User manual

8
D338
Verstellung der Abstellflächen
• Eine geschlossene Abstellfläche bitte in die
untersten Führungen über die Obst- und Gemü-
seschalen einschieben. Sie muß immer in dieser
Stellung verbleiben. Die Abstellflächen sind
höhenverstellbar:
• Dazu die Abstellfläche soweit nach vorne zie-
hen, bis sie sich nach oben oder unten
abschwenken und herausnehmen läßt.
• Das Einsetzen in eine andere Höhe bitte in
umgekehrter Reihenfolge vornehmen.
Innenausstattung
Das Geräteinnere und alle Ausstattungsteile bitte
vor Erstinbetriebnahme reinigen (siehe Abschnitt
"Reinigung und Pflege").
Elektrischer Anschluß
Für den elektrischen Anschluß ist eine vorschrifts-
mäßig installierte Schutzkontakt-Steckdose erforder-
lich. Sie sollte so gesetzt sein, daß ein Ziehen des
Netzsteckers möglich ist.
Die elektrische Absicherung muß mindestens 10/16
Ampere betragen.
Ist die Steckdose bei eingebautem Gerät nicht mehr
zugänglich, muß eine geeignete Maßnahme in der
Elektroinstallation sicherstellen, daß das Gerät vom
Netzstecker in die Steckdose stecken. Die
Innenbeleuchtung leuchtet bei geöffneter Tür.
Der Drehknopf für die Temperaturwahl ist im
Kühlraum rechts.
Stellung „0“ bedeutet: aus.
Stellung „1“ bedeutet: Höchste Innentemperatur
(wärmste Einstellung).
Stellung „6“ (Endanschlag) bedeutet: Tiefste
Innentemperatur (kälteste Einstellung).
Folgende Einflüsse sind ausschlaggebend für die
Innentemperatur:
– Umgebungstemperatur;
– Menge und Temperatur der eingelagerten
Lebensmittel;
– Häufiges oder langes Öffnen der Tür.
Vor Inbetriebnahme
Netz getrennt werden kann (z. B. Sicherung, LS-
Schalter, Fehlerstrom-Schutzschalter oder derglei-
chen mit einer Kontaktöffnungsweite von mindestens
3 mm).
Vor Inbetriebnahme am Typschild des Gerätes
überprüfen, ob Anschlußspannung und Stromart
mit den Werten des Stromnetzes am Aufstellort
übereinstimmen.
Z. B.: AC 220 ... 240 V 50 Hz oder
220 ... 240 V~ 50 Hz
(d. h. 220 bis 240 Volt Wechselstrom, 50 Hertz)
Das Typschild befindet sich links im Innenraum des
Kühlraumes.
Inbetriebnahme und Temperaturregelung
Die Temperaturen im Kühlraum und Gefrierraum las-
sen sich nicht getrennt regeln.
Sollten frische Lebensmittel schnell eingefroren wer-
den, kann Stellung „6“ gewählt werden. Achten Sie
darauf, daß die Temperatur im Kühlraum nicht unter
0°C absinkt und stellen Sie den Temperaturregler
rechtzeitig auf Stellung „3“ oder „4“ zurück.
Wichtig!
Hohe Umgebungstemperatur (z. B. an heißen Som-
mertagen) und kalte Einstellung des Temperaturreg-
lers (Stellung „5“ bis „6“) kann zu Dauerbetrieb des
Kompressors führen.
In diesem Fall den Temperaturregler auf eine wärme-
re Einstellung zurückdrehen (Stellung „3“ bis „4“). Bei
dieser Einstellung wird der Kompressor geregelt und
der Abtauvorgang wieder automatisch eingeleitet.
45
Voor een optimaal gebruik van de koelruimte
adviseren wij u de volgende eenvoudige regels
in acht te nemen:
• Plaats geen warme of dampende spijzen of
dranken in de koelruimte;
• dek vooral sterk geurend voedsel af of verpak
het;
plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij
eromheen kan circuleren.
Enkele belangrijke tips:
Vlees (alle soorten): wordt in plastic zakjes op
de glazen plaat boven de groentelade geplaat-
st.
Bewaar vlees niet langer dan één of twee
dagen.
Gekookt voedsel, koude schotels enz.: kun-
nen, goed afgedekt, op elk rooster geplaatst
Het plaatsen op een andere hoogte in omgekeer-
de volgorde uitvoeren.
De voorste helft van het VARIO-legvlak onder de
achterste helft schuiven. Daardoor wordt ruimte
gewonnen om op de daaronder liggende plank
grote artikelen te plaatsen.
Het verplaatsen van deurvakken
• De ruimte tussen deurvakken kan naar behoef-
te aangepast worden. Ga daartoe als volgt te
werk: Trek het vak geleidelijk naar de door de
pijlen aangegeven richting totdat het loskomt.
Verplaats daarna het vak naar de gewenste
hoogte.
Koelen van levensmiddelen
D006
worden.
Fruit en groente: worden schoongemaakt in de
groentelade(n) gelegd.
Boter en kaas: worden, om blootstelling aan
de lucht te voorkomen, in speciale koeldozen
bewaard of in plastic- of aluminiumfolie ver-
pakt.
Flessen melk: worden, goed gesloten, in het
flessenrek geplaatst.
Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen,
aardappelen, uien of knoflook niet in de
koelkast.
In uw koelapparaat kunt u diepvriesproducten bewa-
ren en verse levensmiddelen zelf invriezen.
Attentie!
Voor het invriezen van levensmiddelen dient de
temperatuur in de vriesruimte –18°C of lager te
zijn.
Let op het op het typeplaatje aangegeven vries-
vermogen. Het vriesvermogen is de maximale
hoeveelheid verse waren die binnen 24 uur inge-
vroren kunnen worden. Als er gedurende meerde-
re dagen achter elkaar ingevroren wordt, neem
dan slechts 2/3 tot 3/4 van de hoeveelheid aange-
geven op het typeplaatje. De kwaliteit is beter, als
de levensmiddelen snel tot in de kern bevriezen.
Warme levensmiddelen voor het invriezen laten
afkoelen. De warmte leidt tot verhoogde ijsvor-
ming en verhoogt het energieverbruik.
Invriezen en diepgevroren opslaan
Bij het bewaren van kantenklare diepvriesproduc-
ten dient u zich beslist aan de door de fabrikant
opgegeven bewaartijd te houden.
Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verde-
re verwerking (bereiden tot panklare gerechten) in
geen geval een tweede keer invriezen.
Containers met brandbare gassen of vloeistoffen
kunnen lek raken door de inwerking van koude.
Explosiegevaar! Leg geen containers met brand-
bare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers,
navullingen van aanstekers etc. in het vriesappa-
raat.
Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte.
Ze kunnen springen als de inhoud bevriest – bij
koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg
nooit limonades, sappen, bier, wijn, champagne
etc. in de vriesruimte. Uitzondering: sterke drank