" een kruising invoeren (zie blz. 57), • of via het menupunt "Verder" direct de routegeleiding starten (zie blz. 62).
Navigatiesysteem bedienen ➜ Voer de naam van de speciale be- ➜ Voer het huisnummer in de tekst- stemming in de tekstinvoer in (zie blz. 51) of kies de naam van het speciale reisdoel uit de lijst. invoer in (zie blz. 51) of kies het huisnummer uit de lijst. ➜ Druk op de OK-toets =. De routegeleiding begint (zie blz. 62). Voorbeeld: Wanneer u bijv. naar een bepaald hotel wilt rijden, kies dan de naam van het hotel. ➜ Bevestig het gewenste reisdoel, door op de OK-toets = te drukken.
Navigatiesysteem bedienen U kunt nu te allen tijde: • de routeopties veranderen (zie blz. 68), • het reisdoel opslaan (zie blz. 59), • de routegeleiding onderbreken (zie blz. 66). Speciale bestemmingen invoeren In plaats van een adres kunt u speciale bestemmingen, zoals bijv. snelwegaansluitingen, vliegvelden, veren, beurshallen of tankstations kiezen. U hoeft daarvoor alleen de naam van de gewenste speciale bestemming te kennen.
Navigatiesysteem bedienen De tekstinvoer of een lijst verschijnt. Opmerking: Wanneer u een speciale bestemming in de omgeving van de positie of het reisdoel zoekt, staat in deze lijst bovendien de afstand (hemelsbreed) en de richting tot de betreffende bestemming en zijn de speciale bestemmingen op afstand gesorteerd. ➜ Voer de naam van de speciale be- stemming in de tekstinvoer in (zie blz. 51) of kies de naam van het speciale reisdoel uit de lijst. De routegeleiding begint (zie blz. 62).
Navigatiesysteem bedienen ➜ Markeer en bevestig in het ➜ Markeer en bevestig in de lijst menu "Geheugen" het menupunt "Toevoegen". Het menu "Toevoegen" verschijnt. de markering die u als reisdoel wilt opslaan. De markering wordt als reisdoel opgeslagen. Om een reisdoel op te slaan, dat u zoeven heeft ingevoerd: ➜ markeer en bevestig in het menu "Toevoegen" het menupunt "Uit laatste 10". De lijst met de laatste 10 reisdoelen die u heeft ingevoerd, verschijnt.
Navigatiesysteem bedienen Om een opgeslagen reisdoel uit een van de drie geheugens "Laatste 10", "Reisdoelen" of "Markeringen" te wissen: ➜ markeer en bevestig in het menu "Bewerken" het menupunt "Doel wissen". Aanpassen Doel wissen Geh. wissen Doel benoemen De drie geheugens "Laatste 10", "Reisdoelen" of "Markeringen" verschijnen. ➜ Markeer en bevestig het geheugen, waaruit u een reisdoel wilt wissen. De lijst met de in het gekozen geheugen opgeslagen reisdoelen verschijnt.
Navigatiesysteem bedienen Reisdoel uit het geheugen oproepen In plaats van een nieuw reisdoel in te voeren, kunt u als volgt een opgeslagen reisdoel oproepen: ➜ markeer en bevestig in het navigatiedisplay het menu "Geheugen". Het menu "Geheugen" verschijnt. Routegeleiding start Berekening route Wijzigen TMC 2 3 Laatste 10 Reisdoel Markering A2 / E30 Toevoegen Aanpassen Instellen mark.
Navigatiesysteem bedienen Routeberekening Bij het starten van de routegeleiding hoort u eerst: "Berekening route" en in het display verschijnt gedurende ca. 10 s een overzicht van de routeopties. Berekening route Dynamisch Wijzigen Kort Verder Om de routeopties nu te veranderen: ➜ markeer en bevestig binnen 10 seconden het menu "Wijzigen". Het menu "Routeopties" verschijnt (zie blz. 68). Om de routeopties op dit moment niet te wijzigen: ➜ wacht ca. 10 seconden of kies en bevestig het menu "Verder".
Navigatiesysteem bedienen Optische rijadviezen L Corridor-statusindicatie Tijdens de rit worden optische rijadviezen getoond. Wanneer u het stratenverloop moet volgen, wordt het volgende getoond: A B C D E A Kort voor het afslaan verschijnt de volgende weergave: A TMC FM1 4 16:13 P 2:37 2 5 4,5 km km 137 19 km 7 NDR 2 3 6 A2 / E30 1 wordt alleen weergegeven wanneer de navigatie-CD in het apparaat is geplaatst F G H J K L A Functies, die aan de functietoetsen (5 t/m :) zijn toegekend.
Navigatiesysteem bedienen Gesproken rijadviezen Bovendien ondersteunt het apparaat u met gesproken rijadviezen en vermeldt tijdig de afslagpunten. Daarbij wordt ook de naam van de provinciale weg en snelweg genoemd. Om het laatst gesproken rijadvies te herhalen: ➜ druk op de -toets B. Opmerking: U kunt deze gesproken mededelingen ook uitschakelen (zie blz. 24). Wanneer de windroos wordt getoond Normaal gesproken wijst de windroos naar het noorden.
Navigatiesysteem bedienen Radiozender tijdens de routegeleiding zoeken U kunt tijdens de routegeleiding als volgt het automatisch zenders zoeken activeren: ➜ druk op de OK-toets = gedurende ca. 2 seconden. De radio zoekt binnen de actuele frequentieband in voorwaartse richting naar de volgende zender. Daarbij wordt rekening gehouden met de instelling in het menu "Tuner" (zie blz. 24), voor verkeersinformatie (TA, zie blz. 31) en voor TMC-verkeersberichten (zie blz. 32).
Navigatiesysteem bedienen schuwingsdriehoek gemarkeerd. Bovendien worden gesproken mededelingen, die de route betreffen, herhaald. U kunt de routelijst met de menuknop < doorbladeren. Afgekorte delen van de routelijst kunt u volledig weergeven, door op de toets B te drukken. Route wijzigen (File voor u) De route wordt automatisch aan de actuele verkeerssituatie aangepast, voor zover u in het menu "Routeopties" "Dynamisch" heeft ingeschakeld (zie blz. 70).
Navigatiesysteem bedienen Route-opties vastleggen Routetype vastleggen U kunt te allen tijd, zowel voor als ook tijdens de routegeleiding, het type route aan uw wensen aanpassen. Daarvoor moet u als volgt overgaan naar het menu "Routeopties": ➜ Druk op de NAVI-toets > gedurende ca. 2 seconden. Om het routetype vast te leggen: Of: ➜ markeer en bevestig in het navigatiedisplay het menu "Opties". Het optiemenu van het navigatiesysteem verschijnt.
Navigatiesysteem bedienen • Wanneer u "Instel. Optimaal" kiest, kunt u de verhouding tussen de tijds- en trajectoptimalisatie van de route bepalen (zie onder). Opmerking: De routetypen "Snel", "Kort" en "Optimaal" sluiten elkaar uit. Wanneer een van deze routetypen wordt geactiveerd, dan worden de beide anderen automatisch gedeactiveerd.
Navigatiesysteem bedienen ➜ Verander de verhouding, door de menuknop < te verdraaien. Wanneer een korte route voor u belangrijk is, kies dan 60/40 of meer, wanneer een snelle route belangrijk is kies dan voor 40/60 of minder. Opmerking: Deze instelling wordt alleen gebruikt, wanneer u de routeoptie "Optimaal" kiest (zie blz. 68). Dynamische routegeleiding in-/ uitschakelen Tijdens een dynamische routegeleiding verwerkt het navigatiesysteem de TMC-verkeersberichten en betrekt deze in de routeplanning.
Navigatiesysteem bedienen Actuele positie weergeven U kunt te allen tijde de actuele voertuigpositie als volgt weergeven: ➜ Druk op de -toets B. Het info-display verschijnt en de laatst gesproken rijinstructie en de gesproken informatie over de route worden herhaalt, voor zover de routegeleiding actief is. A B GPS-info Ontrange sat: Lengte: Breedte: Hoogte: 7 48.794 9.004 385 Lengte- en breedtegraad van de actuele voertuigpositie worden weergegeven.
Inbouwhandleiding Inbouwhandleiding Deze inbouwhandleiding geldt voor de meeste voertuigtypen. Afhankelijk van het model kunnen echter afwijkingen optreden. In dat geval en bij andere vragen is uw Blaupunkt-dealer of onze telefonische hotline u graag van dienst. Wij zijn niet aansprakelijk voor schade door inbouw- of aansluitfouten of gevolgschade. Opmerking: In deze inbouwhandleiding wordt ervan uitgegaan, dat bij het voertuig de minpool van de accu met de carrosserie is verbonden.
Inbouwhandleiding Aansluitingen Kamer C1 (equalizer/amplifier) Overzicht van de aansluitingen C-1 10 13 16 19 9 12 15 18 11 14 17 20 8 5 1 3 5 7 2 4 6 8 1 3 5 7 2 4 6 8 Kamer A 1 Gala/speedometer 2 Telephone mute (active low) 3 Reversing light signal 4 Continuous positive (terminal 30) 5 Automatic antenna 6 Illumination 7 Ignition (terminal 15) 8 Ground Kamer B 1 C 8 7 2 6 5 3 1 7 10 6 B Line out LR 2 Line out RR 3 Line out GND 4 Line out LF 5 Line o
Inbouwhandleiding Aansluitingen in kamer A VOORZICHTIG! 5 12V Relais ➜ U mag de stuurkabel niet op klem 15 (plus geschakeld) of klem 30 (permanent plus) aansluiten! 6 Verlichtingsaansluiting A 7 Voor voertuigen met regelbare dashboardverlichting (plusgeregeld) 7 Plusaansluiting, via contact geschakeld. KL.
Inbouwhandleiding Wanneer de radio-aansluiting met een 10 A zekering is gezekerd: VOORZICHTIG! Gevaar voor schade aan het apparaat! Bij passieve uitrusting met 4 Ohm luidsprekers: ➜ Pas de ISO-stekker 7 die zich in het voertuig bevindt aan op de in de afbeelding hieronder getoonde stekkerbezetting. ➜ Sluit indien nodig een ISOverlengkabel aan (bestelnr. 7 607 647 093). ➜ Sluit de stekker aan op kamer B 6 van het apparaat.
Inbouwhandleiding De beschrijving van de inbouw en aansluiting van de antenne vindt u in de antennehandleiding. ➜ Plaats de antennestekker in de antennebus 1 van het apparaat. 1 Achteruitrijlichtsignaal aansluiten ➜ Leg een kabel zodanig van het achteruitrijlicht naar pin 3 3 van de stekker in kamer A 5, dat bij achteruitrijden +12 V op de aansluiting actief is. ➜ Wanneer de aansluiting op het achteruitrijlicht niet mogelijk is, sluit u pin 3 aan op massa.
Inbouwhandleiding ➜ Buig met een schroevendraaier 1 A zo veel mogelijk bevestigingsstrips om. 5 2 4 3 ➜ Activeer na de inbouw in het menu "Installatie" het menupunt "Tachosignaal" (zie blz. 78)! Apparaat monteren ➜ Schuif het apparaat tot een der- Houder inbouwen ➜ Maak de schroef 1 boven de gy- de in de schacht.
Inbouwhandleiding Opmerking: Het maximale instelbereik ligt tussen –10° en +30°. ➜ Trek de schroef 1 weer vast. Apparaat in schacht inbouwen ➜ Waarborg dat alle stekker correct zijn geplaatst en geborgd. VOORZICHTIG! Gevaar voor beschadiging, gevaar voor foutieve instellingen! Wanneer u bij het plaatsen van het apparaat de bedieningselementen op het bedieningspaneel aanraakt, kunt u deze beschadigen.
Inbouwhandleiding ne correct is aangesloten. Anders verschijnt "Antennecontrole" op het display. ➜ Controleer in dat geval de aansluiting van de antenne. Sensortest uitvoeren Om te controleren, of het apparaat correct is aangesloten: ➜ kies en bevestig in het menu "Installatie" het menupunt "Sensortest", zoals onder "Het menu bedienen" op blz 12 staat beschreven. De sensordata worden getoond.
Inbouwhandleiding Navigatiesysteem automatisch kalibreren Navigatiesysteem handmatig kalibreren Om het navigatiesysteem automatisch te kalibreren: Om het navigatiesysteem handmatig te kalibreren: ➜ kies en bevestig in het menu "Installatie" het menupunt "Handm. kal.". Autom. kal. Start ➜ kies en bevestig in het menu "Installatie" het menupunt "Autom. kal.". ➜ Volg de instructies op het display op. Opmerkingen: Rijdt de gegeven afstand over rijks- of provinciale wegen.
Inbouwhandleiding Kalibratie afbreken Indien u de kalibratie wilt afbreken: ➜ druk op de ESC-toets A. De kalibratie wordt op de achtergrond voortgezet. Apparaat reinigen ➜ Reinig regelmatig de contacten van het bedieningspaneel met een zachte, in schoonmaakalcohol gedrenkte doek. Apparaat uitbouwen ➜ Maak de minpool van de accu los. Garantie Garantie Voor onze binnen de EU gekochte producten geven wij een producentgarantie.
Technische gegevens Technische gegevens Voedingsspanning Bedrijfsspanning: 10,5–14,4 V Opgenomen vermogen In bedrijf: max. 10 A Bij standby: typ. 550 mA 30 min na uitschakelen: typ. 12 mA 72 uur na uitschakelen: < 2 mA Versterker-uitgangsvermogen Conform DIN 45324: bij 14,4 V 4 x 25 Watt Sinus Max. power: 4 x 45 Watt bij 14,4 V Voorversterker uitgang (Preamp Out) 4 kanalen: Ingangsgevoeligheid CD-wisselaar-ingang: Telefooningang: 3V 2 V / 6 kΩ max. 4,8 V eff.
Woordenlijst Woordenlijst Digitale equalizer Digitale klankregelaar voor aanpassing van de frequentie-uitgang. Een equalizer bestaat uit meerder filters, waarmee de klankkleur verbetert kan worden resp. kan worden aangepast aan de eigen wensen. EON – Enhanced Other Network In geval van verkeersinformatie (TA) wordt door een zender zonder verkeersinformatie naar een verkeersinformatiezender van dezelfde zenderketen omgeschakeld. Na het verkeersbericht wordt het eerder beluisterde programma weer ingeschakeld.
Woordenlijst Wanneer u het apparaat na afloop van de standby-tijd weer inschakelt, duurt het langer voordat het apparaat weer gereed is voor bedrijf, omdat de apparaatsoftware moet worden geladen. Travelstore Automatisch zoeken en opslaan van de zes best te ontvangen radiozenders in de regio (zie blz. 39). Omgevingsfunctie Wanneer er geen routegeleiding actief is, gebruikt het navigatiesysteem zijn vrije geheugen, om digitaal kaartmateriaal rondom de voertuigpositie van de navigatie-CD te laden.
Trefwoordenregister Trefwoordenregister A Apparaatpas 4 Audiobron kiezen 26, 65 Autotelefoon 11 B Balans instellen 16 Bass instellen 15 Bedieningselementen toetsen 6 Bedieningspaneel afnemen 8 plaatsen 8 E EON 83 Equalizer 17, 83 F Fader instellen 16 G GPS 83 H HICUT 23, 83 I Inbouwtest 79 Inschakelen 9 C K CD-speler afspeelbare CD’s 40 bedienen 40 CD afspelen 26, 41 CD plaatsen 10 CD stoppen 41 inschakelen 27 scan 43 CD-wisselaar inschakelen 27 scan 43 Tracks-menu 42 Code invoeren 9 vraag activer
Trefwoordenregister N R Navigatiesysteem actuele positie weergeven 71 automatisch kalibreren 80 basisinstellingen in menu 24 bestemming opslaan 59 doelland invoeren 54 gesproken mededelingen inschakelen 24 handmatig kalibreren 80 huisnummer reisdoel invoeren 57 lijst weergeven 51 menu 48 opgeslagen reisdoelen hernoemen 60 opgeslagen reisdoelen wissen 60 postcode reisdoel invoeren 54 reisdoel-stadsdeel invoeren 56 reisdoeladres invoeren 53 reisdoel invoeren: overzicht 51 reisdoelkruispunt invoeren 57 reis
Trefwoordenregister Routegeleiding dynamisch 70 kruispuntzoom weergeven 25 onderbreken 66 resterende reistijd weergeven 25 verwachte aankomsttijd weergeven 25 Windroos 65 S SCAN 43 Sensortest 79 Standby 83 T Tachometersignaal 78 Tekst invoeren 51 wissen 53 Tijd instellen 21 TMC 83 TMC-symbool knippert 33 knippert niet 33 Toetsen ESC-toets 10, 12 INFO-toets 71 MENU-toets 12 OK-toets 12 overzicht 6 Travelstore 39, 84 Treble instellen 15 V Veiligheid 3 Verkeersberichten 31 automatisch weergeven 31 onderbrek
ROME56E_nld.indd 88 23.08.
Country: Phone: Fax: 05121-49 4002 Germany (D) 0180-5000225 Austria (A) 01-610 39 0 01-610 39 391 Belgium (B) 02-525 5444 02-525 5263 Denmark (DK) 44-898 360 44-898 644 Finland (FIN) 09-435 991 09-435 99236 France (F) 01-4010 7007 01-4010 7320 Great Britain (GB) 01-89583 8880 01-89583 8394 Greece (GR) 210 94 27 337 210 94 12 711 Ireland (IRL) 01-46 66 700 01-46 66 706 Italy (I) 02-369 62331 02-369 62464 Luxembourg (L) 40 4078 40 2085 Netherlands (NL) 00 31 24
In één oogopslag! Bedieningspaneel openklappen en CD uitschuiven Draaien: volumeregelaar Kort indrukken: in-/onderdrukken van het geluid verkeersinformatie/ rijadviezen zacht schakelen Lang indrukken: uitschakelen MENU Instelmenu oproepen Functietoetsen 1-6 (de aan deze functietoetsen toegekende functies worden in het display weergegeven) TRAF OK Kort indrukken: instellingen verkeersinformatie oproepen Lang indrukken: TMC-berichten weergeven Draaien: menupunt/teken kiezen OK-toets Kort indrukken: keuze